Ampsin (CLAP)

zon 07/07/2024 10u15 * L’Ampsinois * 10,6 km * 01:01:19 * 10 * 97/147 * 7/10 * ♥♥

Het is uiteindelijk Ampsin geworden, de wedstrijdkeuze voor dit weekend. De bedoeling was eerst de Hesbignonmanche in Waret L’Evêque maar door het afhaken van mijn loopmaat Servais, geef ik dan toch de voorkeur aan een voormiddagloop. Dan vermijd ik alvast een nachtelijke verplaatsing na de avondwedstrijd in het Zuidelijke Waals Haspengouw. Ampsin ligt een beetje noordelijker, op de linker Maasoever, tussen Hoei en Amay, het centrum van de fusiegemeente. De heenweg naar Ampsin is een doorslag van de verplaatsing naar mijn laatste wedstrijd, de Nacht van Hoei. Die nacht heeft overigens wel wat nare gevolgen gehad. Ik heb daar na de loop, met bezweet lijf in de frisse avondlucht, blijkbaar een verkoudheid opgescharreld die me weken parten heeft gespeeld. Acht dagen volledige rust en veertien dagen kwakkeltrainingen later voel ik me toch weer in staat een wedstrijd af te werken of kriebelt het alleszins weer om er opnieuw aan te beginnen.

De processie lopers op de trappen naar de hoogte boven de oude steengroeve.

De wedstrijd is een aantal jaren van de kalender verdwenen maar is er nu opnieuw en dat is vooral de veteranen 4 niet ontgaan. We zijn met tien vertegenwoordigd in het peloton van 147 voor de lange loop. En met minstens twee Limburgers. Mijn provinciegenoot is Christophe Stevens van Tongeren, negende overall. De eerste kilometers komen me bekend voor van mijn deelname in 2018 maar voor het overige is het afwachten. Organisator David Frison pakt immers uit met een nieuw parcours. We vertrekken aan de kerk die misschien wel in het midden staat maar haar dominante positie heeft moeten afstaan aan de koeltorens van de kerncentrale van Tihange in de achtergrond. Het dorp ligt letterlijk in de rook van de betonnen reuzen. We maken eerst een vlak rondje in het dorp. Sightseeing (we passeren aan de Seigneurie d’Ampsin) of “mise en jambes” (inlopen) voor het klimwerk? Dat begint na 1100 meter als we een betonnen trap omhoog worden gestuurd. Die trap is voor deelnemers en fans het herkenningspunt van deze loop (want vrij uniek in het overvloedige aanbod loopwedstrijden in het Luikse) maar speelt slechts een beperkte rol in het wedstrijdverloop. In het laatste derde van het deelnemersveld waarin ik me bevind, houden de meesten het overigens bij een flinke stappas. Boven komen we uit in de groene rand rond een oude steengroeve. We maken een brede bocht tussen de bomen op een aangenaam graspad voor we de dieperik worden ingestuurd op een grindpad. Ik haal hier wel een loper voor me maar zorg er in de eerste plaats voor niet uit te glijden op de verraderlijke keitjes. Het parcours loopt verder op lekker lopende asfaltpaden in een groen decor. Voor de start kondigde David Frison een klim aan rond km 6. Daar zijn we nog lang niet maar ik heb de indruk dat de ene helling hier volgt op de andere. Er zit wel nog een korte afdaling in aan km 3 waar ik enkele woorden wissel met Luciano Battistini, een veteraan 3 die wel eens in mijn buurt opduikt in de Luikse lopen. “Doe hem maar praten” grapt Michel Mancini over mij tegen Luciano. Michel loopt vlak voor ons en hoopt dat ik met babbelen mijn adem zal verspillen. Een tiental meter voor ons herken ik Raymond Jungbluth, nog een veteraan 4. Mijn benen voelen niet echt super aan, ik ben al tevreden dat ik in de buurt van mijn twee generatiegenoten kan blijven.

Rond km 4 – of is het enkele honderden meters ervoor? – draaien we links op naar een smal pad met keien en hier en daar wat grotere stenen. Het gaat enkele procenten omhoog. Ik heb uiteindelijk minder last van de klim dan van de drukte in het langgerekte peloton. Als ik licht zie boven de bomen een honderdtal meter voor me, verheug ik me al op het einde van de helling. Die lange klim moet er immers nog aankomen. Niets van, het blijft gewoon verder omhoog lopen, nu wel op een breder en goed beloopbare aarden weg. Ik voel me vrij goed, althans ik neem de leiding van de drie 70-plussers. De aarden weg gaat over op het verhard, de Rue Saint-Lambert met een imposante (voormalige?) hoeve aan de linkerkant. In de verte zie ik de lopers voor ons rechts afslaan. Ik veronderstel dat de bocht ook het einde is van de helling. Want we zijn nog steeds aan het klimmen. Ik heb intussen al lang in het snuitje dat de 6 km-aanduiding van David op het einde van de klim sloeg en niet op het begin. Hoe dan ook, ik leid ons ouderentrio …en maak me wijs dat ik in hun gezelschap kan blijven.

Km 7: eindelijk boven. Op de Garmin-gpx lees ik achteraf dat we zo’n 3 km stijging verwerkt hebben. Hier ben ik alleszins al goed doorgekomen. We volgen even een rijweg waar Michel me toch weer voorbijschuift. Driehonderd meter verder worden we rechtsaf gestuurd. Op het smalle bospad voelt Michel zich in zijn sas en neemt enkele meter voorsprong. Enkele hectometers verder gaat ook Raymond me voorbij. We zijn begonnen aan een 2km lange afdaling in het Bois Saint-Lambert et du Chêneux, blijkt later. Sint-Lambertus, die ik 26 jaar lang gediend heb in het gelijknamige college in Bilzen, kan me niet echt helpen. Op het nu brede bospad ben ik niet lenig genoeg om de diagonale modderstroken op snelheid te nemen en mijn twee kompanen nemen almaar meer voorsprong. Het pad wordt weer smaller, nu volgt er een strook met ontelbare boomwortels waar mijn snelheid nog enkele streepjes naar beneden gaat. Ik word op de hielen gezeten door een loper die me dadelijk ook voorbij zal gaan. Het is Luc Hilderson die meteen een stevige voorsprong neemt, zeker in het laatste deel van de afdaling, nu op dikke keien. Ik zak almaar dieper weg in het klassement en zal blij zijn dat ik uiteindelijk nog een zevende plaats op tien uit de brand sleep.

De laatste meters achter de jonge Noah Gathot. (Foto’s Marie-Paule)

Km 8,5: daar is eindelijk het asfalt. Ik zoek het midden van de rijweg op om de schuin aflopende rechterzijde ter vermijden. Op het einde van de passage in het bos is me nog een loper voorbijgegaan, nu loop ik zo goed als alleen. Ik wil het tempo nog even de hoogte injagen maar mijn benen geven niet thuis. Aan de laatste anderhalve kilometer van het parcours ligt het niet. Het blijft lichtjes dalen op de vers geasfalteerde Ravel in een groene vallei. We passeren langs de kalksteenoven, nu het Museum “Maîtres du Feu”. De jonge Noah Gathot die ik een hele tijd geleden ben voorbijgelopen, haalt me met veel schwung in maar moet dan toch weer op adem komen. Ik laat hem in de stijgende aankomstlijn van zijn jeugdige energie genieten. Raymond heeft nog heel wat posities gewonnen in het tweede deel van de loop. Michel en Luc eindigen enkele plaatsen voor me. Wie dan wel wint in de hoogste leeftijdsklasse? “Saint Nicolas devant le père Noël” lacht Noël Heptia, tweede achter Nicolas Bynens.

We verlaten snel de Maasvallei op weg naar Heukelom en Riemst waar nog enkele zomeractiviteiten op de agenda staan. Slotsom: een voldoende voor mij, onderscheiding voor de vernieuwde Ampsinois. Alleen jammer van die 2 km trail voor ondergetekende. Zijn er nu echt geen mooiere paden in het bosrijke gebied ten noorden van Ampsin… of was het net de bedoeling om die zeker niet te vinden?