zat 09/07/2016 19.30u * Mielen-boven-Aalst (Challenge hesbignon) * 10,7 km * 00:52:54 * 12,1 * 88/201 * 13/29 * ♥♥
“Hoe komt het dat hier zo veel Frans wordt gepraat?” vraagt de dame van het frietkraam aan Marie-Paule. Ze is in laatste instantie opgetrommeld om de hongerigen te voeden aan het voetbalveld van Gravelo B na de jogging van het Gingelomse dorp met de lange naam. De trouwe lezers kennen het antwoord: hier wordt – nu al voor de achtste keer – de Vlaamse loop van de Waalse Challenge hesbignon georganiseerd. Jos Biets en zijn ploeg hebben weer weken toegewerkt naar dit evenement dat wel wat meer belangstelling verdient van Limburgse kant. Het is ook – zoals Kris Govaerts met enige trots bij de prijsuitreiking zegt – een mooi voorbeeld van samenwerking tussen Vlaamse en Waalse joggingliefhebbers.
In de loop van de vooravond is het plots erg warm geworden. Dit wordt de eerste confrontatie van het jaar met de hitte in de onbeschutte velden van Gingelom. Mijn ambities voor vanavond zijn sowieso bescheiden. Een slechte nachtrust deze laatste week heeft de meeste energie uit mijn lijf gezogen.
Gelukkig kan ik me verschuilen achter de Olympische gedachte “deelnemen is belangrijker dan winnen”. Het parcours is mij bekend, een kleine wijziging – die ik onderweg wel zal ondervinden – niet te na gesproken. Ik vertrek uiterst behoedzaam. Hele rijen enthousiaste collega’s stuiven me voorbij. Ook een clown. Is dat niet Robin Mancini? Richard Driesen is hersteld van een bizar ongeval en begeeft zich ook naar voren. Ik kom in een groepje terecht met Maja Van Zand, Carine Munaut, Sandrine Balon, Camille Motte, Michel Ruymen, Bea Strouwen en Emiel Sacreas. Een ongewoon gezelschap waarbij de dames Sandrine en Camille onder hun mogelijkheden acteren. Na 1,5 km worden we begroet door Hesbignon-getrouwe Thierry Vanherck die ons met zijn fiets langs de weg opwacht. Geen wonder dat Thierry hier op twee wielen is. Hij staat op enkele weken van een triatlon. In de lichte klim na km 2,5 neem ik wat afstand van mijn gezellen, ook al omdat ik in het spoor wil komen van Jules Kempeneers, een twintigtal meter voor me. Net als ik begin te naderen slaat Jules rechtsaf een plantage in. Nu is dit wel een “plantage-loop” maar deze bocht staat niet in het roadbook. Een dringende boodschap, vermoed ik.
In de vijfde kilometer wacht ons een 700 meter lange stijging. Enkele procenten slechts, maar een beproeving in deze plotse warmte en vooral voor borstnummer 84, die al vanaf de eerste meters van de loop last heeft van de maag. Het nummer 84 en de genoemde maag behoren toe aan ondergetekende. De opgestapelde vermoeidheid van de laatste dagen en nachten heeft mijn maag overhoop gehaald. De kilometers uitlopen, bruuske inspanningen vermijden, dat is nu mijn enige betrachting. Ik zie dat Johann Bolinius ook niet zijn beste dag beleeft en op stappen overgaat. Net als ik de laatste meters wil overbruggen, trekt hij zich weer op gang. Een kilometer verder ga ik dan toch voorbij. “Zwaarder dan ik dacht” aldus Johann in de sauna, euh kleedkamer. De zilverwitte veteraan 2 is voornamelijk in het Limburgse circuit actief. Zelf word ik ook nog door een enkeling ingehaald maar de posities lijken hier wel ingenomen. Aan km 7 zoeken we weer het onverhard op. In deze loop is dat grasland op weg naar een fruitboomaanplanting. We lopen nu het “hoofddorp” Aalst in waar dezelfde familie van vorig jaar de lopende gebeurtenissen gadeslaat. De loeiharde muziek die ik tijdens het inlopen al heb opgevangen, wordt hier geproduceerd in een etablissement dat ik voor het overige niet heb kunnen identificeren. Nu, ik heb wel andere zorgen en ben de kilometers aan het aftellen. Dat zijn er aan de laatste bevoorrading nog 2,5. Ze hebben in Mielen de watervoorziening goed geregeld. Met fotograaf Eddy Defrère en “Cours la Province!”-kapitein Pierre Olivier als luxe-waterdragers aan de derde drankpost. Ik neem opnieuw een slok en giet het bekertje over mijn hoofd uit. Weer enkele ogenblikken een fris gevoel. De holle weg op het gras is gelukkig droog. Ik sukkel naar boven op de strook waar ik in lang vervlogen tijden nog een versnelling kon plaatsen. Mijn tegenstanders van toen lopen nu ver voor me uit.
Aan km 9,5 zijn we weer in Mielen. Aan een fruitbedrijf worden we even rechtsaf gestuurd. Dit moet de parcourswijziging zijn waar Roland Vandenborne bij het inlopen naar verwees. Nu ben ik al zo aan het afzien, komt er nog een lus bij. Ik verwens Roland dat hij me dat nog aandoet. Na afloop zie ik op mijn parcoursmeter echter nauwelijks verschil met vorig jaar. In elk geval moet ik Roland benijden voor zijn goede conditie, 3 minuten voor me. Ik sukkel verder en hoor nu een hevig gehijg achter me. In mijn ooghoeken zie ik een grijze haardos. Dat moet Eddy Hoylaerts zijn, ook een veteraan 3. Hij duikt telkens op als ik aan het sterven ben, zoals in Warnant-Dreye enkele maanden geleden. Na wat keren en draaien op het ongelijke gras, komen we in de dorpskern weer op verhard terrein. Ik hoop dat Eddy me hier achter laat zodat ik alleen ben met mijn miserie. Hij plakt wel aan me maar geraakt blijkbaar niet voorbij. Als dat zo is, dan toch ook maar proberen hem in de klim naar de aankomststreep voor te blijven. Ik stel mijn spurt zo lang mogelijk uit. Met pijn en smart versnel ik in de laatste meters en hou op de streep een seconde over. Happend naar adem, zwijmel ik over de matten. Ik zoek de vrije ruimte op achter de streep maar Pasquale Ruberto heeft me opgemerkt en doet me uitgebreid verhaal van zijn wedstrijd. Ik kan ternauwernood enkele flarden van woorden uitspreken. Maja Van Zand, net terug van een succesrijk optreden in een halve marathon in Zuid-Tirol, loopt even later binnen, ook al getekend door de hitte. “Goed gelopen” feliciteert ze me. Sympathiek van Maja, maar ver van de waarheid.
Alsof de plotse hitte onze lichamen nog niet voldoende geteisterd heeft, zijn de douches ook nog eens kokend heet. Het briesje over het voetbalveld en enkele dorstlessers brengen ons weer op onze positieven. De nacht is nog jong als we de Haspengouwse velden verlaten. Ik wens veteraan 2 Carlos de Almeida, de organisator van Pailhe, – zoals steeds in de Portugese kleuren – veel succes morgenavond. Als we de rode lichtjes van de N3 achter ons hebben gelaten wijst de verlichte Tongerse Basiliektoren ons de rechte weg terug naar huis.
(Foto’s van Carine Heyne. Foto 1: Vrolijke vrienden: Patrick Renard, links, en Carlos De Almeida. Foto 2: Roland Vandenborne. Foto 3: Met de adem van Eddy Hoylaerts in de nek.)