Haneffe

zon 29/12/2019 10u30 * Jogging des Templiers Haneffe * 11,4 km * 00:56:50 * 12 * 151/362 * 1/4 * ♥♥♥♥

We zijn op weg naar Haneffe voor de klassieke afsluiter van het seizoen, le Jogging des Templiers. De Tempeliers waren hier van de dertiende tot het einde van de achttiende eeuw. De joggers zijn veel later gekomen maar wel met veel meer. Ik kan chauffeur Jean-Pierre Immerix met enige moeite overtuigen de snelste – en dus niet de kortste route – te nemen over Luik. In de sporthal maken we kennis met de schepen van Sport en Financiën (van de fusiegemeente Donceel) Caroline Vroninks. De naam klinkt Limburgs. De dame is het ook, afkomstig van Hasselt. Naast haar aan de inschrijvingstafel zit burgemeester Philippe Mordant die dadelijk de korte wedstrijd zal lopen. Voorts zie ik veel vertrouwde gezichten van de vier challenges van Luik. Alleen die van de Avenir zijn in Verviers (of Herve, of Visé) gebleven. Op éen man na, Eric Joway, die zo te zien hier ook een officiële functie heeft. Ik zie na lange tijd nog eens Alain Waerts. Hij is hier in de eerste plaats als begeleider van zijn zoon, Dave. Na nauwelijks een klein jaar training al meteen derde veteraan 1. De eerste plaats is echter duidelijk voor Jo Vrancken, nog een oude bekende die ik na maanden nog eens tegen het lijf loop.

Haneffe 1


Het weer is zonnig maar koud. Ik houd zelfs mijn lange trainingsbroek aan. De beste plaatsen zijn al bezet als ik me met Jean-Pierre naar de startlijn begeef. En dus vertrekken we ongeveer in het midden van het pak, meer dan 600 eenheden sterk. Twee rijen voor me herken ik Michael Gyen, collega-blogger onder de naam Running-Mike. Vele jaren jonger en een klein minuutje sneller. Even na de eerste linkse bocht, na een vierhonderdtal meter, krijg ik de ruimte om mijn wedstrijdtempo te ontwikkelen. “De schade” door het gedrum in de eerste hectometers bedraagt zo’n 20 seconden, schat ik. Ik groet Michel Mancini en Bert Ernest even in het passeren en begin dan aan de achtervolging op Mario Smolders. Ik heb de man in het fluogeel in de verte gespot en wil snel naar hem toe. De respectievelijke conditie van de kleine uit Riemst en de grote uit Sint-Truiden zal dan wel uitwijzen hoe lang en of we samen blijven. We zijn bezig aan de lus in noordelijke richting naar en in Limont. Was de eerste kilometer licht dalend dan krijgen we al een lichte stijging te verwerken op weg naar Limont. Dat belet me niet om hier de op één na snelste kilometer af te leggen. Ik leg er meteen de pees op, u weet waarom. Christine Cordier loopt me nochtans gezwind voorbij. En bepaalt meteen de grenzen van mijn vermeend hoog tempo. Op een holle weg linksaf klimt het stijgingspercentage even tot 5%. In de bebouwde kom van Limont biedt het parcoursprofiel weer een mooie gelegenheid om ruim onder de 5’/km te blijven. Ik ben intussen naast Mario gekomen, tijd om even gas terug te nemen. Maar Mario kan ditmaal zijn stevig aanvangstempo niet volhouden. “Pijn in de kuiten, te veel kilometers in december” geeft hij me meteen mee als verklaring. Even verder wordt mijn jachtinstinct opnieuw aangewakkerd, nu door Marcel Baeckelandt. De “Run-essence”loper krijgt volgend jaar ook een nieuwe voordeur en een nieuw label “veteraan 3”.

Haneffe 2

Ik denk even terug aan mijn eerste lopen in het Waalse land toen ik Marcel meestal in de slotkilometers bij de lurven vatte, maar wel veel verder voorin het peloton. Ik haal Marcel in op de verbindingsweg tussen Limont en Haneffe die we daarnet in tegengestelde richting hebben afgelegd. Overigens een van de mooiste stroken van het parcours. Ik ben daarnet ook een koppel vader-dochtertje voorbijgegaan. Bezig aan de laatste kilometer van de korte loop, vermoed ik. De vader jaagt het brave kind zo op dat het enkel nog een hartverscheurend gejammer kan uitbrengen. Ze kan of mag zelfs haar losgekomen veter niet vastmaken. “On ne court pas pour le plaisir?” zeg ik langs mijn neus weg tegen Marcel. Ik heb hier ook een “déjà vu” ervaring: ik krijg Carlos De Almeida in het vizier op hetzelfde punt als vorig jaar. Carlos zal dadelijk rechtdoor lopen, recht naar de aankomst van de korte loop. Na 4,6 km draaien we linksaf, voor de tweede grote lus rond Haneffe, nu eerst in zuidelijke richting.
Tijd voor een tussenbalans. Die positief uitvalt. De derde wedstrijd in drie weken, na mijn baisse (om het in beurstermen te zeggen) in november, heeft me net de boost gegeven om weer mijn competitieritme terug te vinden. Nu begint het serieuze werk. Zo denken ook een aantal lopers die me hier inhalen en achterlaten. De eerste kilometers hebben de frisheid van lijf en leden al licht aangetast, de hellingen worden steiler en langer. De eerste langere helling komt eraan als we de dorpsstraat, de Rue Caquin, verlaten. We hebben net twee korte, stekelige bulten moeten overwinnen. Genoeg om het tempo op de vlakke betonwegen van het dorp te breken. Maar ik zit meteen weer in het ritme om de holle rijweg naar het plateau aan te vatten. Op de lange rechte weg tussen de velden – het dorp ligt in de vallei rechts – zit er veel beweging in de sliert lopers. Ik haal hier enkele collega’s in maar word op mijn beurt voorbijgestoken door mannen (de betere vrouwen lopen voor me) die de eerste lus als opwarming hebben aangepakt en hun beste krachten aanspreken in het zwaardere gedeelte van de loop.
De posities blijven overigens wisselen tot diep in de finale. Ze zullen me meer plaatsen kosten dan opleveren, heb ik zo het gevoel. Op het einde van de Rue Adelson Falize (de naam is te mooi om niet te vermelden) draaien we naar rechts. Aan een van de zeldzame huizen hier op de hoogte – in een flinterdunne nevel op de weidse vlakte – volgen de warm ingeduffelde bewoners de voorbijtrekkende stoet lopers. Na een stukje vlak krijgen we een afdaling op (weer) een holle weg, tussen de bomen. Dat duurt… tot het weer omhoog gaat. Maar het blijkt slechts een knobbeltje te zijn in de afdaling. Maar moeilijk genoeg om weer enkele plaatsjes te verliezen, aan een man met felgele stretchkousen en een loper die ik wel met naam en toenaam kan noemen. Eddy Vanhoof, van Begijnendijk (“70 km rijden, dat is toch niks”) met wie ik een babbeltje had na de natuurloop in Lier. Eenmaal we het dorp en enkele imposante boerderijen achter ons hebben gelaten gaan we op zoek naar het beekje. Maar het golft hier voortdurend op en af. Ik mag hier al verscheidene keren geweest zijn, het vals plat verrast me toch weer. Oei, opletten, een ijsplek vlak voor we het pad langs het riviertje indraaien. Ik hou me gelukkig staande en gooi mijn armen in de lucht om mijn achtervolgers te verwittigen . 700 meter onverhard op een “single-track”, eerst lichtjes glibberig langs het riviertje, dan door een donker pad tussen de bomen. Kijk, hier komt mijn bril van pas. Ik verlies hier enkele plaatsen, in het begin zelfs bijna mijn evenwicht. Stel je voor dat ik in de Yerne gesukkeld was, een bijrivier van de Jeker. Wie kent er nog een bijrivier van de Jeker? Een goed antwoord levert je een derde van mijn prijs bij de veteranen 4 op. Zijnde een flesje Val Dieu. Bruin, blond of tripel, naar keuze. Het pad is wel mooi als trainingsroute, maar minder aangenaam als je wordt opgejaagd door opkomende lopers achter je rug. Na 9,2 km volgt dan de laatste en de langste klim van de dag. Hoogste stijging 3,2%. Best doenbaar, tenminste als je de opeenvolging van hellingen in de vorige kilometers goed heb verteerd. “De moral” (goed Nederlands: het moreel) heb ik zeker nog. Ik kijk vooruit en probeer de resterende klim in te schatten en wie weet mentaal klein te krijgen. Maar ik zie dat Eddy en de “gele stretchkous” al een eind verwijderd zijn. Dat trucje werkt dus niet echt. Mijn eigen tempo kan ik wel handhaven. Conditioneel ben ik er weer helemaal bovenop, zoveel is zeker. Na de bocht, als je denkt dat je boven bent, ligt er een nieuwe bult te wachten. Nog even doorduwen. “Courage Monsieur” zegt een lichtjes corpulente man die me inhaalt. Ik antwoord met een knipoog. Dan de afdaling naar de Commanderie van de Tempeliers. Een duo zet hier een nieuwe versnelling in. Dat hebben ze al enkele keren gedaan om zich nadien weer te laten uitzakken. De bedoeling is blijkbaar het “fractionneren” van hun loop/training. Dat woord valt alleszins tijdens hun conversatie, waarvoor ze dus ook nog tijd hebben. Ik krik het tempo weer op maar voel dat het vorig jaar sneller ging. Maar toen zat ik achter Claude Herzet aan. De strijd met onbekenden is minder opwindend. Ik tel drie fotografen langs de kant. Als die nu nog het briljante idee zouden hebben hun foto’s te publiceren op een “open” platform… De bocht naar de “Ferme Schalenbourg”, de passage door de schaapsstal (hier leven 250 “mamans”, volgens de herderin) en dan een grasveld dat ik vorig jaar beschreef als een “mollenweide”. De mollen zijn dit jaar niet actief. Wel actief is Dominique Bertrand, de parcoursbouwer. Hij heeft nog een “specialleke” voorzien. Aangezien er geen modder is heeft hij een lint gespannen langs het vlakke (eigenlijk hobbelige) gedeelte van de weide en moeten we door een kuil, eerst scherp bergaf en daarna even scherp bergop. Kort en krachtig. De nieuwigheid is ook de fans niet ontgaan. Ze wachten ons op aan het klimmetje. Ik heb dat strookje gelukkig goed verkend en heb uit voorzorg mijn (op korte afstand vervormende) bril afgezet. Nu lijkt de kuil niet zo diep. Na een goede honderd meter “cross” komen we weer op een goed beloopbaar pad. Alleen heeft “espoir” Gilles Stasse me een plaatsje ontfutseld. Tussen de rijen toeschouwers, waaronder Marie-Paule, ronden we de laatste 200 meter.

Haneffe 3


De prijsuitreiking wordt geleid door Alain Woolf. En dat is een geruststelling voor wie, zoals ik, zich met bang hart afvroeg hoe het hem zou vergaan na zijn zware gezondheidsproblemen van de laatste jaren. De organisatoren weten hoe ze hun talrijke deelnemers kunnen verwennen met hun gulle prijzenpot. Ik heb de laatste gelegenheid te baat genomen om de eerste plaats bij de veteranen 4 in te palmen. Volgend jaar krijg ik onder meer af te rekenen met Noël Heptia, mijn vaste podiumgezel in het begin van mijn Waalse escapades en vandaag 2 minuten en 30 plaatsen voor me. Noël voelt zich thuis in Haneffe. Hij is afkomstig van het naburige Viemme. Als jongeman was hij hier actief bij basketbalclub Haneffe. In het cafetaria hangt nog een foto van de jonge gloriën. “Die zou ik wel eens willen zien!” laat ik vallen. De oud-secretaris van het team, nu nog altijd actief in de organisatie van de jogging, haalt de foto meteen uit het cafetaria. Een mooi tijdsdocument! Ik graai ook nog een tombolaprijsje mee. Het grote lot valt Bruno Broos te beurt. Nu rest alleen de vraag wie de stofzuiger zal moeten bedienen: Bruno of Nadine? Tijd om terug naar Limburg te vertrekken. Jean-Pierre kiest voor de vertrouwde route over de Chaussée Verte. Van flitspaal tot flitspaal gaat het naar de Hoeise Kassei. Tongeren, Heukelom en Veldwezelt glinsteren onder de winterzon.
Tenslotte en vooral: voor de trouwe, of toevallige, lezer, een gezond 2020!

(Foto’s Marie-Paule. Foto 1: De rijkelijke prijzen”kast” van Haneffe. Foto 2: Zonder commentaar. Foto 3: Noël Heptia, de jongeman met het nummer 21, in het basketbalshirt van RBC Haneffe, wordt volgend jaar 70.)