Mielen-boven-Aalst (Challenge hesbignon)
vri 06/05/2022 19.45u * Mielen-boven-Aalst (Challenge hesbignon) * 10,8 km * 00:56:16 * 11,5 * 72/106 * 4/5 * ♥♥♥♥
De loop in de fusiegemeente Gingelom, in het zuidwesten van onze provincie, blijft de enige Vlaamse manche van de Waalse Challenge hesbignon. Het intermezzo met Brustem heeft dan uiteindelijk maar één editie geduurd. De startplaats kan wel eens verschillen. Vanavond zijn we terug in Mielen-boven-Aalst. Organisator Jos Biets heeft zowel de datum als de locatie in de laatste maanden nog moeten aanpassen. De naam van de wedstrijd is wel niet gewijzigd. In de officiële communicatie is er nog altijd sprake van de “Jogging van de drie dorpen”. Hoewel die benaming volgens mij slaat op de loop met start in Buvingen waar er twee andere dorpen in de omgeving worden aangedaan. Veel maakt het niet uit. Zeg “de loop van Jos” of “la course de Jos” en elke hesbignonloper weet wat je bedoelt. Ik sta voor de derde keer aan de start in Mielen. In 2015 was ik er nog op mijn sterkst. Een jaar later had de aftakeling zich al ingezet en moest ik al drie minuten toegeven op mijn besttijd. En moest ik concurrenten laten voorgaan die ik in de vorige jaren nog achter me liet. Ik heb mij intussen al lang geschikt in de onomkeerbare achteruitgang van mijn mogelijkheden. En die realiteitszin heeft mij vandaag zelfs geholpen om een degelijke prestatie neer te zetten.
Ik loop met Mark Geyskens, neofiet op dit parcours, een opwarmingsrondje over de graspaden in een laagstamplantage in de laatste kilometer. Bij het terugdraaien naar de startplaats komen we voorbij café De Bascule waar de duiven worden ingekorfd …en waar Marie-Paule op het terras geniet van een glaasje Cava en een knabbeltje. Maja Van Zand, ook in ons gezelschap, heeft wel zin om bij te schuiven. Maar eerst zal ze nog de golvende 11 km achter de kiezen moeten werken.
We beginnen eraan met een vrij beperkte groep van 106 loopliefhebbers, ongeveer gelijk verdeeld over Vlamingen en Walen. Waarbij de Franstalige landgenoten vooral in de top van het klassement sterk vertegenwoordigd zijn. Voor de start heb ik heb nogal wat geweeklaag van collega’s gehoord over blessures die hen met grote zekerheid zullen beletten een sterke tijd en dito uitslag te behalen. Na de aankomst klinkt het al heel anders…
Na de eerste vijfhonderd meter op gras en aarde en na het nemen van een kort maar steil klimmetje komen we op het beton van de rijwegen in het kleine dorp met de lange naam. Ik pak het rustig aan. Toch maar even in het echt – dat wil zeggen in de wedstrijd – testen hoe de benen reageren na de inspanningen van vorige zondag. Twee wedstrijden op vijf dagen is eigenlijk niets voor mijn oude knoken.
Na 1200 meter verlaten we de bebouwde kom en kiezen we het ruime sop. Dat is het open veld waar alles kurkdroog ligt en er een aangenaam zonnetje schijnt. Romain Uitdebroeks is me daarnet voorbijgegaan, ik richt me voorlopig op Manuel De Haro (enzovoorts, lange naam want Spaans) maar die schuift langzaam van me weg. Noël Heptia heb ik niet gezien, waarschijnlijk van voren. Even later dribbelt Kris Govaerts me voorbij. Hij zou eigenlijk zijn verhaal moeten vertellen want dat zal spannender zijn dan mijn relaas. Voorbij Manuel, weer ingehaald en dan opnieuw voorbij. Vanaf km 3,6 verlies ik beide heren uit de oog. Maar ik heb informatie uit de eerste hand, van de betrokkene zelf. Kris zet zijn opmars verder en haalt Noël in op de klimmende grasstrook na 8,4 km. Onstuitbaar op weg naar zijn eerste podium. Dat doet deugd, na jaren vechten op de Luikse challengeparcoursen. Ik ben intussen bezig aan de eerste lange klim met een mild stijgingspercentage, op een fraai in het groen ingebed onverhard pad. Boven komen we weer op het beton en passeren we aan de eerste drankpost. Dat is overigens dezelfde als de tweede – we maken hier een lus – maar ik tast niet toe. Ik mag dan wel als laatste in mijn leeftijdsklasse onderweg zijn, dat doet niets af aan het prettig loopgevoel dat vanavond mijn deel is. Ik kan makkelijk mijn tempo handhaven en ook op de lange helling Op den Wayen Berg tot 3% val ik niet stil. Meer nog, ik ben daarnet de zwaar hijgende Romain Uitdebroeks voorbijgegaan en kan mijn klassement dus met een plaatsje verbeteren (voor wat het waard is…) De zesde en de zevende kilometer zijn voornamelijk dalend. Ik ben daarnet twee jongemannen voorbijgegaan maar blijf op respectabele afstand van Christian Gerard en Marc Buttiens die ik nu al kilometers voor me zie. Zij zullen op het einde wel meer voorsprong nemen. Ik krijg aanmoedigingen van een man die ik vanwege sterk tegenlicht niet kan identificeren en dus niet nominatim kan bedanken. Voor het overige heerst hier alleen stilte, alleen onderbroken door een enkele radio van een parcourswachter. Hier en daar staat een seingever (of twee om de eenzaamheid tegen te gaan…) die wat op zijn smartphone tokkelt. Werk is er niet met dank aan het verbod op autoverkeer in het veld. (Waarom mag dat in Riemst eigenlijk wel?) De ruilverkavelingswegen zijn mooi afgezet met plastic hekken. Jos heeft dat goed geregeld, ongetwijfeld met steun van de gemeente.
Een scherpe bocht aan km 8,3 kondigt het laatste deel van het parcours aan. Een lange klim op gras richting het dorp. Of beter richting een loods te midden van de boomgaarden. De klim bezorgt me echter minder last dan mijn rechtervoet. Het euvel heeft zich de laatste weken enkele keren gemanifesteerd. Elke bocht – en dat zijn er wel wat in de laatste anderhalve kilometer – bezorgt me pijn. En de hobbelige doortocht langs en tussen de laagstamboompjes maakt het er niet beter op. Ik verlies er nog enkele plaatsen aan snellere finishers . De enkele honderden meters op het beton en asfalt brengen weer wat soelaas. In de laatste rechte lijn op het voetbalveld van Gravelo B duikt de pijn weer op. Wel kan ik nog een loper remonteren, ook al is dat ten koste van een opspelende hamstring. En zo verstoren die kleine en grotere fysieke ongemakken toch nog deze mooie loop.
(Foto’s: Google Maps, Marie-Paule, supportersclub AC Alken)