Bilzen Offroad
zon 23/02/2020 14u * Bilzen Offroad * 14,9 km * 01:26:18 * 10,4 * 94/181 * ==/== * ♥♥♥
In het stille seizoen als de wedstrijdkalender nog nauwelijks gevuld is moet een mens wel eens een ongewone keuze maken. Bijvoorbeeld Bilzen offroad, dit jaar aan zijn vijfde editie toe. Kort bij huis, in een aantrekkelijk landschap en in het gezelschap van enkele Mergellopers, dan durf ik zelfs in een trail starten. Ik ben me perfect bewust van wat me te wachten staat: hellingen en… modder. De hellingen ben ik al in competitie of op training opgeklauterd, in de modder heb ik veertien dagen geleden nog geploeterd bij een verkenning. Een nieuw paar trailschoenen moeten me helpen me staande te houden in de natte weiden rond Alden Biesen.
En misschien kan ik er met een tempo tussen wedstrijd- en trainingssnelheid nog een aangename sportieve middag van maken. Een streeftijd vooropstellen is moeilijk. Hoeveel zal de afstand uiteindelijk bedragen? De 13,8 km van vorig jaar of de 14,8 km die dit jaar officieel wordt gecommuniceerd? De organisatie heeft het heel precies uitgerekend. En dat is in het circuit eerder uitzondering dan regel. Overigens zijn er deelnemers die niet op een kilometertje meer of minder kijken. Roel Jacobs van Millen loopt zelfs de twee afstanden. Maar die heeft hogere doelen.
Ik hou sinds gisterenavond de wedstrijdsite in de gaten. Hoe verder de zondagvoormiddag vordert, hoe groter de kans wordt dat we effectief zullen mogen starten. Want de stormen kiezen de laatste weken telkens de zondag uit om ons het leven zuur te maken. De carnavalstoeten moeten zich uiteindelijk gewonnen geven, maar de lopers zetten zich schrap. Met meer dan 300 (in de twee afstanden) zullen we uiteindelijk op pad gaan. En kunnen we het miezerige sfeertje aan het Sportpark De Katteberg achter ons laten. In de kantine heb ik ook niet veel animo kunnen bespeuren. Maar dat hangt misschien eerder van mij af. Ik zie hier nauwelijks bekenden. Ik loop al niet te veel Limburgse wedstrijden en al helemaal geen trails. Kijk daar, een Waalse collega. David Foldesi is hier met enkele vrienden en doet het meteen uitstekend in het verdronken Limburgse land, twaalfde. We staan met vier Mergellopers op een kluitje bij elkaar voor de start. Marc Castermans achter me zal ik pas na de aankomst terugzien. Hij heeft de euvele moed gehad zonder trailschoenen van start te gaan en betaalt daar de prijs voor. Nauwelijks een zinnetje in dit verslag. Dat geldt ook voor Pascal Goessens. Ik merk mijn familielid pas ’s avonds laat op, in de uitslag. Ludo Ramakers en Daniël Nassen zijn sneller weg dan ik. Dat was te verwachten. Maar door het vele draaien en keren in de eerste kilometer moet ik al meteen ver vooruitkijken om een glimp op te vangen van mijn twee clubgenoten. We zijn begonnen aan een eerste lus van 2,5 km. Eerst een grasstrook langs het rusthuis, dan een halve ronde in het park van Haffmans, een klimmetje op kasseien en… dan staan we stil. Of zo goed als. We worden een steile en smalle trap opgestuurd waar het peloton strop zit. Het is meteen het makkelijkste stuk van het hele parcours. Het kost mij wel meer dan 7 minuten in kilometer 2. In de afdaling van de Borreberg wordt mijn tempo geremd door trappen. Ik zal wel ongeveer de slechtste “trappendaler” van het peloton zijn. Of toch niet, een dame in mijn buurt, is al even stuntelig. Een stevig klimmetje naar de Tabbaert en een afdaling op asfalt brengen ons terug in de buurt van het park. In dit laagland wordt de ondergrond stilaan zompiger. En als we dan nog even een verharde strook voor de voeten krijgen is het de Leterberg met percentages tot ruim boven de 5%. Het tempo zakt weer onder de 10km/uur.
Mijn twee clubmaten hebben nu echt het ruime sop gekozen. Aan een rechtse bocht in het veld kan ik Daniël nog een laatste keer spotten. Zijn opvallende witte trui is daarbij wel een visuele steun. Ludo loopt in anoniem zwart en kan zo nog makkelijker uit mijn gezichtsveld verdwijnen. Nu, wit of zwart tenue, Daniël eindigt drie minuten voor me en Ludo doet daar nog vier minuten vanaf. De conditie, het talent en de leeftijd liegen niet op dit parcours. We zijn nu voor een viertal kilometer onderweg op slijkerige paden. De trailschoenen doen hun werk en houden me recht in de blubber. Maar in de afdalingen blijft het opletten geblazen. Ik zie Liesbeth Steimes heen en weer schuiven. Dat komt ervan als je het lot wil tarten met gewone loopschoenen. Frank Poesen is in hetzelfde bedje ziek. Ik ga hem voorbij iets achter de vlonder, in de buurt van Alden Biesen. Aan km 7 komen we plots uit aan het voetbalveld van Rijkhoven. Ik merk nog net fotograaf Ronald Hacken op. Hij houdt zich schuil onder de achterklep van zijn auto. We krijgen weer even vaste grond onder de voeten op een betonstrook richting Kasteelstraat. Maar nu houdt een vervelende klim de benen weer tegen. We steken de rijweg over. Ook hier zorgen vrijwilligers weer voor onze veiligheid. Dat hebben de organisatoren allemaal prima voor elkaar. En zeker op zo’n lange ronde. Eén ronde van bijna 15 kilometer, dit moet een unicum zijn in het Limburgse joggingwereldje. We maken een bocht voorbij het kasteel van Alden Biesen. Eerst weer omhoog waar een jonge man die me inhaalt mij en passant ook nog tactisch advies meegeeft. “Doseren, doseren, doseren”. Ik doe niets anders, beste vriend. Alleen jammer dat ik geen gevoel van snelheid ervaar. Na een brede afdaling komen we uit tussen de weiden rond Alden Biesen. Ik heb hier een vrij uitzicht op de volgende kilometer. Ik kijk nog eens vertwijfeld rond of ik in de verte geen wit shirt herken. Dat van Daniël dus. Daar misschien? Maar neen, het zal wel een hallucinatie zijn. Tijdens de passage op de houten constructie blijf ik braafjes in het spoor van een duo. Op de Maastrichterallee ga ik hen even voorbij maar voor we boven zijn, word ik door de twee weer netjes op mijn plaats gezet.
Bevoorrading aan het Apostelhuis. Volgens mijn Garmin net niet het hoogste punt. Ik grijp naar een bekertje en krijg meteen ook een aanmoediging mee. Oh, dat is Yves. Yves van Sabine Cuypers, uiteraard. Sabine verzorgt de bevoorrading aan de linkerzijde. We doen nu een stukje Bestorming van Alden Biesen zaliger. beginnend met de afdaling van de Bosselaer. Ik haal eindelijk de oudere, besnorde man voor me in. Hij loopt al kilometers kort voor me. Ik ga hem in de wind voorbij. Die ik voor het eerst sinds de start echt voel. De zo gevreesde storm heeft zich, op dit parcours alleszins, nog gedeisd gehouden. Een mooi stukje onverhard – ja, dat kan hier ook – en dan een bocht naar links. Ik weet wat er ons te wachten staat. De eerste en zwaarste klim van de beruchte Bestorming van Alden Biesen. Een vorm van sadisme kan de parcoursbouwers niet ontzegd worden. Ik passeer weer aan de poort waar Sabine nog altijd in de weer is. Zij was nochtans ook aangekondigd voor deze loop. Afgeschrikt door het weer of gewoon een opwelling van altruïsme om de lijdende joggers bij te staan? Zelfs de lange grasstrook langs de muur van de kasteeltuin is glad want vertrappeld door de lopers voor ons. Sommigen zoeken de uiterste stroken op. Ik ploeg rechtdoor, dwars door de plassen. Ik volg het tempo van een Hoeseltse loper die ik ook al een hele middag in mijn buurt opmerk. En die ik daarstraks in een smalle afdaling ei zo na ten val bracht in een poging om hem voorbij te laten. De vlakke kilometer levert me mijn snelste kilometertijd op. Maar zelfs die is nog maar van een doordeweeks trainingsniveau. Een korte afdaling op het asfalt voor we op een smal, moeilijk beloopbaar want in een diepe voor uitgegraven, glad en klimmend paadje uitkomen. Ja, ik weet het, dat zijn heel wat epitheta ineens. Kon ik het tempo meer even laten zakken. Maar ik wil de loper vlak achter me niet ophouden. Terug op een bredere weg herken ik de achtervolger. Het is de besnorde Kempenaar (verraden door zijn tongval) die me opnieuw voorbijgaat en straks in de afdaling naar het sportpark nog meer voorsprong zal nemen.
Vanaf km 12 gaat het dalend op asfalt door een uitloper van Martenslinde, daarna over de ring. Een seingever zal ons dadelijk linksaf sturen, het bos in. Nu in gestrekte vaart naar de finish, pep ik mezelf op. Ik doe dat zelfs wat te enthousiast op een zoveelste smalle en glibberige strook. Ik blijf ternauwernood recht. En heb meer geluk dan twee kennissen die wel en zelfs meer dan eens hun evenwicht hebben verloren. Maar Jo Vrancken (tweede) en Wim Meyers (zevende) gaan hier wel als kamikazes te keer voor de tijd, de plaats en de eer. Ik herken de strook die we bij het begin in tegengestelde richting hebben afgelegd en zie in gedachten de finish al op enkele hectometers voor me. Een loper voor me draait plots rechts af. Het is niet waar! Dit is gewoon pesterij. Nog een klim in de modder. Op deze roetsjbaan komen we alleen nog stapvoets vooruit. Dan is het echt de laatste afdaling. Ik ga zelfs nog een collega voorbij. Nog een laatste keer de benen pijnigen op de asfaltweg naast de Finse piste en op de ultieme grasstrook naar de finish. Videast Leon Verswijvelt is nog altijd trouw op post. Van Westerlo komen om hier uren in de regen te staan om ons te filmen. Proficiat Leon, jij bent voor mij de man van de wedstrijd. Dan zit het erop. Mijn benen zijn “choco” maar ik ben nog niet “piepedood”. (Met dank aan een bekende Strava-runner voor zijn bloemrijke beschrijvingen.) Gezellig en aangenaam was het zeker niet. Het zal wel bij deze ene poging blijven in Bilzen. Maar mijn tijd en positie net buiten de eerste helft bieden toch een zekere genoegdoening. Het inleveren van het nummer levert me nog een leuk gesprekje op met Jenny, een kennis uit een vorig leven. Dan volgen de flashinterviews met de collega’s Mergellopers die hier ook op adem komen. En tenslotte krijgen we nog een medaille die me doet denken aan een …hostie.
De prijsuitreiking is een exclusieve aangelegenheid voor de toppers. Voor de massa is er een tombola met een rijkgevulde prijzenpot …waar we nipt naast pakken. Dan is het tijd voor een stevige en lekkere hap. Twee uren later spreekt Daniël het slotwoord uit: “Dit moeten we meer doen”.
(Foto 1 van Marie-Paule. Foto 2 van Thomas Debie. )
* Jammer genoeg heb ik (nog) geen bruikbare foto’s van mijn clubgenoten. Morgen mis