Huy Night Run
vri 04/06/2016 20.15u * Huy Night Run * 10 km * 00:48:26 * 12,5 * 461/1668 * 10/44 * ♥♥♥♥
“Een mooie wedstrijd” heeft Servais Halders me al gezegd op training als ik mijn wedstrijdplanning voor de volgende weken uit de doeken doe. Ik ga voor het eerst naar de Night Run in Hoei, een traditierijke loop met veel volk en ambiance en mijn categoriegenoot Armand Pirotte als speaker. Jammer genoeg blijkt Armand dit jaar de micro te hebben doorgegeven aan een jongere collega. Ik trek naar Hoei in het gezelschap van Willy Hertogen die deze wedstrijd als oudgediende van de Challenge van Luik al vaak heeft betwist. Ik kan hem toch nog verrassen met een snellere autoroute naar de Maasstad.
We worden vergezeld door onze twee echtgenotes, we kunnen dus al niet te laat thuiskomen. De Night Run is een absolute publiekstrekker in het Waalse joggingcircuit. Dit jaar vestigen ze zelfs een record met meer dan 3000 deelnemers voor 3 wedstrijden. Jong en oud is hier, jammer genoeg horen wij bij “oud”, meer nog, bij “oudst”. Met mijn naamgenoot verken ik de eerste en de laatste kilometers in de stad. Ik herken het grootste gedeelte van de route van mijn deelname aan de Kerstcorrida in 2014. Van het parcours weet ik verder dat er een stevige helling op ons wacht na enkele kilometers. Willy schat die op een kleine kilometer. Als ik er na een kwartier aan bezig ben wordt me duidelijk dat de klim heel wat langer is. Ik had het moeten weten: de Maashellingen in deze regio zijn zo’n drie kilometer lang. Ik blijf opwarmen tot kort voor de start in de hoop me vanuit de achterste rijen een weg te kunnen banen naar voren. Maar dat is zo goed als onmogelijk. Maar liever van achteren vertrekken dan een kwartier onbeweeglijk te moeten wachten. Ik weet uit ervaring dat ter plaatse trappelen nefast is voor mijn rechterbeen.
22 seconden na het startschot passeer ik de startlijn, daarna gaat het nog enige tijd in slow-motion verder. Bewegingsruimte krijgen we pas op de brug over de Maas na 300 meter. Op de 600 meter lange strook langs de rivier waar we hoog boven ons aanmoedigingskreten horen vanuit de appartementen kan mijn wedstrijd beginnen. Maar de veteranen 3 die ik voor de wedstrijd heb kunnen groeten – Noël, Paul, Claude, Albert en anderen – zijn dan al nergens meer te bespeuren. Na een tweede passage over een Maasbrug komen we opnieuw voorbij de vertrekplaats op de aangename Avenue Delchambre (tenminste wanneer er geen auto’s rijden). Na 1,7 km verlaten we de rechte lanen en beginnen we aan een licht golvende kilometer door de stad. In een flits herken ik onze twee meegereisde fans die ons na een veertigtal minuten terug verwachten in het stadscentrum. Zij hebben zich dan al te goed gedaan aan een “burger” in de Quick die uitnodigend op de startlaan ligt. (Dat van die “burger” is een veronderstelling van mij). Ik blijf intussen plaatsen goed maken maar word zelf wel voorbijgesneld door veteraan 3 Bernard Marotte. Gemakkelijk te herkennen in zijn oranje plunje en dito pet. Bernard is de ideale gangmaker in de drukke stoet lopers voor me. Hij houdt er een pittig tempo op na – rond de 4’30” – en ik moet geregeld een tussenspurtje van enkele meters trekken om zigzaggend tussen de collega’s in zijn spoor te blijven. Maar na 3 km is zijn “Sturm und Drang”-periode voorbij en neem ik afstand. “Ga maar, het begint hier dadelijk te klimmen” geeft hij me nog mee, weliswaar in de taal van Molière. Eerst een korte maar steile puist, dan nog even een afdaling voor we echt beginnen aan de klim die volgens Willy een kleine kilometer lang is. In die eerste meters haal ik mijn gemeentegenoot in die moeizaam naar boven klautert. Op een steile strook (rond de 10 %) ga ik voorbij Michel Mancini. Ik heb dus nu pas mijn “startachterstand” goedgemaakt. Na elke bocht vermoed ik het einde van de klim maar ik moet mijn verwachtingen telkens bijstellen. Tot het begint te dagen dat we hier naar boven klauteren op de Maashelling. Hier en daar biedt het wedstrijdprofiel enig soelaas, een stukje vlak of een streepje afdaling. Niet dat ik hier aan het sterven ben. Ik heb een mooi klimritme gevonden. Mijn enige zorg is of ik straks op het vlakke nog reserves zal hebben. Na 5,7 km ben ik dan eindelijk boven, na wat ik als een pittige maar afwisselingsrijke klim zal beschrijven.
Het gaat onmiddellijk fiks bergaf. Ik mag hier nu geen tijd en plaatsen verliezen die ik in de voorbijgaande kilometers met veel energieverbruik heb gewonnen. Ik ontsnap aan twee gevaarlijke bewegingen van roekeloze collega’s en begin met redelijk frisse benen aan deel twee van de Night Run. Het is overigens nog klaar genoeg en de paden en wegen zijn goed beloopbaar zodat ook de minder soepele loper (lees stijve hark) die dit verslag doorseint ook veilig de finish kan bereiken. We lopen door de woonwijk Les Golettes, hoog boven de Maasvallei… en met zicht op de koeltorens van de kerncentrale van Tihange. Zouden de jodiumpillen al uitgedeeld zijn of toch maar beter “Tihange abschalten” zoals ik het gisteren op enorme spandoeken las in Aken. Nu, ik haal mijn energie uit koolhydraten en hoop dat mijn voorraad volstaat voor de volgende kilometers. De weg kronkelt naar beneden, naar Tihange-dorp. Ik herken de toegangspoort van het kasteel Poswick: daar deden we de laatste foulées in de gelijknamige loop in maart. Het blijft goed vooruitgaan, het voornamelijk dalende profiel geeft wel een stevige duw in de rug. Maar wat heb ik nog in de tank op de lange weg door Tihange? In elk geval, voldoende om onder de 4’30” te blijven in de vlakke negende kilometer. De inboorlingen zijn naar buiten gekomen en vooral de jongsten moedigen ons fel aan. De opeenvolgende bochten kondigen de nabijheid van het stadscentrum aan. Ik verlies wat tijd op weg naar de Avenue Delchambre, waar we al voor de tweede keer passeren. We kunnen ons opmaken voor de blijde intocht in le vieux Huy. De sfeer is uitbundig in de kronkelende straatjes van het centrum. Ik lever wel nog enkele plaatsjes in. Ik zet de spurt in op zo’n 300 meter van de finish. Het gebeurt niet elke week dat je je beste beentje (bij mij is dat het linker) kan voorzetten tussen dikke hagen uitbundige toeschouwers. Nog even schrikken als ik in de laatste flauwe bocht voor de streep bijna van de sokken word gelopen door een stoer gebouwde achtervolger. Ik sluit de race af met een gemiddelde van 12,5. Daarmee beschouw ik mijn uitstap naar Hoei als geslaagd.
We schuiven in dichte drommen door de nauwe straatjes. Het is drukkend weer. Sportdrank, mineraalwater en Lipton Ice Tea zorgen voor de eerste aanvulling van het verloren lichaamsvocht. Als ik de kleine kilometer naar de auto stapvoets heb afgelegd komt ook Willy Hertogen aangedribbeld. Een pijnlijke rug heeft de laatste 3 kilometers van zijn loop verpest. Het douchewater in het IPES (provinciale middelbare school) is fris. Brrr.. De blonde Leffe en de bruine Ciney die we nuttigen op het gezellige marktplein is ook fris. Heeeerlijk…
(Foto’s L’Avenir. Foto 1: De start. De eersten nemen de bocht naar de Maasbrug. Ik zit ergens ter hoogte van de rode pijl. Foto 2: Een massaloop is niet zonder gevaren zoals deze jonge dame ondervindt.)