Henri-Chapelle (Challenge La Meuse)

woe 08/05/2024 19u30 * Henri-Chapelle Jogging de l’Ascension * 7,3 km * 00:41:52 * 10,5 * 270/367 * 5/7 * ♥♥

Ik wilde er al eerder terug naartoe, naar de loop van Henri-Chapelle. Telkens zat er iets tussen, mijn eigen programma bijvoorbeeld. Dit jaar zal het er wel van komen. Ook al betekent het mijn derde loop in acht dagen. Ik word wel telkens herinnerd aan deze manche van de Challenge La Meuse, tot voor twee jaar de Challenge L’Avenir, als we er met de auto voorbijkomen op weg naar een andere wedstrijd, Montzen bijvoorbeeld. De aankomst aan de kerk staat in mijn geheugen gegrift, ook al is mijn vorige en enige deelname al heel lang geleden. Ik moet mijn archief omwoelen om het jaartal te vinden: 2000! Toen ik nog geen enkele van de kwalen had die mij nu tot wanhoop drijven en ik blijkbaar zonder problemen een aantal marathons met een trits aan korte lopen kon combineren.

Henri-Chapelle in het Dûché de Limbourg)

Het zoeken naar een parkeerplaats levert ons al een stukje sightseeing op van het dorp waarvan de oude kern op de hoogten van het Land van Herve ligt. Hendrik-Kapelle (om de platdietse naam te gebruiken) behoorde tot het hertogdom Limburg. Die naam werd later gerecycleerd tot onze provincienaam. Maar laten we de geschiedenis nu maar even rusten… tot aan km 4,7.

De start wordt gegeven aan de school, in het groen, waar je een mooi uitzicht hebt op het bocagelandschap. Meer dan 350 liefhebbers staan klaar voor een sportieve vooravond van Hemelvaartsdag. Onder hen mijn bekende generatiegenoten. Ook Raymond Jungbluth, ondanks twee valpartijen in evenveel trails met gekneusde ribben als pijnlijk gevolg. Alberto Canales is er ook… in burgerpak. Een “sciatique” blijft hem hinderen. Luc Hilderson geeft me nog een korte update van het huidige parcours. Ik zal dus niet voor te grote verrassingen komen te staan. De klim naar de streep heb ik zelf verkend. Het weer is perfect, dat zal vanavond geen spelbreker spelen.

Voor we de lange afdaling in het begin van de loop aanvatten, moeten we twee lichte hellingen overwinnen, eerst voorbij de school, dan op de brede (maar verkeersvrije) Rue de Verviers. Ik geniet van de 800 meter op zijdezacht asfalt. (Is dit wel Wallonië?) … en zie dat hele hordes lopers me links en rechts voorbijsnellen. We draaien linksaf. Ik blijf freewheelen op het nieuwe beton. Niet helemaal “lekker” (dat is ook de naam van de weg) want weer drang… Deze keer stel ik de plasstop uit tot na de finish. We lopen tussen twee bomenrijen, nog steeds licht dalend, tot we aan km 3 een gehucht bereiken met nieuwe bebouwing. Dit is Welkenraedt, leert een plaatsnaambordje me. De kern van de fusiegemeente laten we echter rechts liggen. We moeten op tijd terug zijn in Henri-Chapelle, na een dikke 7 kilometer. Ik loop al een tijdje in het gezelschap van jonge en heel jonge knapen. Nu en dan komt er een oudere man of dame langs. Zelf een collega voorbijgaan zit er voorlopig niet in. Ik zie op de Garmin-grafiek een neerwaartse piek. Geen idee wat daar aan de hand was. Of toch een zwakker moment op een lichte glooiing? Het is aangenaam lopen, nu op een vrij donkere, bos- of tenminste boomrijke, min of meer vlakke strook. Mijn tempo, wil u weten? Rond de 5’30, dat is sneller dan in Visé. Maar in de vijfde kilometer verlies ik al wat seconden, zegt Garmin me, hoewel ik niet het gevoel heb dat ik op mijn adem heb getrapt.

Links zie ik een beekje of alleszins het bordje, de Rau de Ruyf. Dit moet het laagste punt van het parcours zijn. Je moet geen groot geoloog zijn om te weten dat er nu voornamelijk geklommen zal worden. Voorlopig lonkt mijn bewonderend oog naar een kasteel rechts van me, in witte, licht bruine steen. Het Château de Ruyff in zand- en kalksteen, aan drie zijden omgracht (dat lees ik, zelf niet gezien) is een ontdekking voor mij. De oostelijke gevel stamt uit 1716. Tot daar de geschiedenis, nu verder in het heden. Het tempo stokt door het klimmetje voor het kasteel. Op de koop toe is het wegdek hier in belabberde staat. De kasteelheer zit krap bij kas. (Hersenspinsel van mij…) Even verder loopt de weg opnieuw omhoog via een soort haarspeldbocht naar links, richting aankomst. Het is even harken maar boven, na 5,3 km, kom ik weer in mijn ritme. Dat is echter niet bijzonder hoog want nu word ik weer door een nieuwe golf lopers en voornamelijk lopertjes overspoeld. Op de volgende hectometers zwermen die rond me heen. Ik blijf in hun buurt en dat blijkt ook het maximum te zijn. We nemen een lichte bocht naar links naar een lange rechte weg. Dit moet het begin zijn van de eindklim. Zodra de weg weer begint te stijgen zijn de jongeren, begeleid door een coach die hen dan nog probeert in te tomen, ineens weg. Nu en dan haal ik wel eens een juffrouwtje in, maar zodra de klim in volle hevigheid uitbarst, heb ik geen mikpunt meer. Ik heb de 1 km-klim tijdens het inlopen voor mezelf ingedeeld in drie stukken. In het eerste deel, tot aan de afslag naar rechts op de Rue Coulen, moet ik proberen in een houdbare been- en ademhalingskadans te komen. Dat lukt met de nodige moeite. Het tweede deel tussen de huizen met hier en daar een toeschouwer, tot aan de rotonde, valt wel langer uit dan ik in gedachten had. In de laatste strook naar de kasseitjes achter de kerk, trippel ik dan weer soepeler naar boven. Wellicht ook door de entourage van enthousiaste fans aan de rechterkant van de weg en door het aangename avondzonnetje. In de laatste meters op het asfalt gaat er mij nog een man(coach)-vrouw-duo me voorbij. Te oordelen naar de kreten langs het parcours, een plaatselijk koppel. Nog een kleine honderd meter op de kasseitjes. Marie-Paule registreert de doorkomsten met haar Sonytje op de “village”. Dat is de naam van het straatje achter de Eglise Saint-Georges naar het hoogste punt. De dame is te fel te keer gegaan en moet naar adem happen. Ik kan de laatste fel dalende en kronkelende 300 meter alleen afleggen, en zo de spleten en hobbels op het wegdek tijdig opmerken en vermijden. En nog even genieten… “Het is gebeurd”, roept Leon Meex van Kanne me toe. Dochter Myrthe is vijf minuten geleden als aînée 1 gefinisht.

De laatste meters van de klim op de kasseitjes. Links : Antonio (zwart) en Luc (groen), rechts uw verslaggever. (Foto’s Marie-Paule)

Eén verrassing bij de veteranen 4, voor mij althans: Antonio Ianniello tweede voor Luc en Raymond. Diezelfde (of een minder fitte?) Antonio liet ik achter me in Bruyères. Zelfde verhaal voor veteraan 3, Thierry Fettweis. De korte afstand heeft misschien in mijn nadeel gespeeld…

Het moeilijkste blijkt nog te kiezen tussen twee en drie hartjes. Ik zal de cijfers maar laten spreken. Die zijn slechter dan het gevoel. Twee voor de benen, drie voor het hoofd… Het wordt snel fris na de aankomst. Na een Vla-Dieu (omdat er nog een jeton over was…) springen we in de auto. Veertig minuten later zijn we weer in het nieuwe Limburg.