Hermalle-sous-Huy (Challenge condruzien)

vri 19/07/2024 19u30 * Corrida Hermalle-sous-Huy * 9,9 km * 01:00:41 * 9,8 * 104/130 * 5/8 * ♥♥

Het is drukkend warm voor de avondklassieker aan de oever van de Maas. Hermalle is bekend terrein voor me. Dit is al mijn zesde optreden in de deelgemeente van… Engis. (De naam doet inderdaad anders vermoeden.) Tweemaal in de natuurloop die, als ik het goed heb, niet meer wordt georganiseerd, en driemaal in de Corrida. De rondjesloop is het buitenbeentje van de Challenge condruzien. Met veel meer asfalt dan in de reguliere Condroz-manches en “vriendelijke” gras- of bospaden.

Het parcours is al jaren hetzelfde, hoop ik althans. Ik kijk dan ook met enig masochisme uit naar de vergelijking met mijn tijden uit het verleden en vooral uit 2012. Toen legde ik de iets langere afstand af in 45 minuten… Mijn verkenning leert me wel dat we nu een langere lus maken door het bosje. Waar hebben ze de bijkomende hectometers dan afgeknipt? Halverwege het rondje waar we elkaar kruisten, vertelt Noël Heptia me na de aankomst. Veel verschil maakt het niet uit, mag ik na afloop besluiten.

Eerste ronde. De eerste helling hebben we al achter de rug. Daar is het tweede klimmetje. In het lichtgroen net voor me, Armand Pirotte.

Ik wacht op het vertreksein samen met Michel Mancini. Die staat toch aan de start, tegen het advies van zijn vrouw in. Michel kan het niet laten, ook al had hij een gezondheidsakkefietje in de loop van de week. Ik zie nog heel wat andere bekenden in het peloton van 330 man. De korte en lange loop starten tegelijkertijd en dat zal, zeker in de eerste ronde, voor de nodige drukte zorgen. We passeren voor het eerst tussen de drank- en eettentjes van het Fête du 21 juillet. We lopen onder de “decoratieve” aankomstboog door. De echte finish ligt daar even voor, net buiten het feestgewoel. Hier wacht al de eerste klim. Ik schuif tot mijn eigen verbazing een flink aantal plaatsen op. Bij het inlopen vlotte het immers voor geen meter. Op het tweede klimmetje win ik nog enkele posities tot we in een opstopping terechtkomen op een smal paadje langs een tuin. Het derde bultje leidt naar een bospad waar de afdaling begint. Maar op het nauwe en hobbelige pad moet ik weer inhouden. Van voorbijsteken is sowieso geen sprake op de grasstrook langs een lange muur. Na een scherpe linkse bocht gaat het op asfalt verder. Aanvankelijk zo steil bergaf dat ik weer moet remmen. Pas na de bocht van de Rue Lambert Lepage (“bourgmestre et bienfaiteur”) kan ik op kruissnelheid overgaan om dan in de afdaling naar het centrum nog een versnelling hoger te schakelen. De laatste vijfhonderd meter van het rondje zijn weliswaar vlak, of zo goed als, maar lopen voornamelijk door een bosje waar mijn “faux amis”, hobbels, boomwortels en op het einde stenen, op de loer liggen. Gelukkig heb ik mijn sportbril op om de snoodaards onder het donkere bladerdek tijdig op te merken.


Fantasietje van Marie-Paule. Doorkijkje naar een van de smalle paden op de hoogte.

Tweede ronde. Ik heb intussen mijn plaatsje in het peloton gevonden. Na de eerste klim word ik al gedubbeld door de eerste (van de 5km, neem ik aan). Ik vermoed dat ik door zo’n 15 man (van de twee lopen) een ronde aangesmeerd krijg. Het gaat almaar moeizamer in deze en de volgende ronden. Uberhaupt lopend boven geraken op de drie korte hellingen van het eerste deel (naar de hoogte van de rechter Maasoever) is al een hele opgave. Die ik nipt tot een goed einde breng. Dank zij de tijdsopname van Goaltiming heb ik zicht op de rondetijden die zich allemaal net onder de 15 minuten situeren. Met telkens enkele seconden trager naarmate de ronden vorderen. Zo voelt het ook aan. Mijn eerste ronde is waarschijnlijk mijn snelste geweest maar de tijd is niet precies te bepalen door de bijkomende hectometers in de aanvangsfase. De hitte (die ons alleen in het bosje bespaard blijft) en het zware eerste deel (maal vier, uiteraard) maken een uitputtingsslag van mijn vierde deelname. Maar hoe gefocust ik ook ben op mijn eigen inspanning en op energiebesparend lopen, de randverschijnselen ontgaan me natuurlijk niet. Bijvoorbeeld de geïmproviseerde “sproeiinstallaties” langs het parcours. Ik tel er vijf. Allemaal in de afdaling, valt me nu achteraf pas op. De “arroseurs” zijn wel zo vriendelijk de straal alleen te richten op wie, met woord of gebaar, aangeeft prijs te stellen op het koude water. Ik zoek de verkoeling alleen op in de laatste twee ronden. Na twee ronden ken je – tenminste ik – de groepjes fans, of toeschouwers langs de weg. Die van de Rue Lambert Lepage – het vlakke middendeel – zijn nog het meest afstandelijk. Of willen ze vooral geen overbodige inspanningen onder de loden hitte? Wie wel bijzonder actief is, is een man van middelbare leeftijd op het einde van de afdaling. Niet alleen is hij sproeier maar ook dj met overigens swingende rockmuziek. Gelukkig kunnen we er op dit dalende deel van het parcours ook van genieten. Sommige toeschouwers herken ik zelfs van mijn vorige deelnames, al is die laatste al van 2019. De zwarte dame in de deuropening, links in het begin van de afdaling. Zij hanteert ook de sproeislang. En de twee dametjes, links op hun tuinstoeltjes, halverwege het derde heuveltje. Ze zitten op nauwelijks een meter van de weg waar ik voorbij krassel. Zelfs in de laatste ronde, als ze uitgebabbeld zijn, krijgen ze geen aanmoediging over hun lippen. Boe!!

Begin van de laatste ronde in het gezelschap van Dominique Close. De twee lopers in de achtergrond hebben een ronde voorsprong en overschrijden de aankomstmat. (Foto’s Marie-Paule)

Ik ben de laatste ronde ingegaan in het gezelschap van een man die ik ken van mijn eerste jaren in de Condruzienlopen. Waarschijnlijk van Hermalle zelf. Aan de start stond hij bij een andere Hermallien Marcel Baeckelandt. Hij krijgt aanmoedigingen van de groepjes toeschouwers in het eerste deel. Allez Dodo (?) Hoor ik dat goed? Ja, ik zie de naam Dominique voor mij op de uitslag. Nu heeft het bekende gezicht ook een naam gekregen. Grappige anekdote, althans voor mij. Zoals je in een wielerwedstrijd wel eens ziet, de “bidon”, hier een bekertje, glipt uit mijn handen. Geen drank dan maar in de derde ronde. In de laatste ronde heb ik wel beet, hoewel de jonge bevoorrader het bekertje wel erg hoog houdt. Voor verbetering vatbaar.

Over de streep, vlak achter Dominique Close en zijn maat Gilles Fraiture. Jammer, net boven het uur. Dat kleine minuutje had ik er misschien nog wel kunnen afknijpen. Maar overleven was vanavond de eerste zorg. Mijn totaaluitslag valt wel wat tegen. Bij de veteranen 4 kan ik nog enigszins de schijn ophouden. Noël Heptia moet het voor de eerste plaats afleggen tegen de Namurois Patrick Dejonge. “Op het asfalt was hij te sterk”, aldus Noël. “Wat wil je, dat is een atleet die nog met Karel Lismont heeft gelopen.” In een gesprekje achteraf blijkt dat de winnaar ook Servais Halders kent. “Hij heeft me geklopt in (?, waar was het Servais?).”

Het is nog een flinke trip naar huis. Geen kermis dus voor ons. Voor de nacht gevallen is, zijn we weer in het vertrouwde Heukelom.