Thisnes (Challenge hesbignon)
zon 03/07/2016 10.15u * Thisnes (Challenge hesbignon) * 12,3 km * 00:58:05 * 12,6 * 84/239 * 10/23 * ♥♥♥
Vanochtend ben ik voor het eerst in het Waals-Haspengouwse dorpje Thisnes, op een steenworp van Hannuit. De Challenge hesbignon is er voor de tweede keer te gast om het feest van Saint-Martin ook sportief te vieren. Dat feest is gisterenavond al ingezet, zoveel is duidelijk als je de tent binnengaat waar de bierlucht je tegemoet komt. Ik ben hier in het gezelschap van Jean-Pierre Immerix die zich zorgen maakt om een hardnekkig spierblessuurtje in de kuit.
Als we na een kwartier wachten eindelijk de weg op mogen, voel ik meteen de stramheid in mijn benen, ondanks een gedegen opwarming en stretchingoefeningen vanochtend en gisterenavond. En ik heb de verleiding weerstaan om deel te nemen aan de loop in Haneffe zoals een aantal collega’s die ook langzaam op gang komen. Ik vat de eerste kilometers dan maar op als een bijkomende opwarming. De afstand is trouwens wat langer dan de traditionele 10 km en het valt nog af te wachten hoe het hoogteprofiel dat er vrij onschuldig uitziet in het echt zal aanvoelen.
In de eerste kilometers maken we aantal kronkels in het dorp. Philippe Gheury, Eric Martin en Paul Rihon – respectievelijk V1,V2 en V3 – zijn na een rustig begin al snel uit mijn gezichtsveld verdwenen. Maar na een goede kilometer heb ik het gezelschap gekregen van mijn V3-collega Pasquale Ruberto. We wisselen enkele keren van positie, ook al zit daar, voor wat mij betreft, geen tactische bedoeling achter. Ik ben wel voorbij twee in het zwart gehulde “Cycles Muselle”-lopers gegaan. Dat zijn – om het in wielertermen te zeggen – “régionaux de l’étape”. We lopen ook even door een aanplanting van fruitboompjes. Voor de echte plantageloop is het nog even wachten tot volgende zaterdag in Mielen bij Jos Biets. De derde kilometer in dalende lijn is ideaal om wat meer tonus in de benen te krijgen maar ik vind het nog veel te vroeg om nu al voluit te gaan. Na een doortocht op gras en een portie kasseien op een boerenerf krijgen we een eerste helling voorgeschoteld, 200 meter met een stijging van 3%. Daarna mogen we weer een goede kilometer dalen. In een van de bochten versnelt Pasquale plots maar hij houdt zich al snel in als hij zich realiseert dat we nog niet eens halfweg zijn. We pakken onder ons beidjes een nieuwe helling van een kleine 500 meter aan, ook zo’n 3%, op asfalt maar nu met tegenwind. Voor me merk ik aan de rechterkant van de weg een loper in blauw shirt op die aan het stappen is. Hij is opzij gegaan om plaats te maken voor de collega’s. Het is Max Knapen, mijn vermoeden klopt. “De rug” antwoordt Max met een pijnlijke grimas als ik informeer naar de reden van zijn opgave. We hebben de dorpskom intussen achter ons gelaten en komen in open veld met nog steeds tegenwind terecht. Ik blijf hier nog net onder de 5′ per kilometer, Pasquale moet enkele meters laten. We lopen op een veldweg die blijkbaar aan de betonwoede van de ruilverkaveling is ontsnapt maar nog redelijk beloopbaar is. Ik word ook niet gehinderd door lopers voor me maar in een bocht naar rechts merk ik wel dat een groepje nadert. Daarbij ook de “Cycles Muselle”-jongens in zware wieler- of triatlon-kleding. Ze gaan me voorbij op een nog steeds onverharde strook waar de wind zwijgt en het gehijg van de lopers achter me goed hoorbaar is. Op een volgende glooiing ga ik voorbij Laurence Dressen, eerste aînée 1, de enige bekende die ik in het veld voor me zie. In een afdaling op beton, weer op weg naar het dorp, kan ik al snelheid maken op weg naar kilometerbord 8, waar ik volgens mijn tijdens de loop uitgedokterd marsplan, op een hoger tempo wil overschakelen. Pasquale heeft nu definitief afgehaakt, zo lijkt het. Zal de “Rue de l’Enfer” (de hellestraat) waar we nu zijn, leiden naar het paradijs? Naar het vagevuur, eerder. Ik kan het groepje voor me, met “Muselle”-senior Manu Piraprez en Yves Hanquet wel inhalen, maar meer dan aanklampen zit er niet in.
Aan km 8,5 komen we weer op bekend terrein, een “copy-paste” van de eerste kilometers. Door de hoeve en opnieuw de helling van km 3,5. We draaien boven nu rechts op en passeren weer voor de kerk. Ik ben nu in strijd gewikkeld met V1 Renaud Raskinet die uit de achtergrond is teruggekomen. Maar ik heb nog reserves – mijn 10de kilometer is zelfs de snelste van de loop – en ik kan Renaud in een gevecht tussen wat in bokstermen een lichtgewicht en een zwaargewicht zou zijn, een mokerslag verkopen aan km 10. We zijn nu op een zucht van de finish maar de organisatoren hadden nog een bijkomende lus in gedachten. En dus is het nog even op de tanden bijten op een licht klimmende grasstrook, voor we langs het voetbalveld (en de kleedkamers) passeren op weg naar de laatste bocht. Om de tent en de aankomstboog te bereiken worden we nog even door een weide gestuurd. Een tractor heeft diepe sporen getrokken in de eerste meters. Maar mijn verkenning en een voldoende afstand met de achtervolgers behoedt me voor onheil. En zo blijf ik nog netjes onder het uur voor de meer dan 12 km. Een half minuutje later loopt ook Pasquale binnen. Net op tijd voor een flash-interview met de verslaggever van L’Avenir. Lees het stukje en bewonder ons beiden in de woensdageditie van L’Avenir Huy-Waremme.
(Foto’s van Jo Defrère. Limburgers op weg naar podiumplaatsen. Foto 1: Beny Stulens, links en Frankie Verluyten van Tongeren, tweede respectievelijk bij de veteranen 1 en de senioren. Foto 2: Jo Haenen van Hasselt, w