Solières (Challenge condruzien)
vri 09/06/2017 19.30u * Solières (Challenge condruzien) * 11,4 km * 01:01:31 * 11 * 150/323 * 12/28 * ♥♥
Misschien doen vijf dagen rust me wel goed, durfde ik te hopen. Maar de eerste trainingen bij mijn terugkeer uit een korte vakantie duwden we met de neus op de feiten. Het principe “rust roest” geldt nog meer of misschien in de eerste plaats voor de oudere knarren in het peloton. Na veertien dagen is het toch weer tijd voor een wedstrijd en dus trekken we naar “La Condrusienne” in Solières, een landelijke deelgemeente van Hoei. Met het bange vooruitzicht dat ik mijn benen weer zal kraken op het veeleisende parcours. Start en aankomst liggen in een park rond een oude cisterciënzerabdij. De VZW Château Vert vangt er fysiek gehandicapte kinderen en volwassenen op. Om halfnegen, als ik over de streep loop, kan ik niet meer om de harde waarheid heen: de zwaardere Condruzien-parcoursen, zoals Solières er een is, kennen geen genade met lopers op de terugweg.
Ik zal het wedstrijdverslag toch maar met goed nieuws beginnen. Na maanden van allerlei misverstanden heb ik dan toch eindelijk mijn borstnummer. In het peloton – meer dan 300 vertrekkers – zie ik de vele getrouwen van de Condruzien. Meest opvallend zijn enkele lopers in “wespentenue”, shirts met geel-zwarte banden. En… Jean Detaille, de veteraan 4 in zijn Rode Duivels-outfit. De reden voor zijn kledingkeuze wordt me pas duidelijk als ik na de wedstrijd in de kantine de uitzending Estland-België op een overigens piepklein scherm zie. We maken eerst een rondje in het park. Ik leg dat af in het gezelschap van Rosario Ilardo die echter snel het ruime sop zal kiezen. We mogen eerst genieten van een 2 km lange afdaling – op het asfalt. Ik hou nu even geen rekening met twee bultjes in de dalende strook. Ik zie dat Kris Govaerts ook een rustige start genomen heeft. Maar bij mij is dat een noodzaak, bij hem een tactische keuze. Als we na 2,5 km het asfalt verlaten, verdwijnt hij al snel uit mijn gezichtsveld. Hij eindigt vier minuten voor me. Na afloop is hij erg tevreden over zijn prestatie. Maar die tevredenheid krijgt een uurtje later een flinke tik. “Pas negende veteraan 3” is de reactie als de uitslag wordt rondgedeeld. Ik ben wel ontgoocheld over mijn loop, maar maak me geen illusies meer over mijn plaats. Alles went. Het uitzicht op de looproute is landelijk, de geur van een varkensfokkerij na een goede kilometer ook. In het bos blijft het naar beneden gaan. Noël Heptia heeft me het parcours haarfijn beschreven. Twee steile stukken, eerst een smal paadje in het bos, dan een bredere grasweg aan de rand van het bos. Ik ben Noël voorbijgegaan aan de kerk van Solières. Dat is niet zo’n grote verdienste want hij trekkebeent nog altijd na een inactiviteit van acht weken. Maar mijn dalerskwaliteiten zijn zo belabberd dat hij me anderhalve kilometer verder weer voorbijgaat. Overigens traint hij hier wel eens, dat helpt ook op deze bospaden. Enkele plaatsen voor me zie ik het rode shirt van Michel Mancini. Mijn blik glijdt verder naar voor. Daar is ook Paul Delaitte. Beide prille zeventigers vechten om de eerste plaats bij de veteranen 4. In de Limburgse loopwedstrijden bestaat er zelfs geen categorie 60 plus. Daar ben ik nu al jaren afgeschreven voor een klassering. Op een vlakke strook in het bos is het even plassen ontwijken. Maar de ondergrond is in niets te vergelijken met de modderpartijen die ik me herinner van mijn eerste deelname in 2012. Ik haal Paul Delaitte in maar die doet even verder haasje-over. Veel plaatswinst zit er vanavond niet in. De eerste bevoorrading komt eraan. Weer onoordeelkundig want ongemakkelijk voor de lopers opgesteld. Bij de volgende grondwetswijziging zou men de plaats van de bevoorradingsposten aan de binnenkant van de bocht moeten vastleggen. De post wordt onder meer bemand door enkele bewoners van het Château Vert. Een van de jonge mannen klemt het bekertje zo hard vast dat ik het uit zijn handen moet rukken. Het plastic plooit maar ik hou nog een druppel water over.
Na 5 kilometer nemen we een houten brugje over een beekje. Ik neem aan dat dit het laagste punt van het parcours is. Ik weet dat het vanaf nu hoofdzakelijk in stijgende lijn gaat. Dat voorspelt niet veel goeds met de flanellen benen van vanavond. Het begint al meteen met een fikse klim op een onaangenaam stenen weggetje, genre “chaussée romaine”. Het is de beruchte Romeinse steenweg misschien wel. Ik krassel voorbij Michel Mancini en zijn clubgenoot Noël Heptia. Maar Paul Delaitte geeft niets van zijn voorsprong prijs. We klimmen verder op een asfaltweggetje. De stijgingsgraad van 3% is wat vriendelijker voor de benen. We komen even in de bebouwing. Rechts ruik ik een koeienstal. Boven nemen we een bocht naar links, naar een gehuchtje dat ik later op de kaart zal terugvinden als “La Sarte à Ben”. Wat een heerlijk plaatsje om te wonen is dit, tussen het groen en vandaag onder een weldoende zon. We krijgen nog een korte afdaling voor we rechts weer het bos worden ingestuurd. We zijn nu onderweg voor wat een eindeloze klim lijkt te zijn. Enkele procenten stijging op een relatief brede bosweg die ondanks wat stenen en kuiltjes best beloopbaar is. Maar forceren kan ik niets. Ik probeer mijn zere benen niet helemaal op te blazen en blijf zo goed als op mijn positie. Uiteindelijk lukt het me toch om Paul Delaitte en een juffrouw in het zwart voorbij te gaan. Het is een opluchting als we na 2 kilometer uit het donkere bos komen en onder de open hemel verder klauteren. Fotografe Carine Heyne, geruggesteund door Pierre Jadot, wacht ons op boven aan een laatste steile strook op het gras rond km 9. Samengetroepte fans spreken ons moed in als we weer tussen de huizen uitkomen. Ik kijk even naar de afstand op mijn Garmin. Volgens mijn berekeningen hebben we nu nog 2 kilometer op het asfalt te goed. Ik put enige moed uit dat vooruitzicht en probeer, zij het met veel moeite, het tempo op te krikken. Ik haal Thierry Delvaux en Amélie Fortemps in. Zij lopen nu al kilometers voor mij uit. De weg blijft omhoog gaan voorbij de kerk van Solières. Overigens ligt de kerk hier vrij eenzaam op de top. Een dorpskern heb ik niet kunnen ontdekken, alleen wat kriskras lopende straten. We komen weer voorbij de varkensfokkerij. Nu is het niet ver meer. Maar mijn heropflakkerende goede luim wordt bruusk verstoord door een seingever die ons rechts weer een bos instuurt. Ik verwens het smal, kronkelig en met boomwortels geaderd bospad. Op een goede 300 meter verlies ik weer alle plaatsen die ik daarnet met veel moeite heb ingewonnen. Zelfs enkele lopers die ik van de hele wedstrijd niet voor me heb gezien schieten me voorbij. In de laatste kilometer kan ik niets meer rechtzetten. Marie-Paule wacht me op in de binnenplaats van de oude abdij. De benen worden nog eens beproefd op de historische kasseien. Een smal poortje met een gevaarlijke ijzeren staaf even boven de grond geeft toegang tot het nieuwe deel van het park. Ik blijf net niet onder het uur op de 11,4 kilometer. Paul Delaitte eindigt vlak achter me.
Eén gulle sponsor heeft de hoorn des overvloeds uitgestort over het piepkleine Solières. En zo worden we hier verwend in een accomodatie – kleedkamers en kantine – die haar gelijke niet heeft in het hele Condruzien-circuit. Ondanks een blessure bezet Maja weer het hoogste trapje op het podium van de aînées 3. Bij de veteranen 3 staan de drie laureaten op dezelfde hoogte. Zo lijkt het alvast van opzij. Maar daar heeft Dominique Mathy wel een truukje voor moeten uithalen. Als hij er zin in heeft durft Dominique zelfs de beste veteranen 1 en 2 kloppen. Maar hier laat hij de kleine José Lemos-Cruz voorgaan en zo wordt het verschil in gestalte gecompenseerd door het hogere trapje voor de winnaar.
Het is al 23 uur – de dag heeft dan toch plaats moeten maken voor de nacht – als we ons huiswaarts begeven. Zonder signaleurs – die zitten in de kantine – mis ik de afslag naar rechts en belanden we via smalle en bochtige wegen in Andenne. Van daaruit brengt de autoweg ons linea recta naar Riemst.
(Foto 1 van Louis Maréchal: Links Dominique Mathy, in het midden, in het oranje, José Lemos-Cruz. Foto 2 van Carine Heyne en Louis Maréchal. Links genot, rechts pijn. Foto 3 van Marie-Paule: De laatste meters op de kasseien van de abdij met Thierry Delvaux en Guillaume Prouveur.)