Au bord du chemin…

zingt Michel Fugain. Daar sta ik zondagochtend ook, in Moelingen, aan km 39,5 van de Maasmarathon. Het is koud en stil. De signaleurs staan te ijsberen. Het zijn jongeren, dus die ijsberen met de gsm in de hand. Enkele supporters hebben ook langs de weg post gevat en doen hun best om wakker te worden. Een politiecombi van Voeren draait rondjes.
Eindelijk komt er beweging in de verte. De eerste loper is er, er klinkt een beleefd applausje langs de weg. De atleet zit duidelijk door zijn beste krachten heen. Hij lijdt en vecht tegen de wind, maar vooral hij is … alleen. In een doods decor pijnigt hij zijn spieren en spreekt hij de laatste restjes mentale energie aan. Na lange minuten volgen de tweede, de derde, de vierde, de vijfde. De ene duidelijk frisser dan de andere, maar allemaal zo verdomd alleen. En niemand die langer dan enkele seconden getuige is van hun atletische prestatie. Nummer zes en zeven maken hun opwachting, een duo begeleid door een fietser. Niet toevallig is één van hen Philip Poilvache. Hij kent wel gevoel dat ik nu pas ontdek als toeschouwer, de eenzaamheid van de lange afstandsloper. Van de snelle afstandsloper wel te verstaan, die ver voor de meute uit snelt. Philip was vooraf al beducht voor een eenzaam gevecht tegen de wind. Die ervaring heb ik als langzame loper in de buik van het peloton nooit gekend.
Intussen heb ik me te voet langs het parcours naar Visé begeven. Verderop zorgen muziekbandjes langs de weg of deejays voor wat animatie. De eerste 10 lopers zijn voorbij, de ambiance moet nog worden opgepookt. De danseresjes zijn wel al in volle actie voor een optreden dat nog enkele uren zal duren. Ik nader de eerste huizen van Visé als ik Jo Schoonbroodt opmerk. Jo zit compleet stuk. In de voorbije jaren viel hij op als een van de meest frisse lopers in de voorste gelederen, nu kan er alleen maar een grijns af als ik hem aanmoedig. Niettemin zet de winnaar van de leeftijdscategorie 60-65 een sterke tijd neer, 2u53′. Opnieuw ruim onder de 3 uur, waar blijft hij het vandaan halen? Achter de modieuze rennersbril van zijn begeleider herken ik plots Servais Halders. Ook al op non-actief als loper.
De lopers komen er nu in trosjes aan. Ze kruipen de laatste hellingen op voor ze de verlossende afdaling naar het centrum van Visé kunnen inzetten. De meesten reageren nauwelijks als ik hen aanmoedigingen toeroep. Ik probeer bekenden uit de massa te pikken. Johnny Geuten die ook als supporter langs de weg staat meldt me dat er verscheidene leden van de Bilzerse Joggingclub de start hebben genomen. Johan Mardaga bijvoorbeeld, die binnen komt in een mooie 3u15′ maar die ik in het gewoel aan de aankomst heb gemist. Leon Swennen is met 3u12′ nog enkele minuten sneller en geeft mij nog een opmerkelijk frisse indruk. Zijn vrouwtje Lisette gaat ook met de marathonmedaille naar huis. Jean Poesen ging het volgens Johnny Geuten kalm aan doen maar pakt met 3u34′ wel de eerste plaats in de categorie 65+.
Tenslotte zie ik ook nog mijn Nederlandse kennissen Huub Koolen en Henk Sipers in de laatste kilometers op weg naar een nieuw marathonsucces.