Visé La Zatopek
zon 22/01/2023 10.30u * Visé La Zatopek en Famille * 10km * 00:54:53 * 11 * 78/179 * 2/4 * ♥♥♥
De natuurelementen blijven de hoofdrol opeisen in de loopwedstrijden van de laatste weken. Was het vorige week de wind, is het nu de sneeuw die ons in haar greep houdt. Ik vertrek dan ook met vele twijfels naar buurstad Visé ( ja, ja, Riemst grenst – even – aan Visé) en zou waarschijnlijk thuis gebleven zijn als ik al niet ingeschreven was. Mijn laatste training in de sneeuw rond Alden Biesen had de alarmsignalen voor dreigend gevaar doen knipperen. Als dat nog nodig was na een zware valpartij en bijhorende armbreuk op het witte tapijt van Caestert jaren geleden.
Overigens ben ik voor het eerst sinds lang in mijn eentje onderweg. Marie-Paule wordt in Tongeren verwacht en mijn loopmaat van de laatste weken Jean-Pierre Immerix heeft te veel last van zijn linkerknie. Mijn achterbuur Martin Kossig is wel al ter plaatse en heeft weinig geruststellend nieuws over de staat, meer bepaald de gladheid, van de wegen rond het voetbalstadion van Visé, de plaats van vertrek. Een andere Riemstenaar Claude Herzet, die ik hier had verwacht als kersvers veteraan 4, is in geen velden en wegen te bekennen. Ik zocht Claude maar vind Julie. Zijn zus met wie ik vluchtig kennis maak na de wedstrijd. Er staan hoe dan ook minder dan de helft vertrekkers aan de start in vergelijking met vorig jaar. Merkwaardig is wel dat het erg druk lijkt aan de tafels voor de daginschrijvingen.
Na een verkenning van de eerste en laatste kilometers vertrek ik met de vaste wil om elk risico te schuwen en in de eerste plaats mijn tempo aan te passen aan de staat van het wegdek of ondergrond. Na een honderdtal meter loop ik min of meer per toeval achter mijn categoriegenoot Luc Hilderson. “Die zal ik dan maar blijven volgen”, schiet het door mijn hoofd, en ik pas al meteen mijn tactiek aan. Luc zal wel mijn voornaamste concurrent worden in mijn categorie. Nicolas Bynens, nog een prille veteraan 4, is veel te sterk en neemt bij afwezigheid van Servais Halders, de rol van topfavoriet over. Hij eindigt 39 plaatsen en meer dan 7 minuten voor me. Nicolas kennende, zal hij zich niet door angst hebben laten tegenhouden. In het peloton van warm ingeduffelde lopers is mij – en mij niet alleen – een jonge dame opgevallen in korte broek en t-shirt. “Die zal zich wel warm lopen” veronderstellen we. Maar in de afdaling van de Rue de Mons na nauwelijks een halve kilometer ga ik haar al voorbij. Brrr…
We zijn bezig aan het eerste deel van deze 10 km op het parcours van de laatste jaren dat uitgetekend is op de hoogten boven de Maasvallei. Deze eerste 3,5 km lopen over verharde wegen. Maar die kunnen nu net door het autoverkeer glad zijn. In de tweede kilometer wordt het tempo dan weer gebroken door de vele bochten en smalle doorgangen vlak langs het stadion. We trekken voor de tweede keer een diagonaal over het rugbyveld en slaan opnieuw de Rue des Trois Rois in. Ditmaal om rechts af te slaan naar een woonwijk. Enkele plaatsen voor me zie ik Vincent Crasson, vaak in mijn buurt te vinden in de Challenge L’Avenir. Meestal klop ik hem. Zoals ook vandaag, want eenmaal in het onverharde deel verdwijnt hij achter mijn rug. Op de Allée des Pâquerettes moet ik sneller keren en draaien dan aanvankelijk mijn bedoeling was, om in het spoor van Luc Hilderson te blijven. Nu en dan, als mijn tempo toevallig wat hoger ligt, ga ik hem even voorbij. Ik schuif tot twee keer weg op de gladde autosporen. Gelukkig blijf ik overeind. Luc ziet het voor zijn neus gebeuren en zal denken dat hij met zijn trailschoenen de juiste keuze heeft gemaakt. Ik heb bewust mijn gewone schoenen aangehouden om mijn voeten te sparen, vooral in het derde en vierde deel van de loop. Die indeling in vier delen is overigens ontsproten aan mijn fantasie en gebaseerd op de ervaringen van vorige jaren.
Voor alle duidelijkheid, ik bevind me nu in het tweede deel. Nog steeds in het gezelschap van Luc. Voorlopig dan toch, want op een van de korte hellingen kan hij mijn tempo niet meer volgen en neem ik snel afstand. Die zal overigens aan de streep niet meer bedragen dan 1’10”. We lopen nu in een soort groene gordel hoog boven de rechteroever van de Maasvallei. Door twee fruitplantages, over mooie dreven tussen bomen, in een bosje, langs een oorlogsbunker, over trappen, met rechts even een panoramisch zicht op de Maasvallei. Van dat zicht kan ik niet echt genieten, de hobbelige, besneeuwde en/of beijzelde wegen en paden eisen alle aandacht op. Ik hou de beschrijving kort. Wie meer wil weten kan terecht in mijn vorige verslagen. In elk geval, dit is een fraai en afwisselend stukje parcours. Het peloton is intussen flink uitgedund nu de 6km-lopers ons verlaten hebben aan de Loreto-kapel. En tussen haakjes – of juist niet tussen haakjes – ik ben niet slecht bezig, tenminste dat vind ik zelf.
De bevoorrading – niet nodig, ik vang wel wat sneeuwvlokjes op met mijn tong – en de eerste huizen van Richelle luiden het derde deel in. Op asfalt tussen de huizen en voortdurend klimmend. 1,8 kilometer door het dorp en eindigend tussen de boomgaarden. Die klim ligt me wel. Ik laat hier nog twee collega’s achter me: een jong manneke (dat ik overigens niet in de uitslag terugvind) en een veteraan 2 (vermoed ik) die zoals ik zijn optimale bedrijfstemperatuur heeft bereikt en ook zijn handschoenen heeft uitgetrokken. Vorig jaar moesten we op het voetpad blijven. Dat is nu onbeloopbaar. Maar de parcoursbouwers hebben voor kegeltjes op de rijweg gezorgd zodat deze passage een tikkeltje sneller wordt. Op de laatste steilere strook haal ik zelfs een betere kilometertijd dan in het eerste stuk.
Ik heb intussen de linkse bocht genomen aan km 6,6 en ben zo weer op de terugweg naar de Rue de Berneau in Visé. Die ligt in de verte ongeveer recht voor ons. Dit vierde deel zal bepalend zijn voor mijn gemiddelde. Nu gaat het bijna in rechte lijn naar de finish op precies km10,0. Volgens mijn Garmin-gegevens. Onthou het bijwoord “bijna”. Mijn snelheid schommelt rond de 5’15”. Dat is gezien de omstandigheden een mooi gemiddelde. Je verbruikt sowieso meer energie op de gladde wegen – vanwege de kleinere passen en de opgespannen rug – en je moet bovendien alert zijn voor gladde plekken. Ik ben dubbel voorzichtig op de hobbelige ijskorsten en de vertrappelde stroken. Ik nader heel langzaam op de man voor mij. Aan kilometerpaal 8 (hier vertegenwoordigd door een signaalgever) worden we rechtsaf gestuurd. De man voor me maakt plaats om me door te laten op de smalle veldweg. Dan herken ik hem pas. Het is Eric Joway met wie nog enkele woorden heb gewisseld bij de opwarming. Hij is blij dat hij weer tussen zijn vrienden-lopers is. Na een lange onderbreking door knieperikelen. Toch dringt een operatie zich op. In afwachting van een prothese kan hij dan toch nog altijd een flink tempo aanhouden. Even terug naar daarnet. Wie heeft de “bijna” van zo’n tien zinnen geleden onthouden? Ik wel. En ik laat me dus niet meer verrassen zoals vorig jaar. Nu heb ik de moeilijke passage op de oplopende hobbelige veldweg wel ingecalculeerd. Niet dat ik er echt snelheid kan maken. Door de verse sneeuw heb je het raden naar het beste spoor. Eric doet nog een poging om me te volgen (vertelt hij me later in de kantine) maar moet me laten gaan. Op het laatste bultje voor we weer op de rechte weg naar de finish uitkomen, sta ik zo goed als stil. Jeff (of Alexys) gaat me nog voorbij en laat me meteen achter. In de resterende 1,7 km schakel ik weer over op de hoogste versnelling. Maar één voet blijft in de buurt van het rempedaal. Ik hoor de achtervolgers maar kan ze, enigszins onverwachts, toch achter me houden. Zelfs bij de derde passage op de vertrappelde middenstrook van het rugbyveld moet ik tot twee keer toe een snok geven aan het tempo. Over de streep. Daar blijkt Martin Kossig maar een dikke minuut voor me geëindigd te zijn. Dat noem ik een succes, zoals mijn gemiddelde en mijn plaats, ruim in de eerste helft van het peloton. Er daalt een gevoel van tevredenheid over me neer. En van opluchting , want zonder ongelukken aan de finish.
Ik ben opgelucht dat ik niet op het hoogste schavotje moet kruipen. Jammer genoeg blijft het ook leeg nu Nicolas al terug naar Juprelle is. Luc Hilderson is wel gebleven om zijn mega Chimay in ontvangst te nemen. De podiumceremonie wordt afgesloten met de huldiging van de enige veteraan 5, Henry Hardy, op weg naar de tachtig. Hij springt gezwind op het hoogste trapje in zijn loperstenue, nog altijd met opgespeld rugnummer. Het warme applaus voor Henry is meteen de afsluiter van de Zatopek. Voor mij dit jaar “sans famille”. Ik neem afscheid van de twee Gemslopers uit Diepenbeek, Erik Thoonen en Patrick Vanaken, met wie ik de tafel heb gedeeld in afwachting van de prijsuitreiking. Dan gaat het huiswaarts over open wegen.
(Foto 1: Serge Pescador, Foto 2: Erik Thoonen)