Verviers Jogging de la Saint Sylvestre
zon 26/12/2021 11u * Verviers Jogging de la Saint Sylvestre * 8,1 km * 00:41:48 * 11,6 * 242/404 * 3/7 * ♥♥♥♥
Het zijn twee gelukkige mannen die rond het middaguur in de auto op weg zijn van Verviers naar Moelingen. Ze hebben daar ook alle reden toe. Servais Halders en uw correspondent hebben daarnet het joggingseizoen met een goed gevoel afgesloten op een leuke, zij het pittige, omloop in en rond Verviers. Of de derde aanwezige in het voertuig, Marie-Paule, dezelfde gelukzaligheid uitstraalt is niet af te lezen op haar gezicht want gedeeltelijk bedekt met een mondmasker.
We zijn er heel vroeg bij in de stad aan de Vesder om eventuele CST- en inschrijvingsdrukte te vermijden. Opvallend dat vooral oudere (of beter gezegd) oude mannen bij de eersten zijn in het cafetaria. Paul Vandeberg en Jean-Louis Voss bijvoorbeeld. Nicolas Bynens is er ook (weer) bij, klaar voor zijn negentigste loop van het seizoen. Nog een statistiek: Nicolas heeft dit jaar acht blessures overleefd. We schuilen een hele tijd in de auto in afwachting van het vertrek (en het inlopen) om ons te beschermen tegen de ochtendlijke winterse koude. We zien heel wat deelnemers voor ons passeren. Kijk, nog twee bekenden: Frankie Verluyten en Benny Stulens. Wie hun uitslag zoekt, moet vooraan de lange lijst finishers gaan kijken. Na een half uurtje opwarming op de straten rond het voetbalstadion van RCS Verviers, alleen onderbroken door talrijke plaspauzes van één van ons beiden (naam niet vermeld vanwege privacyredenen), zoeken we een geschikt plaatsje in het massale peloton van 400 lopers. Servais begeeft zich naar de eerste rijen, ik sta verderop, toevallig naast Jean Dessouroux die mij met ruim verschil zal voorafgaan aan de finish. Ik zal 7 minuten moeten toegeven op Servais en meer dan 3 minuten op Jean. En daarmee zit ik ruim binnen de tolerantiegrens die ik mezelf gun tegenover mijn categoriegenoten. Vlak voor de start wissel ik nog enkele woorden met Leon Meex en dochter Myrthe van Kanne. Zij zal de fictieve trofee van beste Riemstenaar mee naar huis nemen.
In het gedrang na de start kan ik in laatste instantie een plots opdoemende filmlens ontwijken. Om pakkende beelden te schieten heeft de cameraman van Télé Vesdre in het midden van de weg postgevat. We moeten al meteen fors aan de bak op een eerste knik om dan bergafwaarts snelheid te maken maar na 400 meter wacht er weer een klim van 300 meter. De eerste kilometer zit erop na een dikke 5 minuten. Ik heb me dus niet ingehouden na de start. Volgens plan overigens. Ik wil op deze korte loop op een goed beloopbare ondergrond meteen in een stevig ritme komen. Nu maar hopen dat ik deze forse start in de volgende kilometers niet zal bekopen. Ik heb het profiel van de loop in mijn hoofd zitten en weet dus dat er van recuperatie in het volgende kwartier geen sprake is. De tweede kilometer is één langgerekte klim op het asfalt tussen de huizen. Ik kan mijn cadans vasthouden. De signaalgeefster aan km 3 ratelt de positie van elke passerende loper af. “Quarante-sept, quarante-huit…” Zo fel van voren, schiet het door mijn hoofd. Een mens neemt zijn wensen snel voor werkelijkheid maar de mevrouw brengt me snel weer met de voetjes op de grond. “Cent cinquante”… En dat moet ik ook verkeerd gehoord hebben want eigenlijk moet ze al aan 250 geweest zijn. Dat lees ik achteraf uit de uitslag af. In de derde kilometer draaien we een deels onverharde weg in die na een kort dalend knikje ook weer begint te stijgen. De gaten en kuilen in de versleten asfaltlaag mede met het onophoudelijk stijgend profiel duwen mijn kilometertijd terug naar 5’30”. En daarmee ben ik nog niet aan mijn traagste kilometer. Daarvoor zorgt een strook van een kleine 300 meter van rond de 9%. Ik voel voor het eerst dat de benen niet meer mee willen. Maar echt stilvallen doe ik ook niet op het hobbelige pad waar de in deze contreien enthousiaste fans langs de weg ons een hart onder de riem steken. En zo kan ik weer aan mijn tempo beginnen te bouwen eens we terug op een mooie asfaltweg zijn tussen de villa’s op de Rue des Prés. Maar we zullen wel nog eerst 800 meter vals plat moeten verwerken eer we echt aan de afdaling kunnen beginnen. De passage over de stoep langs de rijweg naar Heusy duurt gelukkig maar 100 meter. Daarna worden we rechtsaf een rustige straat worden ingestuurd. Voor het eerst duik ik onder de 5 minuten. Ik heb na de lange opwaartse aanvangskilometers nog voldoende reserves over om voluit op tempo te lopen. Ik kan hier ook enkele lopers inhalen, waar ik in de vorige kilometers meestal het omgekeerde lot moest ondergaan. Na een korte onverharde strook komen we weer in een bebouwde zone uit. Een grote groep luidruchtige supporters wacht ons op aan een bocht. Waarom die hier samentroepen wordt me 4 minuten later duidelijk als we hier nogmaals passeren vanuit een andere richting. Op die golvende zesde kilometer moet ik me wel weer tevreden stellen met een tijd boven de 5′. Intussen is me een piepjonge deelneemster opgevallen in de sliert lopers voor me, Sofia Radouani, 10 jaar, lid van de organiserende club “Hautes Fagnes”. Ze raakt met moeite aan mijn navel maar met haar korte beentjes zet ze enkele keren een versnelling in op een lichte helling op het onverhard waarbij ik gewoon lijk stil te staan. Wat een soepele beenbewegingen en vooral wat een talent! “Zou ze nog lopen als ze in de zeventig is?” (zoals haar clubgenoot Servais Halders) vraag ik me af … om mezelf wat moed in te pompen. Ver voor me uit volgt Servais Halders ook met bewondering een jonge deelnemer (Marius Jacquemin, 13 jaar?) die hem zal voor blijven tot op de streep. Het jonge fenomeen verdwijnt uit mijn gezichtsveld. En ook in de steile afdaling dadelijk zal ik haar niet meer terugzien. Nog anderhalve kilometer (achteraf blijkt het maar een dikke kilometer geweest te zijn), waar is die vervelende puist waar we nog over moeten? Ik heb de Sylvesterjogging een keer gelopen, vier jaar geleden, ook toen in het gezelschap van Servais. Maar ik herinner me het klimmetje op de Chemin de Rouheid vooral van de Grand Jogging de Verviers (van 2017) toen de benen hier volledig blokkeerden, weliswaar in een langere loop met een nog meer uitgesproken reliëf. Maar vandaag heb ik een betere dag en kan ik het tempoverlies beperken met een “miniverzetje”, met andere woorden een kortere paslengte. Ook hier, op de top bij het oversteken van de Avenue de Thiervaux, tonen de supporters hun warm hart. Daarna staat alleen nog snelheid op het programma. En kilometertijden met een 4 van voor. Dat doet de oude loper toch zo’n deugd… Nog even voel ik de koude wind als ik rechtsaf draai naar het stadion in de diepte. Het binnendraaien op de piste langs het toegangshekken heeft iets olympisch. Zoals ook de laatste 200 meter op de fluweelzachte tartanbaan van de atletiekclub “Hautes Fagnes”. Twee toeschouwers volgen de finish vanaf de tribunes van het stadion. Een van hen is Marie-Paule. Nog een kiekje voor we het stadion uitwandelen. Dan valt snel het doek over het sportieve event. De heilige Sylvester mag dan wel zijn naam verleend hebben aan deze jogging, de echte patroon is dame Covida die geen tegenspraak duldt en ons snel terug naar huis stuurt…
(Foto’s Marie-Paule. Foto 1: De meute is vertrokken en moet meteen omhoog. Foto 2: Aankomst in het Stade de Bielmont.)
Je zei me zondag dat de eerste binnen was na 24 minuten. Inderdaad zondag is er een nieuwe besttijd gelopen voor deze wedstrijd in 24’36” door Ismael Debjani. Hij liep tijdens de olympische spelen in Tokio de halve finale van de 1500 meter.
Bedankt voor de info!