Wanzoul (Challenge hesbignon)
zat 25/06/2016 19.30u * Wanzoul (Challenge hesbignon) * 10,3 km * 00:50:07 * 12,3 * 98/262 * 7/18 * ♥♥♥♥
Ik ben samen met de Veldwezeltse spitsbroeders Jean-Pierre Immerix en Harie Roex in Wanzoul, een gehucht van Vinalmont dat zelf deel uitmaakt van Wanze. Dat is even ten noorden van Hoei. Voor mijn reisgenoten is dit de eerste kennismaking met dit pittoreske dorpje. Ik ben hier al vaker geweest voor een van de aantrekkelijkste lopen van de Challenge hesbignon. Toch laat ik niet na de laatste kilometers nog uitgebreid te verkennen. Het Waalse platteland is doorweekt door de overvloedige regenval van de laatste maanden. De onverharde stroken van het parcours zullen er hier ook wel modderig bijliggen. Niettemin kies ik voor mijn reguliere loopschoenen voor meer comfort op de goedlopende asfalt- en betonwegen in de dorpen. Zelfs in de grote feesttent op een weide tegenover het kasteel van Wanzoul is het zaak voorzichtig te bewegen op de glibberige ondergrond.
Enkele diehards die gisteren ook al in de Condruzien-loop in Ocquier aan de start stonden, zijn hier opnieuw van de partij. Patrick Renard, gisteren ook actief, neemt wel een dagje rust. Alhoewel, veel gemoedsrust is de sympathieke Remicourtois niet gegund. Een onverlaat is daarnet uit baldadigheid op zijn auto ingereden.
De zon, die tijdens de opwarming nog volop scheen, is verdwenen achter een dreigend wolkendek als we worden losgelaten op het gevarieerd lussenparcours van 10 km. We maken eerst een gala-rondje in het dorp, inclusief een eerste doortocht door het park van het kasteel van Wanzoul. Officieel draagt deze wedstrijd trouwens het predikaat “corrida”. Ik start vrij vooraan en word in de eerste honderden meters al meteen door tientallen collega’s voorbijgelopen. Niet echt bemoedigend maar ik maak me sterk dat mijn tijd nog wel zal komen. De tweede kilometer is meteen de snelste in 4’25”, hoewel we na 1400 meter tussen de plassen op een veldweg al meteen naar een goed spoor moeten zoeken. De donkere regenwolken van voor de start lossen intussen hun inhoud. Dikke druppels kletsen op ons neer. Ik vrees ook een ogenblik voor hagelstenen maar die blijven ons gelukkig bespaard. De laatste dalende meters naar de “Fonds de Roua” lopen over gladde en puntige keien. Ik herinner me plots mijn laatste deelname twee jaar geleden toen ik hier “bakkertje” Marc Lenaerts” zag sukkelen. (Marc is wel weer aan het trainen maar in wedstrijden heb ik hem nu al een hele tijd niet meer gezien… en gehoord.) Nu zelf neem ik deze strook ook op een sukkeldrafje. Niet dat ik geen haast heb. Voor me zie ik de fluo-shirts van Mario Smolders en Stefan Meekers. En die werken, zoals bekend, bij mij als een rode lap op een stier. De twee zijn mij in het dorp al voorbijgesneld. Vooral Stefan gaat fel tekeer, hij laat ook Mario achter. Op het laagste punt van het parcours, na 2,8 km, nemen we een bocht naar rechts voor een streep van 1,2 kilometer door een bos en langs een steengroeve. Dat hier een groeve (van blauwe steen) ligt, merk ik nu pas voor de eerste keer op als ik een aantal enorme steenblokken zie liggen – speeltjes voor Obelix. Het kan natuurlijk niet uitblijven op deze ondergrond: ook hier versperren grote plassen de doorgang. Ik kies zoals vorige week voor de kortste weg door de plassen. Dat loopt goed af, ook al steek ik op een plaats bijna tot aan mijn middel in het water. Kris Govaerts, een van de diehards van vroeger in het verhaal, overkomt even later hetzelfde. Marcel Baeckelandt die mij voor de wedstrijd een korte briefing heeft gegeven over de staat van het parcours, is toch wat optimistisch geweest, stel ik vast. Na driehonderd meter is het ergste voorbij. De regen is intussen ook opgehouden. Na een nieuwe bocht aan km 4 mogen we gaan klimmen. Stefan moet hier bekomen van zijn voortvarende start. We zijn weer op weg naar het dorp, nu op een licht stijgende verharde weg. Terwijl ik de laatste meters op Mario dicht, vraag ik me af welk gewas hier rechts van ons geplant is. Ik gok op vlas. We krijgen een uniek uitzicht op een schitterende regenboog die uitgespannen is boven de graanvelden. De lopers op de voorgrond, de regenboog en de windturbines op de achtergrond: het zou prachtige plaatjes hebben opgeleverd. Maar de fotografen hebben andere uitkijkposten gekozen. Mario kan mijn tempo op de klimmende terugweg naar Wanzoul niet volgen en na de korte steile bult die we in de eerste ronde zijn afgelopen haal ik nog enkele lopers voor me in. We passeren opnieuw voor het kasteel waar de fans zich verzameld hebben.
We zijn voorbij halfweg, klaar voor de tweede lus van de “acht” die we lopen. Het parcours kronkelt door enkele smalle paden en straatjes. De eerste van die kronkels is Koen Vangrieken fataal. Samen met twee collega’s mist hij de afslag naar rechts en stoomt hij rechtdoor. Geen signaleur op dat punt? Maar Koen is een vaste klant van deze challenge en achteraf krijgt hij de plaats die hij verdiend heeft, de zevende. Als we weer zo’n steile puist hebben verteerd mogen we tempo maken op een vlak stuk van 600 meter naar Vinalmont. Ik klamp mij vast aan een jongere loper die me heeft ingehaald. We draaien het dorp in waar de partij van Premier Charles Michel blijkbaar welig tiert, te oordelen naar het grote Maison Libérale dat we passeren. Bij de volgende bocht heb ik even de gelegenheid achteruit te piepen. Mario volgt twee plaatsen achter mij, op een kleine 50 meter. De dorstigen worden hier overvloedig gelaafd, we passeren al de derde of vierde bevoorrading. We zijn levend voorbij de begraafplaats geraakt en kunnen een tandje hoger schakelen in een afdaling langs de school. Ik loop nu voor mijn jongere collega en achter twee blauwhemden die we langzaam aan het inhalen zijn. Nog een goede 2 kilometer, weet ik van mijn uitgebreide opwarming. Ik word dus niet verrast door de route die zowel qua ondergrond als reliëf nog heel wat variatie te bieden heeft. Een zompige weidestrook – aan één kant vertrappeld door paardenhoeven – leidt naar de Ferme Sainte Anne. Na een scherpe afdaling volgen we even de N64, tot groot jolijt van een toeterende autobestuurder. We verdwijnen nu weer in het groen. Mijn tempo stokt op de smalle, donkere en moeilijk beloopbare Ruelle Babelle. Mijn jonge kompaan Olivier heeft me hier in de steek gelaten en zal nog verscheidene plaatsen opschuiven. Het pad leidt naar het Château de Vinalmont waarvan ik alleen de muur heb opgemerkt bij de opwarming en waar we plots verblind worden door de zon. Mijn verkenning komt hier goed van pas, ook op het volgende steil aflopende betonpad tussen de weiden. Fotograaf Eddy Defrère heeft beneden een plaatsje in de zon gevonden voor de beste belichting. Met die belichting en het ideale standpunt was hij al bezig tijdens mijn opwarming. In de volgende 600 meter, eerst op het gras, dan op het asfalt, kan ik het tempo weer opschroeven. Een van de twee blauwhemden, Gregory Grandmaison, heb ik ingehaald. Met de tweede, Stéphane Riga, vat ik de laatste klim aan naar het kasteelpark.
Op de helling van meer dan 10% ga ik zowaar voorbij Stéphane maar die passeert me opnieuw als we het park indraaien, niet zonder me nog even te hebben aangemoedigd. Niet minder dan vijf fotografen leggen onze laatste meters door het park vast. Nog twee scherpe bochten door de kasteelhoeve en we zijn weer aan de caravan van Claudy Dechanet. (In de caravan bevindt zich de tijdsregistratie-apparatuur en Claudy is de big boss van deze challenge.) Ik ben best tevreden over mijn loop. Maar tijden liegen niet. Ik moet 2’30” prijsgeven op Mark Geyskens die een plaats voor mij eindigt in het V3-klassement. Ik speel niet meer mee in de voorste regionen. Het zij zo.
Na de douchebeurt onder een tentje is het tijd voor een Ciney. (Het kan niet altijd Leffe zijn.) Als de winnaars hun prijs hebben afgehaald en de tombola zijn beslag heeft gekregen, worden de tafels aan de kant geschoven om de houten dansvloer vrij te maken. Die wordt snel ingepalmd door Limburgse feestvierders. De disk-jockey speelt zowaar een Duits nummer en Jos Biets schudt enkele swingende bewegingen uit zijn imposante body. (Misschien) meer op de sociale media…
(Foto’s Eddy Defrère. Foto 1: Stefan Meekers. Foto 2: Koen Vangrieken weer op de goede weg. Foto 3 van Carine Heyne: De laatste meters in het kasteelpark.)