Seraing Ougrée (Challenge de la Province de Liège)

zon 11/11/2018 11u * Seraing Ougrée (Challenge de la Province de Liège) * 10,9 km * 00:55:42 * 11,7 * 64/153 * 1/6 * ♥♥♥♥

Het heeft wat voeten in de aarde gehad maar uiteindelijk wordt de 11-11-11-loop in Seraing op hetzelfde parcours betwist als vorig jaar. Door het overlijden van de nieuwe organisator André Dehairs moet Michel Mancini opnieuw aan de bak voor zijn tweede organisatie van het seizoen. De naam van de organisator is meteen ook de reden waarom ik hier voor het vierde keer in vijf jaar aan de start sta. Ik hoor achteraf dat er voor volgend jaar echt een nieuw parcours op de tekentafel ligt. In het dal, op de Ravel. Dit jaar spelen de esbattementen zich nog af op de steile hellingen van de Maasvallei. Michel is blij enkele Zuid-Limburgers te kunnen begroeten. Hij houdt zijn hart vast voor het aantal deelnemers op een dag dat niet minder dan vier wedstrijden worden gelopen in een straal van zo’n 40 kilometer. De kalender met de elfde november op een zondag speelt immers in het nadeel van de voorlaatste wedstrijd van de Challenge van de Provincie Luik. Maar met 200 deelnemers voor de twee wedstrijden kan de CJPL nog net de meubelen redden.

Ougrée 1


Ik heb als opwarming al de klim en de afdaling van de eerste kilometer in de benen als Jean-Pierre Immerix en Willy Hertogen aan hun rondjes beginnen op het voetbalveld. Ik kan nu alleen nog een schietgebedje prevelen dat mijn benen vandaag beter meewillen dan vrijdag op training. Jo Vrancken, de toekomstige winnaar, zoekt de eerste rij op in het startpeloton, ik hou me schuil in het midden van het pak. Mijn derde oog (Marie-Paule) ziet Michel Mancini op de fiets vertrekken enkele seconden voor de start. Dat hij een elektrisch tuig onder de bips heeft, mag niet verbazen met de steile percentages die we dadelijk voor de voeten krijgen. Voor we het “stadion” van Ougrée verlaten, zijn mij al tientallen collega’s voorbijgesneld. Ik herken Dimitri Manfé die me in het park van La Boverie in de laatste meters nog een plaatsje afsnoepte. Hij zal vandaag haast onmiddellijk uit mijn gezichtsveld verdwijnen ook al zal het verschil aan de streep maar een minuutje bedragen. Net voor we de bocht nemen naar een betonnen pad tussen de ezeltjes en de geitjes duikt veteraan 3,Lucien Collard, naast me op. Lucien zal nog vaak voorkomen in dit verslag. De ezeltjes en de geitjes niet meer, maar die zijn er altijd, zoals ik in mijn verhalen van de voorbije jaren uitgebreid heb beschreven. Ik schuif voorbij Françoise Piscart die het bewust kalm aan doet. Nu weet ik waarom: te veel wedstrijden gelopen de laatste maanden. Die verklaring dank ik aan mijn informant Jean-Pierre Immerix. Nu de Sérésienne in een Nederlandstalige werkkring actief is en het Diets al aardig onder de knie begint te krijgen, verloopt de communicatie tussen Françoise en Jean-Pierre wat vlotter.
Tijd om rustig in je ritme te komen is je hier niet gegund. We zijn al bezig aan 600 meter klauterwerk op het asfalt met stijgingen tegen en over de 10%. Op de steilste stukken zit ik boven de 7’/km. Toch te snel voor Sandra Delrez, opnieuw in het gezelschap van Alain Dethier. We zijn hier nu in de bebouwde kom tussen Seraing en Ougrée waar we een driehonderdtal meter mogen uitblazen in een afdaling. Dat doet Claude Herzet nu net niet. Hij schiet me voorbij. Ik kan hem nog net op tijd een plaagstoot geven. “Ben je zo gehaast?” roep ik hem na. Overigens heb ik een bekende in deze buurt. De Mechelse herder (ras onder voorbehoud) die vorig jaar het peloton begeleidde met zijn geblaf. Dit jaar is hij beter geluimd. De weg loopt over in een Ravel-fietspad in het bos. Mauro Calogero houdt de wacht aan de rand van “Le Bois de la Marchandise”. Eric Joway, vorige week nog fotograaf in Luik, acht zijn ogenblik gekomen om naar voren op te rukken. De weg begint langzaam omhoog te lopen. Tot 4% maar onophoudelijk, 2,5 km lang. Ik ben nog altijd met Lucien Collard onderweg. Bij elke knik verwacht ik dat hij me zal achterlaten maar dat gebeurt voorlopig niet. Het duurt een hele poos voor we twee dames voor ons hebben ingelopen. Dat zijn Cécile Paps in een wit shirt van RFC Liège en Nathalie Steimes in een rood-witte uitrusting van Seraing Athlétisme. Nathalie wordt bijgestaan door een mannelijke begeleider wiens naam ik niet met zekerheid kan traceren in de uitslag. Ik volg meestal in het spoor van wat nu een groepje kan genoemd worden. Omdat het al niet vaak gebeurt dat ik een groepje vertoef in een wedstrijd, geniet ik wel van de ongewone ervaring. Ik heb nu een mooi tempo te pakken en kan de eindeloze stijging redelijk verwerken. Met andere woorden: de benen willen wel mee vandaag. Ik heb nu echter al een tijdje last van een kriebel in de keel. Met wat hoesten en kuchen kan ik de kwelduivel aan banden leggen. Een slok water in de bevoorrading zou welkom zijn. Maar daar moet ik nog een drie kilometer op wachten. In het groepje loopt ook een jongere man mee, veteraan 1 Jean-François Deloge. Hij vraagt naar het parcours en of we misschien twee rondjes in het bos lopen. Ik heb nog een precieze herinnering aan het parcours van vorig en dus ook van dit jaar en beschrijf hem zo goed en zo kwaad mogelijk – rekening houdend met mijn ademhaling – wat hem nog te wachten staat. Ik heb nauwelijks mijn verhaal met horten en stoten verteld of hij loopt van ons weg in de afdaling en houdt zijn voorsprong ook vast in de tweede ronde. Lucien loopt hier trouwens ook voor het eerst.

Ougrée 2


En daarmee zijn we dus aan de afdaling bezig, opnieuw tussen de huizen. Georges Mabille wijst ons de weg en maant ons aan een kleine rotonde aan de goede kant te nemen en dus niet af te snijden. De vliegende cameraman van de Luikse challengewedstrijden heeft wel zijn traditionele pet op zijn hoofd, maar niet zijn GoPro. Nu had hij de lopers eens frontaal kunnen filmen! De weg duikt over zo’n tweehonderd meter steil naar beneden en drijft de spieren in de bovenbenen tot de uiterste spanning op. De twee dames maken van de afdaling gebruik om weer wat voorsprong te nemen.
We komen weer op het parcours dat we kennen van km 1. Eindelijk heb ik het bekertje water te pakken waar ik al zo lang naar verlang. Ik hou het voorzichtigheidshalve bij twee kleine slokjes. De kriebelaar zal mij overigens niet meer lastigvallen. Klaar voor de tweede ronde. De twee dames kunnen hun versnelling niet volhouden en verliezen nu snel terrein bergop. Ik ben nu alleen met Lucien. Die blijkbaar bij me gaat blijven. Dat maakt het alvast wat aangenamer. Ik hou wel van dit betonpad dat in dit herfstseizoen zijn hard karakter verbergt onder een masker van bladeren. Het is in de bochten wel even opletten om niet in de blubber terecht te komen naast het beton. De Garmin-analyse achteraf leert me dat we zelfs ons tempo van de eerste ronde hebben kunnen handhaven. En we halen ook Luciano Battistini in die al een tijdje met de handen in de zij achterom aan het loeren is. We zijn er, Luciano. Ik heb hem al vaker gezien in mijn buurt maar wist niet dat het de Battistini is die ik het laatste jaar meestal enkele plaatsen voor mij in de uitslag zie. Niet slecht bezig vandaag, zo lijkt het. Ik verwittig Lucien dat het moeilijkste stukje van de klim eraan komt. De tweede ronde verschilt immers gedeeltelijk van de eerste. Een scherpe bocht naar rechts en dan twee pittige bultjes in een rechte lijn van 600 meter. Goed voor de traagste kilometer van de dag, maar dankzij een korte afdaling toch nog onder de 6′. De lichtvoetige Lucien kreunt onder de inspanning, de zwaargebouwde Vincent Vanaschen moet tijdelijk stapvoets verder. Het blijft nog even klimmen na een linkerbocht maar we hebben nu het einde van de 3 km lange klim toch in zicht. En kijk, daar zie ik Claude Herzet na zes kilometer nog eens, althans op de rug. De helling heeft hem parten gespeeld maar je kan er gif op nemen dat hij in de afdaling met zijn soepele tred weer afstand zal nemen. Dat gebeurt ook, hoewel ik me met vier plaatsen en 45 seconden achterstand aan de streep, niet moet schamen voor de charmeloper van de Krinkelsgracht.
Na precies 8 kilometer verlaten we het bos en kunnen we herstellen, versnellen en genieten op een kaarsrechte en lichtdalende asfaltweg. Dit is een van de heerlijkste parcoursstroken van het hele seizoen. Zeg dat Cortleven het gezegd heeft. Servais Halders trouwens ook, zoals hij ook de 600 meter van daarnet als de zwaarste van de wedstrijd bestempelt. Van Servais gesproken, hij loopt hier de tweede veteraan 3, Rudy Lacroix, op 2 minuten. En is daarmee op weg naar zijn (hoeveelste?) categoriezege in de challenge. En de zoveelste wonderbaarlijke heropstanding. Op de Rue du Fort halen we rond de 4’30”. Hoe sneller, hoe makkelijker. Maar zo is het meestal. Na 900 meter draaien weer voor even het bos in, op een dik bladertapijt. De afdaling naar de finish wenkt. We krijgen nog een aanmoediging van Luigi Saggiorato. Ik ken vandaag haast meer mensen langs de kant dan in de koers. We zijn nu even met z’n drieën. Ik word geflankeerd door Lucien en Luciano. Die laatste is dus weer komen aansluiten. Hij informeert naar mijn categorie. Lucien geeft het antwoord. “Vétéran 4? Quelle forme!” is zijn reactie. Hij moest eens weten… Overigens stonden hier vandaag 6 veteranen 4 aan de start. Het maximum dit jaar, vermoed ik. Willy Hertogen staat naast me op het podium. Aan de andere zijde staat Pierre Driessens, veertien dagen geleden nog in de marathon van Frankfurt. Verder met de weedstrijd. Daar is Georges Mabille weer die de lopers onophoudelijk blijft aansporen om de mini-rotonde voor de afdaling volledig te nemen. Luciano en ik volgen zijn consignes plichtsgetrouw. Lucien neemt de binnenkant en snijdt zo drie meter af. “Je zal gediskwalificeerd worden” lach ik. “Ik ben niet ingeschreven” lacht de smalle LO-leraar terug. “Dit is een mooie training.”

Ougrée 3


We zullen snel terug in Ougrée-Bas zijn met percentages tot -10%. Ik hou me niet in ondanks een opspelende rechterheup. Op een vlakker stuk loopt Luciano Battistini toch weer van ons weg. Zelf halen we nog een dame in, Maude Demoigie, die ik een drie kwartier geleden in het bos nog even voor me uit heb zien lopen. In het voorbijvliegen groet ik nog even Philippe Gheury, vandaag ook als signaleur. We draaien samen het voetbalveld op waar Marie-Paule en Servais Halders, al negen minuten binnen, ons aan het toegangshekken opwachten. Nog een halve ronde langs het voetbalveld. Die laatste hectometers kosten me wel eens één of meer plaatsen. Ik zie iets roods naderen. Gelukkig heeft de achtervolger ook niet meer de jongste benen. Het is veteraan 2, Roger Mennicken, mij van naam bekend uit de Challenge L’Avenir. “Niet met mij, menneke” zweer ik en ik red mijn plekje, 64 is dat. De lange klimkilometers hebben uiteindelijk het gemiddelde toch onder de 12 per uur geduwd. Bij het overschrijden van de streep bedank ik meteen mijn gezel van vandaag, Lucien Collard.
De middag in de kantine verloopt volgens het geijkte stramien. Ik verlaat Ougrée met een uitstekend gevoel. Is het niet de beste, dan toch de aangenaamste wedstrijd van het seizoen geweest. Ik geef me dan ook zonder aarzelen vier hartjes.

(Foto’s Marie-Paule. Foto 1: Opwarming op het veld van Royale Amical Club Ougrée. Foto 2: Michel Mancini opent de wedstrijd op de fiets. Foto 3, archieffoto van Jo Defrère: Lucien Collard die me vandaag de hele tijd gezelschap houdt.)