Corrida Warnant-Dreye
vri 15/07/2022 19.15u * Corrida Warnant-Dreye (CLAP) * 9,2 km * 00:48:01 * 11,5 * 38/56 * 2/2 * ♥♥♥
Ik trek met een bezwaard gemoed naar Warnant, ten noorden van Hoei. Ik was hier enkele maanden geleden ook al, toen in een wedstrijd van de Challenge hesbignon. En vooral, toen in het gezelschap van Servais Halders. De mogelijke hitte had me vooraf ook al doen twijfelen over starten of niet. Maar voor de middag is de temperatuur best aangenaam en besluit ik toch de verplaatsing naar de zuidelijke Hesbaye te ondernemen. De zon komt tijdens het inlopen dan wel door de wolken priemen maar zal op het late vertrekuur zijn felste kracht verloren hebben.
Het is niet echt de grote toeloop aan het “chapiteau”, de tent in de buurt van de rotonde waar het dorpsfeest plaats vindt. Toch zie ik heel wat bekenden in het peloton van 123 eenheden (voor de twee wedstrijden). Twee Limburgers slechts, twee Riemstenaren, Bert Ernest en uw dienaar. De lus zou (met nadruk op de voorwaardelijke wijs) 2,5 km lang zijn. Vier rondjes dus. We halen uiteindelijk net de 9 km. Niet dat ik er nog een rondje had willen bijdoen… zoals dadelijk uit mijn verslag zal blijken. Na de verkenning houdt het parcours geen geheimen meer in. Ik heb met verwondering en bewondering gekeken naar de grote (vierkants)hoeven in het dorpje. Tijdens de wedstrijd zelf zal ik al mijn energie nodig hebben om mijn tempo vast te houden en zal ik het decor noodgedwongen uit het oog verliezen.
Dat ik vanavond niet de beste benen heb is me tijdens het inlopen al duidelijk geworden. Ik mag alleen hopen op verbetering in de loop van de wedstrijd. Maar dat zal niet gebeuren… Ik vertrek dan ook niet te fanatiek maar loop toch met voorsprong mijn snelste tijd in de eerste lus. Mijn derde ronde zal de traagste zijn, het klassieke patroon dus. Ik ben in de eerste meters voorbij Raymond en Julien Jungbluth gegaan. Julien is het neefje van mijn categoriegenoot Raymond. We mogen het vandaag onder ons tweeën uitvechten bij de veteranen 4. Toch wel gek als je bedenkt dat de ene er een verplaatsing vanuit Riemst en de andere vanuit Welkenraedt voor over heeft. Na de U-bocht voor het Château d’Oultremont zie ik de snellere lopers (en dat zijn de meesten) passeren en kan ik me een idee vormen van de ravages na nauwelijks 1,4 km. Ik begin maar meteen aan de tweede ronde (schiet dit verslag ook wat op) . Ik ga voor de tweede keer voorbij de juffrouw met de camelbag en het klotsende water. En stel vast dat de eerste klim op het mooie asfalt van de Rue Joseph Wauters me het beste ligt. De afdaling op het hobbelige asfalt is al wat minder comfortabel. Dan is het uitkijken naar de scherpe en plotse bocht naar links. We komen dan op een van de smalle gebetonneerde paadjes tussen de weiden, het meest markante kenmerk van deze corrida. Ik maak me smal als snellere lopers voorbij willen, bijvoorbeeld de toppers die mij al in de derde ronde inhalen. Na de leuke doortocht tussen enkele huizen aan de Rue Wérihet doemt de tweede klim van de ronde op, die naar het kasteel. Het grove beton en de hellingsgraad geven mijn tempo een flinke knak. Ook de volgende vergelijkbare helling op de Rue Feron kan me niet bekoren. Wat zeg ik, dwingt me tot de zwaarste inspanning van het rondje. Bij de tweede doortocht aan het kasteel heb ik gemerkt dat Raymond Jungbluth aan zijn achterstand aan het knabbelen is. Hoe zal dat aflopen? Ik zal het te weten komen in de laatste ronde.
Halfweg. Even voorbij de kerk gaat senior Julien Jungbluth me voorbij. Onder impuls van zijn oom heeft hij in de coronatijd het joggen ontdekt. Hij heeft nog heel wat marge dus. Die heb ik niet meer en al zeker niet vandaag. Het blijft werken. Voor ons volgt een loslopende hond ook het parcours. Maar aan de scherpe bocht naar het pad zonder naam verkiest hij de weg rechtdoor. In die derde ronde zie ik aan de boom voor het kasteel ( de U-bocht) de broers Renard voorbijstuiven. De “kleine” Clément die een indrukwekkende groeischeut heeft gekregen, in het spoor en aangemoedigd door zijn (veel) oudere broer. Ze bezetten plaats 4 en 5. Door het vele draaien en keren, vooral bij de richtingveranderingen op de smalle betonpaden en op de rotonde, is mijn rechterhiel weer beginnen op te spelen. De scheve betonplaten en het ongelijke wegdek van de afdaling aan het kasteel en de laatste hectometers op het pad voor de finish maken het er niet beter op. Laatste ronde. Ik hoor zwaar voetengekletter op de afdaling van de Rue du Siège in de dorpskern. Ik wil al plaats maken tot ik plots hoor: “ça va Willy”. Daar is Raymond Jungbluth. We klauteren samen naar de top aan het kasteel waar een van de medewerkers het roodwitte lint al aan verwijderen is. Niet te snel, mijnheer. Er volgen toch nog altijd een kleine twintig lopers achter ons. Raymond blijft achter me op de smalle paadjes. Ik probeer het tempo op te drijven of minstens strak te houden. Het levert me de tweede snelste rondetijd op. Dat wel, maar voor de eerste plaats heb ik geen antwoord op de versnelling van Raymond in de laatste meters. We kunnen nog net een overstekend meisje met een stapel lege drankbekertjes vermijden en finishen in elkaars spoor. Het verschil: 3 seconden. Bij de veteranen 3 is het scenario identiek: Nicolas Bynens loopt de hele wedstrijd op kop maar verliest de prijs (als die er al is) in de de laatste rechte lijn.
Er zijn geen douches (minpunt voor de Challenge Cours la Province). Ik houd het bij een snelle verfrissingsdrank onder de tent. We zijn snel weer thuis. Nu gaat de riem er een weekje af.
(Foto 1: Google Streetview. Foto 2: Marie-Paule.)