Welkenraedt (Challenge L’Avenir)

zat 13/02/2016 15.30u * Welkenraedt (Challenge L’Avenir) * 10 km * 00:47:07 * 12,8 * 143/459 * 3/20 * ♥♥♥♥

De treinreiziger kent ongetwijfeld Welkenraedt als eerste station op de grote oost-west-as in ons land. Na het lezen van dit verslag is het stadje dicht bij de Duitse grens voor jullie mogelijk ook een begrip in de rijke jogginggeschiedenis van het Luikse. Ik ben de enige (Belgisch-)Limburger aan de start in . De meesten van mijn loopvrienden zullen ongetwijfeld kiezen voor de loop in Alleur morgen.
Ik heb ruim de tijd voor een uitgebreide stretching in de kantine en een gesprekje met veteraan 3, Maurice Gillet, die na een achillespeesblessure weer met de competitie aanknoopt. Het regent maar volgens de organisatoren zouden de boswegen goed beloopbaar zijn. Ik geloof hen op hun woord maar na de ervaringen van vorige week kan ik een zekere achterdocht niet bedwingen.

Welkenraedt 2


Even voor halfvier heeft een imposante groep van 459 mannen en vrouwen zich verzameld voor café Le Bienvenu, wachtend op het startsignaal. Prins Carnaval en zijn gevolg pronken met wuivende veren voor de meute. Ik sta naast Harrie Hamers die de 1° Celsius trotseert in singlet. Even later neemt Yves Van Tomme plaats langs me. De man uit Warsage was er vorige week ook bij in Modave en heeft dus dezelfde wedstrijdkeuze gemaakt als ik. Hij is warm ingeduffeld in trainingsjasje en lange broek. Ik reken op een snel tempo en draag alleen een Craft-ondershirt met lange mouwen.
Als ik na het gedrang in de eerste hectometers Yves vlak voor me zie, besluit ik hem te volgen of tenminste een tijdje in zijn slipstreaam mee te gaan. Hij is weliswaar wat sneller dan ik, maar wie weet, in een betere dag… Die eerste kilometer zigzaggen we tussen de dichte drommen lopers voor ons door. We verlaten een dalende weg met nieuwbouwhuizen en komen plots op een open grasveld terecht. Het pad loopt stevig naar beneden – tot 8% – en is herschapen in een modderpoel. De beelden van vorige week schieten weer door mijn hoofd. Ook hier hou ik me aan mijn devies: vooral recht blijven. Ik word langs links en rechts voorbijgelopen door collega’s met meer lef. Links voor me glijdt zo’n lefgozer uit. Hij legt een sierlijke zwaai in zijn val die hem een vermelding in dit verslag oplevert. Na 300 meter komen we weer op het verhard. Yves loopt zo’n vijftien meter voor me. Een helling van 600 meter met zo’n 2 tot 3% stijging biedt me de mogelijkheid om weer aan te sluiten. Als ik daarvoor de benen en de adem heb tenminste. En die heb ik, een goed teken.

Welkenraedt 1


We lopen onder een viaduct van de E40 door. “Nollet menteur” (Nollet leugenaar) schreeuwt een graffito naar me, maar ik ken Nollet niet en heb te druk om Van Tomme (Yves dus) te volgen. Het parcours loopt verder aan de andere kant van de autoweg en blijft gestaag omhoog gaan tot 3,5%. De “chemin empierré” – dat is een met losse stenen en gruis verhard pad – is bezaaid met plassen maar houdt voorts geen gevaar in. Yves laveert tussen de concurrenten door. Telkens hij een loper voorbijgaat, geeft hij een snok aan het tempo waardoor ik enkele meters verlies. Maar even verder ben ik weer in zijn spoor. Eens ik zijn tactiek (of “tic”) door heb reageer ik niet meer meteen op zijn versnellingen maar blijf in mijn ritme om hem een tiental meter verder weer in te halen. We lopen het bos van Grünhaut in. Yves geeft het tempo aan, ik zoek een ander spoor vlak achter hem om nog zicht te hebben op de oneffenheden van de bosweg. Zelf word ik op de voet gevolgd door een juffrouw in korte mouwen die ons al een kilometer als een schaduw volgt. Voor we aan km 4,5 een scherpe bocht naar rechts nemen zal ze hebben afgehaakt. Ik hang nu al bijna vijf kilometer aan de rekker bij Yves. In de laatste meters door het bos, bij een nieuwe tempoversnelling van Yves, denk ik dat ik mijn gangmaker zal moeten laten gaan. Maar opnieuw overleef ik. Ik neem nu zelfs even de leiding op een steile afdaling – tot 15% – op een smal maar overzichtelijk en “stabiel” pad. Ik krijg nog een tik op de hielen van een gehaaste jonge man die even verder tot stilstand wordt gedwongen door een losse veter. Enkele bochten verder komen we uit op een rijweg die onder de E40 door loopt. We zijn even voorbij half wedstrijd op de weg terug naar Welkenraedt.
De volgende moeilijkheid wacht ons op: de klim naar het gehucht Hoof in open veld, meer dan 1 km met een piek tot 5%. Een groepje van 4 man gaat ons voorbij maar twee van hen waaien kort tegen de top alweer terug. Yves trekt zijn halsdoek over zijn mond om zich te beschermen tegen de gure wind. We lopen zwijgend langs elkaar over het hoogste deel van het parcours. Na de ravitaillering – die we overigens overslaan – bij het inlopen van het bos moeten we even door een modderige strook baggeren. Maar ook hier geen vergelijking mogelijk met Modave. We ontwikkelen opnieuw een mooi tempo op het pad langs de autoweg. We zien de auto’s voorbijsnorren op de open plekken van de bosrand. Ik beantwoord alle versnellingen van Yves die geregeld naar zijn horloge kijkt. Checkt hij zijn gemiddelde, zijn hartslag? Het aantal kilometers, vertelt hij me na de finish. Een afdaling brengt ons terug op het asfalt aan de rand van het dorp. Ik ben nu niet meer van plan me te laten lossen. Een juffrouw van Eupen Triathlon Team, Valerie Keutgen, snelt ons, op het asfalt intussen, met lichtvoetige tred voorbij. Maar de twee oude(re) mannen over wie ik het nu al de hele tijd heb, zijn taai en laten de slanke Eupense weer achter op de volgende helling. Yves legt er nog eens de pees op in de straten van Welkenraedt. We zijn al in de laatste kilometer als we rechtsaf worden gestuurd, een smal paadje in. Ik heb hier toevallig vooraf ingelopen en ken de weg terug naar het voetbalveld en de finish. Het triathlon-meisje komt weer aansluiten. Opnieuw in de bebouwing volgt er nog een steil bultje. Valerie moet hier een tiental meter toegeven. Ik loop met Yves onder de Omnimut-sponsorboog door. Ah, we moeten nog een ommetje maken rond het voetbalveld. Het zompige gras en een nieuwe versnelling van Yves leggen de posities definitief vast. Enkele tellen na mij loopt Valerie door de amper 1 meter brede “laatste rechte lijn” tussen de afsluiting van het voetbalveld en de kantine binnen.

Welkenraedt 3


“Pittig tempo” lacht Yves als we na de wedstrijd van een bekertje warme thee genieten. “Jij loopt met tempostoten”, antwoord ik met enige moeite. De koude wind heeft mijn lippen verstijfd. De opeenvolging van lange hellingen heeft ons gemiddelde, van rond de 4’20” op het vlakke, naar beneden gehaald. Uiteindelijk blijven we net onder de 13 km gemiddeld steken. We zijn beiden niettemin tevreden over onze prestatie en haasten ons dan naar warmere oorden.
Ik vind nog een plaatsje in het kleedkamertje van de scheidsrechter in de installaties van de intussen gefuseerde voetbalclub Alliance Welkenraedt. De disk-jockey warmt de kantine met Duitstalige hoempa-muziek op voor het carnavalsfeest later op de avond. Ik drink nog een blonde Valdieu ( een mini-versie in een wijnglas ) op mijn geslaagde loop. Dan rijden we onder de miezerregen terug naar huis.

(Foto’s van Marie-Paule. Foto 3: Samen met Yves Van Tomme.)