Montzen (Challenge L’Avenir)
zon 22/04/2018 11u * Montzen (Challenge L’Avenir) * 8,3 km * 00:43:07 * 11,5 * 131/289 * 1/3 * ♥♥♥
Ik grijp dit weekend de kans om de naam Montzen op mijn to-dolijst van de eindeloze reeks wedstrijden in de Challenge L’Avenir te schrappen. Het frisse groen van de wilgen en het roze van de Japanse kerselaars op het fraaie dorpsplein vormen het kleurrijke decor van de aankomstplaats in de deelgemeente van Blieberg of Plombières, niet ver van Aken. Het was opletten op de eerste letter van de naam, daarnet met de auto. Linksaf was Montzen, rechtsaf Lontzen.
Ik ben vandaag alleen op stap maar stoot al snel op bekenden als Jean-Louis Voss, Louis Schmetz en Harry Hamers. En ik maak eindelijk kennis met Paul Vandeberg, 75 en al jaren actief in deze regio en zelfs nog op nationaal niveau op de baan. De naam ken ik al jaren maar ik moet tot in Montzen wachten eer ik de kleine, pezige man uit Thimister persoonlijk ontmoet. Wie hem zoekt, gaat trouwens het best eerst kijken op de piste van Bielmont in Verviers.
Ik heb uiteindelijk vijf aanspreekpunten nodig om te weten te komen hoe de laatste honderden meters verlopen en in welke richting we onder de aankomstboog zullen doorlopen. De laatste helling heb ik net verkend, ik heb dan nog de illusie dat ik in de wedstrijd wel wat sneller zal klimmen. Het heeft nog wat voeten in de aarde eer de start wordt gegeven. We staan eerst “politiquement correct” (zoals veteraan 3 Roger Carl zegt) achter de dranghekken, dan beweegt de meute zich naar voor om uiteindelijk toch weer achter de afsluiting te worden teruggestuurd. Het is wachten tot de weg vrij is voor een tiental gehandicapten in duwwagentjes voor hun sportieve zondagochtend. Zij worden onder applaus eerst op pad gestuurd. We zullen hen in de volgende kilometers voorbijgaan terwijl de moedige begeleiders zich in het zweet lopen en duwen.
Na 800 meter verlaten we de bebouwing – we hebben dan al een stukje vals plat achter de rug – en lopen nog even op het vlakke tussen de weiden. Bij een flauwe bocht aan km 1,3 loopt de nu smallere asfaltweg al op. De benen voelen niet echt fris aan maar ik maak me wijs dat ik nog niet goed ben ingelopen. Niettemin boek ik plaatswinst tussen de eerste rijen supporters die ons hier opwachten. Na een scherpe bocht na 2 km worden we beloond met een afdaling, van enkele kilometers volgens de beschrijving van Alberto Canales, de latere winnaar bij de veteranen 3. Hier moet het gebeuren als ik het gemiddelde wil opschroeven. Maar hoe ik me ook inspan, ik heb de indruk dat de benen niet vooruit willen. De warmte is wel te verdragen – hoewel ik lichtere sokken had moeten aantrekken – maar de plotse temperatuurstijging van de voorbije dagen maakt het er ook niet gemakkelijker op. Ik heb de grootste moeite om een dame en een jongeman te volgen. Ik blijf op een aantal meters hangen maar word evenmin definitief gelost. De tweede wedstrijdhelft zal uitsluitsel brengen. We komen weer tussen de huizen, opnieuw in Montzen maar nu een vierhonderdtal meter van de start. De deelnemers aan de korte loop slaan linksaf. Een officieel spandoek kondigt de splitsing aan. Grappig voor wie weet waar naartoe is dat een supporter zich net voor de rechterpijl heeft neergehurkt en de informatie van de organisatie gedeeltelijk verbergt. We draaien onder een viaduct door en na een korte klim, waar ik een nieuwe poging onderneem om wat dichter te komen bij mijn twee toevallige hazen, is het opnieuw lichtjes dalen. Ditmaal op een mooi, onverhard en lommerrijk pad. Mede dank zij Alberto herken ik de “lijn 38”. Lezers van dit verslag uit 2016 weten wat ik bedoel. Het blijft wroeten en wringen. Mijn benen blijven zich verzetten tegen elke vorm van soepelheid. Intussen zijn we toch al halfweg, de enige troost. We verlaten het pad voor een nieuwe helling. Op het asfalt ben ik zelfs voorbij mijn twee mikpunten gegaan. Ik klauter naar boven naast een veteraan 3 die hijgt “Die zat er vorig jaar niet in”. De nieuwe helling is duidelijk niet naar zijn zin. In elk geval, het parcours is gewijzigd maar aangezien het mijn eerste deelname is laat die wetenschap me koud.
Aan km 5,2 draaien we een bos in. Smal, steil en bezaaid met boomwortels. Dit gaat mijn krachten te boven. Ik schakel meteen op wandelmodus over, zoals overigens ook Jean-Pierre Jans. Die naam vind ik terug in de uitslag. Ik herken hem nochtans niet meer van de halve marathon op de Ravel twee jaar geleden waar we samen kilometers onderweg zijn geweest. Te lezen in hetzelfde verslag waarover ik het daarnet had. De dame in mijn gezelschap en enkele achtervolgers laten me nu definitief achter. Na 250 meter trek ik me weer op gang en por Jean-Pierre aan om mijn voorbeeld te volgen. Hij doet dat met enige vertraging en verliest meteen een vijftiental meter. Dit is best een leuk rondje, smal maar zonder valkuilen, ook niet in een technische afdaling die we voor de voeten krijgen. De organisatoren zijn zelfs zo vriendelijk geweest een korte modderstrook met stro te bedekken om ons natte voeten en vuile schoenen te besparen. Een nieuw steil knikje dwingt me opnieuw tot stapvoets verkeer. Nu moedigt Jean-Pierre me aan om niet te lang te lanterfanten. Boven schakel ik opnieuw op een hoger tempo over en laat ik hem weer achter. Km 6,2: dit is precies weer de Ravel maar dan nu in westelijke richting, zoals hij gelopen wordt in de Tectonic. Na een bocht naar rechts, even voor km 7, worden we weer op een afdaling getrakteerd maar de vreugde wordt getemperd door het vooruitzicht van de laatste en felle klim naar het dorp. Tijdens het inlopen heb ik die helling voor mezelf ingedeeld in drie stukken. Dat helpt misschien om hem makkelijker te bedwingen. Ijdele hoop, op het steilste deel is het weer stappen. Ik ben wel lopend voorbij het kapelletje van de martelaar, Sint Johannes Nepomucenus, gesukkeld. De naam heb ik onthouden van de verkenning. Ik ben mezelf misschien ook aan het martelen. Een heilige ben ik dan weer niet. Twee aînées 1, Caroline en Sophie, trippelen mij voorbij. Dat moet ik toch ook nog kunnen, probeer ik mij op te peppen, maar tevergeefs. Op de resterende kilometer is het overleven, op het vlakke, het vals plat en in de laatste licht dalende meters. De dj die me daarstraks al op de heupen werkte met zijn loeiharde muziek slingert nu wat platitudes de lucht in. Hij zou beter mijn finish aankondigen of tenminste die van Magali, ook een aînée 1 die mij in de laatste bocht te grazen neemt. Mijn tijd verschilt uiteindelijk nauwelijks van die van vorige week in Bruyères. Het wandeltempo op de steile stukken heeft het gemiddelde wel geen goed gedaan. Of het voldoende geweest zou zijn om Roger Dosseray – met vakantie – te kloppen, ik heb er sterke twijfels over. Zonder zijn tegenstand valt de eerste plaats me zomaar in de schoot. De hitte heeft ook zijn sporen nagelaten op de finishers die zich laven aan drank en sinaasappelen. Hildegard Depreitere, aînée 3, staat wat verder te puffen van de warmte en de inspanning. Haar echtgenoot en vaste begeleider wil weten waar Jo Vrancken uithangt. “Ik zie hem niet meer in de Challenge van Luik.” Misschien bieden de korte Avenir-omlopen een nieuwe uitdaging: vandaag 3 hellingen op nauwelijks 8,5 km in een schitterende omgeving. Aanbevolen voor wie nog de kracht van de jeugd heeft.
De podiumceremonie verloopt hier net dat tikkeltje anders. De eersten van alle categorieën worden samen op het podium geroepen. Ik sta dus tussen de jongeren te pronken. Helaas heeft de door mij op goed geluk ingehuurde fotograaf geen vaste hand en moet ik de onscherpe foto in de archieven laten. De rode doos die we in de hand hebben en die jullie dus niet zien bevat een hele mooie prijs. Wie die prijs wil zien en vooral proeven is hierbij uitgenodigd in Heukelom. Wacht echter niet te lang…
(Eigen foto’s. Foto 1: Aankomst op het mooie dorpsplein van Montzen. Foto 2: Het podium voor plaats 2. In het midden met groene broek, Paul Vandeberg, veteranen 4.)