Stembert (Challenge L’Avenir)
zon 03/06/2018 11u * Stembert (Challenge L’Avenir) * 8,1 km * 00:41:03 * 11,8 * 116/241 * 1/2 * ♥♥♥
Mijn oorspronkelijke bestemming Trooz in de Vesdervallei is overstroomd. Dan maar enkele kilometers verder, op de hoogten boven de Vesder, in Stembert aan de slag. Dat ik vanochtend niet in Trooz sta te koekeloeren en dat u überhaupt een verslag krijgt, danken we aan Kris Govaerts die ik zaterdag toevallig tref op de Willerrun. Hij heeft het onooglijke bericht over het annuleren van de wedstrijd op Facebook opgemerkt. De officiële sites van de organisatie en de challenge zwijgen in alle talen. De jogging in Polleur vrijdagavond, ook een mogelijkheid dit weekeinde, is wel doorgegaan en heeft – zo te horen aan de reacties van enkele collega’s die er wel waren – veel te lijden gehad onder water en modder. Vanochtend is het weer prima, we staan hier hoog en droog en als mijn benen goed zijn – te verifiëren in het vervolg van het verhaal – zou ik wel eens de goede wedstrijd hebben geloot.
Stembert is mij bekend van de vorige jaren. Het verstedelijkte dorp aan de noordoostrand van Verviers organiseerde – tot vorig jaar alleszins – twee joggings. Die ik beide al heb betwist. Ik vertrek naar Verviers met de wedstrijd van de Futurofoot in mijn hoofd. Tijdens de opwarming dringt het pas tot mij door dat dit de “Grand Jogging” is. Die verloopt voor het grootste deel op asfaltwegen, maar dat komt mij evenmin slecht uit. Ik ben al om kwart over tien aan mijn verkenning begonnen. “Voilà déjà un échappé” (daar is er al een ontsnapt uit het peloton) hoor ik iemand in een deuropening tegen twee kennissen grappen. Voor de start heb ik al zo’n 5 kilometer – wandelpauzes inbegrepen op een lange klim en afdaling – in de kuiten. Die lange opwarming heb ik nodig. Of ze ook resultaat zal opleveren, valt af te wachten. Aan de inschrijvingstafel herken ik de drie oudere dames van vorig jaar. Tenminste, ik vermoed dat het dezelfde zijn als toen. De twee dames links achter het koffertje met de munten en de biljetten sturen me met mijn inschrijvingsstrookje naar de dame aan de rechterzijde. Ik krijg mijn nummer mee en vertrek terug naar de auto. Dat verloopt vlot als je vroeg bent, denk ik. Ik ben al een eindje onderweg als mij plots te binnen schiet dat ik nog niet betaald heb. Ik meld de vergetelheid bij de dames aan het koffertje die mijn bijdrage met de glimlach in ontvangst nemen.
Het is al een tikkeltje te warm als we starten. Maar ik zal in de wedstrijd nauwelijks last ondervinden van de zomerse temperatuur. Ik trek me rustig op gang tijdens de eerste 400 meter. Zo lang hebben we respijt voor de eerste lange klim begint. We vertrekken aan het voetbalveld van FC Stembert, ongeveer halverwege boven de vallei van de Vesder. Er blijven dus nog de nodige hoogtemeters over om een pittig rondje uit te tekenen. 2 kilometer zijn het, naar het plateau. Met stevige percentages. Twee korte, steile bultjes roepen de herinnering op aan de echte Grand Jogging, die van Verviers. We verlaten nu even de brede weg en worden een smal donker paadje ingestuurd tussen het groen achter twee rijen huizen. Een jong koppeltje dat dacht hier met zijn tweeën alleen op de wereld te zijn, ziet plots een meute hijgende sportievelingen passeren. Ze maken zich smal en kruipen zo dicht mogelijk tegen een haag en tegen elkaar. Iedereen blij. Voor het overige hou ik mijn ogen op de grond gericht. Het is hier uitkijken voor stenen die plots achter de benen van de lopers vlak voor je opduiken. Weer op de weg. Bij een bocht na een kilometer klimmen hoor ik een seingever een aanmoediging roepen naar een passerende kennis: “Kom op, het wordt vlak… een beetje”. Ik doe het rustig aan, voor zover dat hier mogelijk is en wil mezelf zeker niet voorbijlopen, zoals vorige week. Enkele meter voor me zie ik Magali Beauwens die ook al de eer heeft genoten in mijn verslagen te figureren.
We zijn nu op het hoogste punt van het parcours. In een betere woonwijk maken we een lus van een kilometer. Een afdaling van vijfhonderd meter naar en rond een visvijvertje, gevolgd door een steile beklimming die uitvlakt in een bosje. Ik ben opgelucht als we het smalle en hobbelige bospad achter de rug hebben en de achtervolgers niet langer achter je rug zitten te dringen. Bij de kruising kan ik mijn voorsprong meten op de bezemwagen, een kilometer dus. De meeste deelnemers zijn aan die kilometer bezig, dat leert de uitslag me achteraf. Bij de volgende afdaling – op “Waals” asfalt – kan ik wat snelheid maken. Ik houd echter vast aan mijn behoudende tactiek. Magali loopt nog steeds met dezelfde voorsprong voor mij uit. Na een scherpe bocht naar links duiken we een smal en donker pad in tussen bomen. Hier word ik niet gehinderd door mijn kaduke benen maar door mijn oude ogen. Ik ben beducht voor de stenen en de geulen in het pad, kom enkele keren haast tot stilstand en til mijn knieën hoog op om niet tegen een of ander natuurlijk obstakel te stoten. Het ziet er waarschijnlijk niet uit maar ik ambieer ook geen schoonheidsprijs. Kortom, veel voordeel kan ik niet halen uit deze afdaling. De Rue de Mariomont is dan weer helemaal mijn ding. Mooi asfalt tussen de weiden, een plaatje voor een reclametekening. De volgende helling ligt in haar glorie in de zon te schitteren. Vooral op het einde, voorbij de tweede hoeve, wordt het nog even steil. Ze spelen het toch weer klaar: “slechts” 8 kilometer maar wel drie hellingen onderweg.
Overigens mag ik vandaag niet klagen. Het beste moet nog komen, dat voel ik aan mijn water, euh mijn benen. Ik tuur even vooruit en herken de top van de helling. Tot hier heb ik daarstraks verkend. Vanaf hier gaat het bergafwaarts. Met een korte snok op het laatste bultje kom in het spoor van Magali. Ik laat de handrem nu definitief los en begin de achtervolging op de lopers voor me. Ook al zijn het allen onbekenden. Voor zover ik weet heb ik hier vandaag geen tegenstand in mijn leeftijdsklasse. Ik richt me dan maar op de dames voor me. (Ik zie er al sommigen grijnzen bij het lezen van deze regels.) Ze zijn met minder en makkelijker te detecteren in de uitslag. Magali Beauwens heb ik in de eerste hectometers van de afdaling achtergelaten. Laure Etienne met de hoofddoek (tegen de zon, vermoed ik) is me in het begin van de loop voorbijgegaan. Het is altijd een kleine overwinning als je de snelle(re) starters op het einde nog kan terughalen. En Françoise Bonaventure. Zij is nog in gesprek met een mannelijke collega naast haar. En kijkt verbaasd op als ik haar voorbijsnel. Ik volg toevallig een plaatselijke loper die ruim de tijd neemt om zijn supporters, of alleszins kennissen, langs de weg te groeten. Muziek in de oren, zwaaiend naar de mensen, hij pakt het “cool” aan. In het midden van de afdaling ligt er een dubbele rotonde. Twee politiewagens sluiten de weg af om ons vrije doorgang te verlenen. Voor zoveel attenties van de stedelijke overheid moet je wel je best doen. Ik steek nog een tandje bij op het steilste stuk. Françoise heeft haar mannelijke begeleider in de steek gelaten en wil dat deze loop alsnog een “bonne aventure” wordt en plaatst een versnelling in de laatste rechte lijn naar het voetbalveld, met andere woorden de aankomstzone. Ik verlies enkele meters. Na 2,4 km op de grote plaat op het asfalt is het even aanpassen op de hobbelige graszoden langs het voetbalveld van vierde provincialer Stembert. Ik pers er nog een versnelling uit om mijn plaatsje veilig te stellen. Dat lukt tot we op een smal betonnen paadje komen waar de streep (het streepje) getrokken is. Een jonge onstuimigaard (Julien, vermoed ik) wringt zich nog voorbij mij en Françoise voor me. De posities worden hier nog manueel geregistreerd en door het manoeuvre van Julien heeft de dame aan de finish het nummer van Françoise niet kunnen noteren. Ze roept “Votre dossard”. Ik ben niet zeker of ze mijn nummer genoteerd heeft en maak rechtsomkeert om het nummer 805 te tonen. “Pour vous c’est en ordre” stelt ze me gerust. Intussen zijn enkele achtervolgers voor me in geglipt… en vergeet ik mijn Garmin in te drukken. Strava houdt blijkbaar rekening met deze stilstaande fase en zo worden de vier minuten die ik verlies met het losmaken van de spelden niet meegerekend. Peanuts, denken sommigen nu. Wel, dat die het rondje maar eens gaan lopen. Ik zal met plezier de gps-track sturen.
Ik sta op het podium met René Coumont. Zijn naam was mij bekend, zijn profiel eveneens – mag ik het omschrijven als het profiel van een piraat? Maar de link tussen beide kan ik pas leggen bij de prijsuitreiking. Het toeval wil dat ik hem voor de koers heb gegroet toen hij een praatje sloeg met Louis Schmetz, mijn vast aansprekingspunt in de “Avenir”. Overladen met prijzen kan ik als een tevreden man de terugweg aanvatten. Nu enkele dagen genieten en ontspannen op training. De volgende wedstrijd staat al binnen minder dan een week op het programma.
(Foto’s. Foto 1 Google: Km 2, op de lange klim. Foto 2, eigen foto: Op het podium met René Coumont.)