Kerkrade (Abdij Trailrun)

zat 16/01/2016 13u * Kerkrade (Abdij Trailrun) * 10,4 km * 00:56:55 * 11 * 55/151 * 1/3 * ♥♥♥♥

Ik vertrek zaterdagochtend voor het eerst in meer dan zes jaar in oostelijke richting voor een loopwedstrijd. Op het programma staat de abdijcross/trail van Kerkrade. Een andere regio, een ander publiek. Tussen de deelnemers herken ik… niemand. Enkel een ATLA-shirt langs me aan de start komt me bekend voor. Na een ommetje in Duitsland – door werkzaamheden in Kerkrade en op aanwijzen van de GPS-juffrouw – bereiken we toch ruim op tijd de imposante Rolduc-abdij. De geschiedenis van de voormalige abdij gaat terug tot de twaalfde eeuw.

Kerkrade 1

De abdijcross op zondag – een landelijk evenement – bestaat al van 1963. Vandaag mogen de recreanten – wij dus – de benen strekken. We vertrekken vanaf een voetbalveld dat al helemaal ingekleed is voor de cross van morgen. Er is een groot scherm opgesteld waar we ons even later zelf zien voorbijhollen na de showronde rond het voetbalveld op een breed uitgevallen Finse piste. Het podium is al even indrukwekkend. De ceremonie van onze wedstrijd zal wel al afgelopen zijn als ik over een klein uurtje de lijn overschrijd.
Onder het geschal van de theatrale speaker duiken we het bos in voor een ronde van dik tien kilometer. Ik heb wijselijk voor de kortste afstand gekozen. In het abdijpark kunnen we al de benen testen op een korte nijdige klim en krijgen zo al een voorsmaakje van wat in de volgende kilometers zal volgen. Dan volgt een vlak 600 meter lang smal pad langs de rijweg. Ik maak hier dadelijk een aantal plaatsjes goed met de wind pal op de neus. De benen zijn nog koud maar schijnen vandaag wel zin te hebben in een stevig tempo.

Kerkrade 2

Onze “speeltuin” is vandaag het Beerenbosch waar we een lus van 5,5 kilometer zullen maken. Net op het ogenblik dat ik bedenk dat het trailgehalte van de loop wel meevalt, worden we een smal en glad bospad opgestuurd. Aan km 3 staat de lange sliert lopers plots stil. We moeten een klein afdalinkje nemen dat door de regen een roetsjbaan geworden is. Dat gaat bij mij nog wat langzamer dan bij mijn collega’s en ik verlies dus enkele plaatsen. Tot overmaat van ramp moeten we daarna over een dikke boomstam klauteren. (Organisatoren die mij willen “koejonneren” moeten vooral dat soort hindernissen op mijn weg leggen. Het “herniablok” in mijn rechterbeen werkt als een loden gewicht.) Probleemoplossend denken: hoe geraak ik hier zo snel mogelijk over? Herinner u mijn avontuur in Jupille waar ik de risée was van de lopers achter mij toen ik secondenlang aan een boomstam bleef hangen. Ik zoek de lagere rechterkant op en met enig geklungel geraak ik dan toch over het obstakel. Deze passage heeft me een vijftiental seconden en een plaats op tien gekost. Ik begin met goede moed aan de achtervolging. Het ene bultje op, het andere af. Kort maar wel best steil. Bosweggetjes, voetpaden, hier en daar een flard beton. Het parcours loopt in het eerste gedeelte evenwijdig met de Worm, een zijriviertje van de Roer, die hier de staatsgrens vormt. Heel wat Teutonen hebben trouwens de oversteek gemaakt. Je hoort hier nog al wat Duits praten (tenminste diegenen die daar nog de adem voor hebben). Ik voeg er snel aan toe dat het ook wel het dialect van Kerkrade (Kirchroa) kan zijn dat vervaarlijk lijkt op de taal van Goethe. We kruisen twee keer een rijweg in de wijk Chèvremont waar de autobestuurders geduldig en met stilgelegde motor wachten tot de karavaan voorbij is. Ik mag dan wel een kluns zijn op een trailparcours, soms betrap ik me toch ook op een handigheidje in het manoeuvreren in het peloton. Aan een poortje van het bos naar een woonwijk kan ik met een “Sven Nijs”-manoeuvre twee plaatsjes winnen.
Bij gebrek aan bekende mikpunten heb ik me gericht op een juffrouw met paardenstaart die ik voor de beruchte boomstam had ingehaald maar nu enkele plaatsen voor me uitdraaft. Het duurt zo’n 4 kilometer eer ik weer aansluit. Ze gaat me opnieuw voorbij aan een steil glibberig stuk waar mijn Glycerine 12’s (mijn schoenen) mij in de steek laten.

Kerkrade 3


Aan km 7 verlaten we het bos en komen we weer op het pad van kilometer 2, het Kanunnik Kruyderpad. Alles ademt hier religie. Ik volg een sliert lopers met een rood startnummer. Die jongens en meisjes hebben nog een ronde voor de boeg. Ook de juffrouw (het kan ook een mevrouw zijn) met de paardenstaart die ik voor de derde keer en nu definitief voorbij ga. Een sterke conditie heeft die meid!
We zijn voorbij de achtste kilometer en in de onmiddellijke omgeving van de abdij. Nog even doortrekken op de vlakke aankomstzone, neem ik mezelf voor. Maar dan wijst de hand van de signaalgever naar rechts. Een scherpe bocht en dan een eindeloze weide. Het duurt even voor ik een goed ritme vast heb op de hobbelige graszoden. Ik houd afstand van de achtervolgers tot de route naar beneden loopt. Om recht te blijven moeten we de drassige bosrand opzoeken en verlies ik meteen enkele plaatsen. We zijn nu in het bos rond het abdijdomein. Ik hoor de speaker van jetje geven: hij kondigt de eersten aan, zo’n 2 kilometer voor mij. De parcoursbouwers hebben de gemeenste hellinkjes blijkbaar opgespaard voor de laatste lus in het bos van het abdijdomein. Mijn maag speelt op van vermoeidheid, ik krassel naar boven. In de afdalingen kan ik me wel weer even herpakken. Nog een trap naar het voetbalveld, naar de finish. De snelheid is er nu helemaal uit. Fotografen aan weerszijden van de trap liggen hier op de loer voor het ultieme plaatje. Op de vlakke laatste 500 meter moet ik nog één positie prijsgeven. De volgende belager kan ik middels een spurtje net achter me houden. Achter de “bio”-aankomstlijn (van zaagmeel) wacht nog een verrassing. Voor mij althans. Voor het eerst in jaren krijg ik nog eens een medaille, dat is al van mijn marathontijd geleden. Ik neem het kleinood dankbaar aan. Een lopershand is gauw gevuld. Die van de organisatoren niet: 12,50 € voorinschrijving!
Na de finish treuzel ik wat te lang in de bijtende koude en heb daarna uren nodig om weer op temperatuur te geraken. Een bol erwtensoep – de beroemde snert – in de Kloosterbrasserie brengt me weer op krachten.

(Foto’s met dank aan respectievelijk John Parren, Yvonne Silverentand en Marie-Paule. Beelden van de eerste en laatste kilometer en na de loop.)