Eben Au cours du Geer
zon 01/07/2018 10.30u * Eben Au cours du Geer * 9,5 km * 00:47:47 * 12 * 14/59 * 1/3 * ♥♥♥♥
Het is vandaag een thuiswedstrijd voor mij, althans zo voelt het aan. Nauwelijks enkele kilometers van Heukelom en op mijn trainingsroutes. De nieuwe loop – voor de tweede maal georganiseerd door de Fanfares van Eben – moet nog naam maken en zal het moeten stellen met een klein deelnemersveld van een honderdtal lopers. Daartussen enkele Limburgers die allemaal hun plaatsje krijgen in dit verslag. Eben, dat meestal in één adem genoemd wordt met Emael, ligt in de Jekervallei en is voor mij vaak een passage op langere en relatief vlakke trainingstochten. Het uitgetekende parcours laat van het predicaat “vlak” evenwel niet meer veel over. Er zitten twee stekelige hellingen in, een op asfalt, de ander op een smal, hobbelig pad. Reken daar nog twee andere smalle passages en enkele draaipoortjes bij en de snelheid is er meteen ook uit. Om het gemiddelde omhoog te krikken blijven dan nog alleen de kleine 3 kilometer vlakke Ravel-kilometers over.
De parcoursbouwers zijn er wel in geslaagd hun 10 km-loop uit te tekenen op alle autoluwe wegen die er in het dorp te vinden zijn. En ze hebben het zusterdorp Emael de eer gegund van een passage voor het internationaal vermaarde Fort van Emael. In de hoop natuurlijk dat de lopers, die nog al eens de neiging hebben zich van de wereld af te sluiten, de grijze historische getuige opmerken. De loop is overigens “Au cours du Geer” gedoopt maar de meeste lopers die hier niet zo bekend zijn, zullen het riviertje waarschijnlijk ternauwernood gezien hebben. Ik heb vrijdag bij wijze van voorbereiding de route herkend, althans een poging ondernomen nadat ik het tracé had proberen te memoriseren. Ik heb alvast een veldweg ontdekt langs de mergelgroeve. Dat is de groeve die enkele jaren geleden is uitgebreid en een deel van een traditionele Zweitlanceurs-route heeft opgeslokt. Voor de ontbrekende schakel in de laatste kilometer heb ik moeten wachten tot vanochtend. Een pijl wijst naar een smal donker pad. Ik ben hier dus al twintig jaar voorbijgelopen zonder die doorgang ooit opgemerkt te hebben.
Ik wil meteen vanaf de start de benen onder spanning brengen. Geen rustige aanloop dus. Mijn laatste twee trainingen zijn een afknapper geworden en een (relatief) snelle start is een paardenmiddel om vandaag wel in mijn ritme te komen. Het is nu maar afwachten of de remedie ook werkt. Het vertrek wordt gegeven in de Rue du Village, haast voor de deur van zeventiger Guy Okwicka. Hij maalt nog twee keer per week zijn kilometers. Ik zie hem geregeld op de helling naar de kerk van Eben.
Vandaag staan we voor het eerst in lange tijd samen aan de start. Na een korte afdaling draaien we rechtsaf een veldweg in. Ik heb me jaren afgevraagd waar die naartoe leidt – als het al geen doodlopende weg was naar een boerenerf – nu weet ik het dus eindelijk. Al meteen klimmend op losse stenen, daarna dalend op grind waar onder de volle zon moeilijk te herkennen gaten alle aandacht vragen. Rechts achter de bomen ligt een grote groeve en een breekinstallatie voor silexstenen. Niet dat ik daar nu enige belangstelling voor heb, de blik is gericht naar voren, een antwoord zoekend op de vraag waar ik mij in het peloton bevind. Nier ver voor me zie ik Claude Herzet, evenals ondergetekende een “régional de l’étape”. Nicolas Bynens heeft na een kilometer al een 75 meter voorsprong. Na 1,2 km steken we de N671 over. Dat is de weg door het afgegraven gedeelte van de groeve. Een gewaagde keuze van de organisatoren. Op deze weg wordt wel eens doorgevlamd door autobestuurders maar de weinige auto’s op deze zondagochtend blijven braaf staan voor het bord van de signaleuse terwijl de politie een officieel oogje in het zeil houdt. Daar is de eerste serieuze klim. Een bochtige asfaltweg die hier eigenlijk alleen ligt voor de mergelwinning en de toegang naar Eben-Ezer, een kasteel of toren in silexstenen. Een aanrader voor wie de streek niet kent en voor wie een rustige wandeling wil maken in en boven de Jekervallei. Ik zie dat Claude het traditioneel moeilijk heeft op de helling, ik kom wat dichterbij. Na een van de bochten hoor ik plots aanmoedigingen voor een Willy. Is dat voor mij? Jawel, ik zie Jean Tempels die hier vorig jaar derde eindigde. Dit jaar maakt hij zich verdienstelijk aan de rand van de weg met het filmen van onze moeizame doortocht. Boven draaien we rechts af en passeren dus niet voor en onder de apocalypsebeelden van Eben-Ezer. Ik heb nu geen tijd om meer uitleg te geven. Ga er, zoals gezegd, eens een kijkje nemen. Of kom eens een keertje mee op training. Het gaat nu een driehonderdtal meter stevig naar beneden over een veldweg en een weide. Ik ken hier wel elke morzel grond maar neem geen overdreven risico’s om bijvoorbeeld Francis Smets van Millen bij te houden. Ik zal hem tot bij de splitsing van de 5 km een vijftiental meter voor mij uit zien draven. Hij neemt dan de kortste route maar moet in het moeilijke tweede deel (gelijk aan dat van de 10 km) nog heel wat tijd inleveren. Er wacht ons nu een tweetal golvende kilometers over asfalt en beton. Ik houd mijn tempo goed aan en stel tot mijn voldoening vast dat Claude niet verder uitloopt. Mijn benen voelen alleszins heel wat beter aan dan tijdens de week, ondanks de hitte. Die heeft me wel een droge tong bezorgd. We doorkruisen het dorp naar het gehucht Lava waar we weer op de Ravel zullen uitkomen. Ik kijk al uit naar het licht dalende fietspad tussen de bomen. Maar eer het zo ver is… kan er nog heel wat fout lopen. En dat gebeurt ook… bijna. Bij het indraaien van het Ravel-fietspad na 3,8 km verstuikt Claude Herzet zijn voet. Even paniek, dan toch verder en na afloop geen pijn meer. Maar het ontwaken morgenochtend kan pijnlijk zijn. Even verder, aan de bevoorrading, loopt het bijna verkeerd voor mij. Ik zie nog net dat de 10 km-lopers rechts een graspad worden opgestuurd. Na de eerste lettergreep van een Vlaamse vloek heb ik de juiste richting te pakken. Ik verfris mijn hoofd met het koele water (een pluspunt voor de organisatie!) en bedenk dat de parcourstekenaars geen zijweg onbenut hebben gelaten. Het pad wordt almaar smaller tot we weer op het Ravel-beton uitkomen en eindelijk de gashendel kunnen opendraaien. Ik haal hier een gemiddelde van tegen de 4’35”. Dat is voldoende om Claude in het vizier te houden maar onvoldoende om Anne Balter te volgen. Deze jongedame is me daarnet voorbijgegaan en zal op weg naar Emael ook Claude achter laten. We lopen voorbij de paardenstallen – ik ga er nu even vanuit dat jullie weten waar ik mij bevind – en kom voorbij de Rue du Garage op de hoogte van Claude. Die heeft mijn stap intussen herkend. Ik hou bewust even in om Claude de gelegenheid te geven te volgen. Met tweeën is het aangenamer dan alleen, lijkt ons. We draaien samen om bij het Fort en slaan de single track in rechts naast de Jeker op weg naar het vijvertje in de Biotope du Guizette. We kennen deze plek beter dan onze eigen tuin. Alleen heeft Claude weer de leiding genomen en is het voor mij in zijn spoor toch uitkijken, bijvoorbeeld om niet mijn voet te verstuiken… De kerkklok van Emael slaat elf uur als we ons sierlijk – Claude doet het alleszins sierlijk – voorbij het draaipoortje wentelen en onze smalle weg langs de Jeker verderzetten.
Na 6,4 km komen we weer op het verhard, de Rue du Garage. Honderd meter verder draaien we de Rue l’Aumont in – ik vermoed dat dit nog altijd Emael is – waar het weer bergop gaat. Dit is geen makkelijk stuk, weet ik uit jarenlange ervaring, en het verhakkelde asfalt tussen de weiden even verder blijft nog honderden meters irritant oplopen. Wat ik vermoedde, wordt bevestigd. Claude heeft vandaag niet zijn beste dag en moet al snel loslaten. Anne Balter loopt niet meer verder uit. Ik hou mijn tempo netjes vast maar bouw nog wat reserve in, er volgen immers nog twee moeilijke slotkilometers. In de open stukken schijnt de zon ongenadig maar ook dank zij de schaduwpartijen kan ik mij staande of beter gezegd lopende houden. Ik vraag me intussen wel af waar Marie-Paule zich ophoudt. Aan het Fort is ze niet. Ze zal dus wat verderop staan, hoop ik. Stel u voor, een verslag zonder foto’s. U zou mijn verhaaltjes misschien niet geloven… Ah, daar is ze, vlak voor we links weer de natuur worden ingestuurd. In de schaduw over een Jekerbrugje, dan opnieuw een smal voetpad met boomwortels, scherpe bochten en twee draaideurtjes. Ik heb de strook vrijdag en vandaag herkend en ben dus voorbereid op de obstakels. Niettemin blijf ik uitkijken. Als de loper achter mij die ik nu snel hoor naderen, mij inhaalt, het zij zo. Nu, voorlopig gaat niemand me voorbij, ook niet op de Rue des Enclos en de Rue du Vieux Moulin. De namen zeggen u wellicht niets, mij des te meer. Ik ken hier elke gevelsteen, elke spleet in het wegdek, elke hond – dat zijn er drie in de eerste straat. Het is wel voor het eerst dat ik hier in wedstrijdtempo voorbijkom. Voor mij is er vandaag dus ook iets nieuws te beleven. Mijn benen mogen dan wel eens in goede doen zijn, mijn rechtervoet bezorgt me wel last. Een eeltplek in het midden onder de voet en een onverklaarbare maar irritante pijn aan de binnenkant naast de hiel. Het ongemak heeft zich vorige week ook al gemanifesteerd tijdens het tweede deel van een lange training. Toevallig of niet, ook in deze omgeving. Dadelijk worden we het smalle en donkere pad ingestuurd waar een klimpercentage tot 10% op ons wacht. Zal ik mijn achtervolger hier ook kunnen voor blijven? Aan gebrek aan steun zal het niet liggen. We lopen opnieuw voorbij de plaats waar Marie-Paule heeft post gevat. Maar ze is niet alleen. In haar gezelschap schreeuwt Dania, de vriendin van Nicolas Bynens, haar stem schor om de lopers – zonder uitzondering – aan te moedigen. Het is met “Willy Willy Willy” in de oren dat ik de laatste moeilijkheid van de dag aanpak. De signaleur bereidt ons ook voor : “Allez. Dernière bosse” (Vooruit, laatste klimmetje). En dan, een seconde later, je hebt net alle moed bij elkaar geraapt: “Mais c’est une bonne bosse, quand même”. (Let op, het is toch wel een ferme klim). De hoeveelheid moed zakt met 50 percent. We beginnen eraan. Meer dan 10% in de eerste meters. Ik sta haast stil, ook al omdat twee dames – van de vijf kilometer ongetwijfeld – zich met moeite en stapvoets naar boven hijsen en dus de best beloopbare strook, zo’n halve meter breed – in beslag nemen. Ik kruip dan maar links voorbij. Ik voel intussen de hete adem van mijn achtervolger in de nek. De tweede dame laat ons voorbij. “Merci” is het minste wat ik kan zeggen. We zijn nu uit het donkere gedeelte, het graspad intussen loopt nog zachtjes verder omhoog. De doortocht blijft smal en mijn rechteroor schuurt langs een laurierhaag. We zijn boven en moeten hier de rijweg naar Kanne kruisen. Een seingever moet een opdringerige autobestuurder tot de orde roepen opdat ik mijn weg veilig kan verderzetten. Nu volgt er een korte uitstulping richting Zichen, eerst nog stijgend, tot na een draai. Daar komen we uit op de oude rijweg naar Zichen die wat verder in de uitgegraven mergeldiepte is “gevallen”, zoals dat in deze regio van mergelgroeven wordt gezegd. Mijn achtervolger, veteraan 1, Xavier Heyns, is intussen op mijn hoogte gekomen. Vanaf nu is het alleen maar dalen. Ik trek het tempo meteen op en doe er in de Rue du Couvent nog een schepje bovenop. De eindspurt van Xavier komt er niet. Meer nog, hij moet een vijftiental meter toegeven en ik kan afgescheiden over de streep lopen. Merkwaardig is wel dat Xavier – wiens loop ook op Strava is vastgelegd – een hoger gemiddelde haalt dan ik. Hij heeft een honderdtal meter meer op de teller staan. Nochtans waren er zo goed als geen afsnijmogelijkheden… Ik sleep nog een behoorlijk gemiddelde uit de brand, of alleszins de hitte. Ik eindig binnen de minuut en op drie plaatsen van Nicolas Bynens. Anne Balter houdt maar 9 seconden over. Goed standgehouden in het tweede deel van de loop dus.
Geen leeftijdsklassen vandaag. Wel prijzen voor de eerste drie bij de dames en de heren in beide wedstrijden. En prijzen voor Limburgers. Ianthe Bauduin van Millen legt beslag op de tweede plaats in de 5 kilometer. Haar moeder, Linda Smets, wordt dan weer eerste bij de Aînées 2. De grote winnaar van vandaag in de 10 kilometer is Raf Clerinx uit Piringen. Hij heeft eerst zijn voornaamste tegenstander Didier Lopez-Nava laten uitrazen in de eerste 3 kilometer om dan met een gemiddelde boven de 16 per uur naar de overwinning te snellen. Ronny Vanhay van Mal eindigt op de tiende plaats. Voor we de korte trip huiswaarts maken, geeft Henri Hardy, ook al een eind in de zeventig, ons nog een boodschap mee “Wat is er mooier dan een rondje te lopen en dan met de vrienden te genieten?”.
(Foto’s Marie-Paule. Foto 1: De wedstrijd wordt georganiseerd door de fanfares van Eben. Na de loop even nakaarten met Claude Herzet. Foto 2: Om het zusterdorp Emael ook tevreden te stellen een foto van de kerk van Emael. Wij lopen vandaag in tegenovergestelde richting en hebben dit uitzicht dus niet. Op dat ogenblik heb ik het trouwens te druk om Claude Herzet te volgen. Foto 3: Onder de zon op weg naar de laatste en moeilijkste helling van de wedstrijd. Foto 4: Ianthe Baudiun van Millen, links, tweede bij de dames op de 5 km. Naast haar de duitstalige Sonja Vernikov.)