Tungri Run
zon 01/05/2022 16.30u * Tongeren Tungri Run * 9,9 km * 00:49:16 * 12 * 151/254 * 11/27 (55+) * ♥♥♥♥
In Tongeren hebben ze al jaren de succesformule voor een massaloopevent: de datum, de medewerking van de stad, de scholen en een serviceclub (Rotary), een actieve atletiekclub en de accommodatie. En als het weer dan nog meezit zoals vandaag, is het volks succes verzekerd. Zelf ben ik niet echt een fervent liefhebber van groots opgezette organisaties, maar voor Tongeren maak ik graag een uitzondering. Ook wel uit eigenbelang. Lopen tussen bekenden en supporters geeft net dat tikkeltje extra om mijn tanende fysieke mogelijkheden op te krikken. Het “corrida”-parcours in de stad spreekt mij ook aan. (Hoewel ik daar verder in dit verslag een flinke kanttekening bij zal zetten).
De namiddag is al een stuk opgeschoten als we op de piste van de Motten op gang worden geschoten. Ik heb een uurtje geleden bij wijze van opwarming het rondje meegelopen in de laatste gelederen van de 5km-loop. Ik vertrek in de buurt van drie andere oude(re) rakkers. Jean-Pierre Immerix vertrekt het snelst maar zal dadelijk terrein verliezen op de eerste klimmende strook. Dat belet niet dat hij hier zijn beste prestatie van het jaar (en zelfs van de laatste jaren) laat optekenen. De twee andere 60-plussers van AC Alken volgen kort achter me. Edouard Pelgrims verraste me in Zepperen maar moet me vandaag laten voorgaan. (Foutje in de uitslag? Ik vind zijn naam niet terug. Maar hij was er wel degelijk, bij de start, aan de aankomst, achter een grote pint in de tent…) Zijn clubgenoot Jos Polders zal straks zijn neus aan het venster steken. We kunnen de benen losschudden op de eerste driekwartronde op de atletiekbaan en krijgen al meteen een ovatie van de supportersscharen bij het verlaten van het stadion. Na 600 meter loopt het geleidelijk omhoog langs de Leopoldwal. Daarna volgen nog twee bultjes, eerst tussen de bomen langs de middeleeuwse muur aan de Elfde Novemberwal en op de brede Eeuwfeestwal. We zijn al 2,5 km ver als de klimmetjes achter ons liggen. Tussendoor hebben we heel wat bochten gerond in de binnenstad, en hier en daar de benen kunnen ontspannen in twee afdalingen. Hoewel, in de lage Maastrichterstraat op weg naar de Veemarkt, is het zoeken naar de snelste en de “voetvriendelijkste” strook: de rijweg op kasseien of de smalle, licht hellende stoepboord in gladde klinkers. De fantasietjes van de stratenbouwers en-ontwerpers hinderen me nog meer in de hoge Maastrichterstraat en in de twee delen van de Hemelingenstraat. Waar de kasseien hier en daar losliggen en er op de rijweg drempeltjes zijn aangelegd. Dat huppelwerk ligt me natuurlijk niet met mijn oude benen maar ook voor de piepjonge Ella Halders (kleindochter van) heeft het wegdek een onaangename verrassing in petto. Ze moet achteraf de EHBO-post opzoeken met een verstuiking. Nu het Rode Kruis-tentje nog vinden…
Ik heb het klimgedeelte in de eerste ronde met een redelijk gevoel afgerond, ook geholpen door een voorzichtige start. Voor het indraaien van de Sint-Truiderstraat is Jos Polders langs me opgedoken. Ik hoop nu in het tweede dalende deel het tempo op te drijven. De afdaling verloopt echter minder vlot dan verwacht. Ik kan net in het spoor van de Alkenaar blijven. Als hij op het vlakke in het Mottenpark zelf moet inbinden, neem ik weer wat voorsprong. Intussen vraag ik me af waar Wim Meyers gebleven is. Die stond daarstraks met zijn viervoeter Guus niet ver van de Moerenpoort. Maar voor het overige geen gebrek aan fans langs de Kastanjewal. Onder meer ex-collega L.L. met familie. Zo zie je nog eens oude bekenden terug. We ronden de vijver om dan via een aantal bochten de terugweg naar de piste in te slaan. De laatste 2 kilometer van de ronde naar de “benedenstad” leveren uiteraard de snelste tussentijden op.
Op weg naar de tweede ronde. De zesde en vooral de zevende kilometer kosten me weer een handvol seconden boven de 5 minuten-grens. Op de stroken met de moeilijke ondergrond volg ik het voorbeeld van de andere lopers die de middenstrook, de rijweg dus, vermijden en de stoepen verkiezen. Ik pijnig mijn spieren nog eens op de laatste klim, op het asfalt van de Eeuwfeestwal. Terwijl ik me afvraag waarom hier eigenlijk de brede ringweg voor ons is vrijgemaakt. Ik merk dat er ook geen verkeer is in de andere richting. Daar is een kartparkje voor de jongeren aangelegd. Ik verneem pas achteraf dat de Tungri Run dit jaar gecombineerd wordt met de autoloze Zondag in Tongeren (of omgekeerd). Voor de tweede keer door de geluidsmuur op de markt. Dat geluid wordt geproduceerd door jonge fans in de schaduw van Ambiorix. Vooral de naam “Sophie” wordt met veel decibels geroepen. Heb ik die daarstraks in de eerste ronde ook niet gehoord? We kronkelen voorbij het Gallo-Romeins Museum en duiken de Kielenstraat in. Ik haal nog eens een loper voor me in en maak me klaar voor de tweede passage in de chicane aan de Moerenpoort. Die dertig meter moeten een van mijn favoriete stukjes parcours zijn in het hele jogginguniversum. Links en rechts weerklinken er “allez Willy”. Hoe ouder, hoe ijdeler…
De afdaling naar de Moerenpoort had ik me in mijn gedachten vooraf sneller voorgesteld. “Confer” de eerste ronde. Dan nu maar op het vlakke het onderste uit de kan proberen te halen. Sophie, de fel toegejuichte jonge dame van de markt, heeft mij intussen ingehaald. Ik probeer aan te haken. Maar aan het einde van de rechte weg van de Kastanjewal, langs de Jeker, heeft ze een aantal meter voorsprong genomen. Modest en Lizzy blijven de gebeurtenissen volgen en zien me met een sierlijke zwier de bocht naar de vijver nemen. “Sierlijk” vind ik het zelf. Of het ook zo overkomt bij de neutrale toeschouwer, is maar de vraag. Hoe dan ook, op karakter haal ik nog een loper in die mij een zeven kilometer geleden was voorbijgegaan. Door de poort naar de piste. Nog zo’n hotspot voor de fans. Oh ja, ook nog een voor mij, mevrouw VDW. Op de piste schakel ik nog een tandje groter. En geraak ik zelfs opnieuw in het spoor van Sophie -Daoust is de achternaam. In de laatste bocht moet ik nog drie plaatsen toegeven. Schrijf het maar op het conto van de jeugdige kracht en snelheid van mijn concurrenten. Ondanks een voor mij uitstekend gemiddelde van 5′ per km haal ik niet het eerste deel van het deelnemersveld. Het niveau ligt hier een stuk hoger dan in Zepperen, blijkt. Mag ook wel als je bij twee loopcriteria wil horen. Wie legt mij uit wat daar de bedoeling of de verklaring voor is? Hoe dan ook, tevreden over mijn prestatie. En een aangename middag beleefd in de Tongerse ambiance. De enige die zeurt is mijn rechtervoet. Die heeft het niet zo begrepen op de klinkers en kasseien van de binnenstad…
(Foto’s: Marie-Paule)