Hamoir (Challenge condrusien)
zon 21/08/2016 10.30u * Hamoir (Challenge condrusien) * 11,5 km * 00:59:51 * 11,5 * 74/152 * 5/15 * ♥♥♥
Als we op weg zijn naar de Condruzien-loop van Hamoir in een van de toeristische trekpleisters van Walllonië, de Ourthevallei, worden we niet verwend door het weer. Het is flink aan het regenen. Ik maak me al zorgen over een nieuwe modderslag op een parcours dat voornamelijk op onverharde wegen is uitgetekend. Ik ben ook niet al te optimistisch over mijn conditie. En na de drie trainingen van afgelopen week met pijnlijke benen – op verschillende afstanden en met een gevarieerd tempo – vraag ik me af of ik niet beter thuis gebleven was. Maar aan de sporthal van Hamoir is de regen opgehouden. Meer nog, de omroeper meldt dat de wegen droog zijn.
Ik heb deze keer mijn les goed voorbereid en heb het hoogteprofiel in mijn hoofd geprent om niet voor verrassingen komen te staan. Wat niet uit de Openrunner-track af te leiden valt, is dat er in de tiende kilometer een bijzonder gevaarlijke afdaling in het parcours zit. Maar mijn generatiegenoot en vaste prijswinnaar in deze challenge Rosario Ilardo bezorgt me deze essentiële informatie. Bij de vele bekenden hier is er ook weer Alain Waerts. Klierkoorts heeft hem maanden weggehouden van het wedstrijdtoneel. Vandaag probeert hij een voorzichtig heroptreden.
Een aankomst binnen in een sporthal is vaste prik. Dat we ook binnen starten is – voor mij althans – een unicum. Als we buiten lopen, roept de speaker ons nog “Bonne course, soyez prudents, amusez-vous” na. We worden al meteen op een verrassing getrakteerd als we buiten komen. Het is opnieuw beginnen te regenen en we krijgen een onverwachte douche over ons heen. De “brrrrs” zijn niet van de lucht.
De eerste 2 kilometer zijn vlak. We verlaten Hamoir op een fraaie wandelweg langs de Ourthe. Ik vertrek rustig, toevallig in het gezelschap van veteraan 3, Eddy Hoylaerts. Ik maak van de gelegenheid gebruik om enkele woorden te wisselen met Eddy en hem te vragen of hij Franstalig of Nederlandstalig. Franstalig, blijkt. Ik schuif langzaam op naar voren, ik zie dat Eddy in mijn spoor volgt. Eens voorbij de bebouwing – na 1,4 kilometer, nog steeds in de vallei van de Ourthe – komen we op een smal pad terecht. Op deze 700 meter lange single-track blijf ik maar braaf in het rijtje, vlak achter Mauro Calogero. We draaien en keren rond en over een Ourthe-brug voor we het bos worden ingestuurd.
De inloopfase is voorbij, hier begint het serieuze werk. Het bospad loopt meteen steil omhoog, ik haal hier onder meer Carine Munaut in. Eddy Hoylaerts heeft ook afgehaakt. Eens het steile stuk in het bos achter de rug komen we op een asfaltweg uit. Dat is een aangename verrassing. Nog aangenamer is het gevoel dat mijn benen in vrij goede doen zijn. Een seingever loodst ons door het gehucht Xhignesse. Ik weet dat de klim nog kilometers duurt maar de percentages tussen de 3 en de 5% liggen me vandaag wel. Voor me loopt een duo in het oranje: Manu Huet met een knaap, zijn zoontje mag ik aannemen. Als de jongste even verder naar rechts wordt opgestuurd – voor de korte loop – haalt Manu me weer in en zullen we de volgende kilometers in elkaars buurt afmaken. We komen even op de rijweg waar we net met de auto zijn voorbijgekomen om vervolgens weer een veldweg op te zoeken tussen de weiden. Vlak voor een steiler stuk haal ik Paul Delaitte in. De weg is redelijk beloopbaar, wel is het uitkijken voor scherpe stenen. Sommige stroken zijn bezaaid met steenslag om boerenkarren grip te bieden. Aan km 5 is het eerste deel van de klim achter de rug. We kunnen het tempo weer wat opkrikken in een lichte afdaling. Maar even verder klimt de weg weer omhoog, nu weer op asfalt. We zijn nu voorbij halfweg. Ik voel me stukken beter dan op training. En ik laat mijn voorzichtige aanpak van het begin varen om op zoek te gaan naar de lopers voor me. Eerst haal ik een “cameraman” in, een collega met een cameraatje op het hoofd die zijn (onze?) prestaties op beeld vastlegt. Maar de film zal verborgen blijven voor de openbaarheid, verneem ik als ik informeer bij het voorbijgaan. Mijn pirouette om met mijn gezicht in beeld te komen dient dus voor niets. Ik ben nu op weg naar Marcel Baeckelandt. Mijn eerste ontmoetingen met Marcel in de Luikse challenges – tijdens de wedstrijd wel te verstaan – gaan terug tot de eerste schrijfsels in dit blog. Marcel was een van mijn mikpunten in het laatste derde van de wedstrijd. En meestal kreeg ik mijn prooi te pakken. Maar sindsdien speelt Marcel, onder meer dank zij een ingrijpende vermageringskuur, in een hogere liga. In de laatste meters voor we aan het hoogste punt van het parcours zijn aan km 6,7, krijg ik hem te pakken en neem ik enkele meters voorsprong. Nu wil dat ook niet zeggen dat ik hier een topprestatie neerzet. Marcel pakt de wedstrijden in de Condruzien aan als een training voor de Hesbignon. En dus zal mijn geslaagde inhaalrace van vandaag wel een eenmalige gebeurtenis zijn. Vanaf nu gaat het traject grotendeels dalend. De voorbije kilometers zijn zo vlot verlopen dat ik er haast spijt van heb dat de klim ten einde is.
Tijd voor een ander ritme nu. Het grint- en graspad naar het gehucht Filot gaat stevig omlaag. Het is opletten geblazen en dus schuw ik overbodige risico’s. Marcel en enkele lopers achter me gaan me voorbij. Ook de cameraman heeft een hoger tempo in de afdaling. Op een tussentijdse klim op een veldweg die verdacht veel op de “chaussée romaine” lijkt blijft Marcel weer achter. Maar in de afdaling is hij weer in mijn spoor. Op het asfalt naar Filot ga ik voorbij Rachel Nibona, de ranke clubgenote van Noël Heptia. We zijn snel door het gehucht en duiken weer de groene natuur in. Het pad loopt alsmaar steiler naar beneden. Nu nog redelijk beloopbaar – twee karrensporen met in het midden een groene grasband. We zijn met vieren bij elkaar en doen ons best de anderen niet voor de voeten te lopen. Marcel heeft Michel Lannoy opgemerkt, de veteraan 3 die in strijd is voor de eerste plaats bij de veteranen 3 maar die hier plots – met een blessure?- plaats maakt voor ons. Km 10,5: een engte tussen de bomen – een diepe geul links, een berm met boomwortels rechts – leidt terug naar de vallei en de startplaats. Met duizelingwekkende percentages tussen de 10 en de 25%. Ik laat mijn drie kompanen voorgaan en zoek naar houvast. De spieren in de bovenbenen moeten voor de remkracht zorgen, de uitgestrekte armen voor evenwicht. Het ziet er niet uit op de foto’s van Carine Heyne. Maar efficiëntie gaat nu voor esthetiek. Van Carine gesproken: de huisfotografe van de Condruzien weet telkens de spectaculairste passages te vinden op het parcours. Vanuit haar observatiepost registreert ze feilloos de bewegingen van de waaghalzen… of de angsthazen zoals ondergetekende. Bekijk onze capriolen hier. Maar er is nauwelijks plaats op het smalle pad. De fotografe moet zelf ook haar evenwicht zien te bewaren om überhaupt foto’s te kunnen schieten. En ze neemt dus nog een deel van het pad in waar de lopers een doortocht zoeken. Ik kom zo goed als tot stilstand op haar hoogte. Even verder komen we op een graspad uit. Oef, we zijn ervan af. Wel wat tijd en plaatsen verloren. Maar liever dat dan een uitschuiver met kneuzingen of erger. Een scherpe bocht naar links en we zijn weer in de bewoonde wereld. Marcel Baeckelandt heeft een gat geslagen van een kleine honderd meter. Hij is buiten bereik. Jammer dat ik heb hem in de afdaling heb moeten laten gaan. Ik kan wel Manu Huet nog voorbij. Maar die is hier ook niet in competitiemodus.
Het is nog even zoeken naar de juiste lijn naar het sportcomplex. Ik roep de hulp in van Jean Tempels die op zijn stappen is teruggekeerd om zijn geliefde op te halen. En draai net op tijd links af over het riviertje, de Néblon, om luttele seconden onder het uur de sporthal in te duiken. Ik kan de sterk eindigende Rachel Nibona nog achter me houden. Conclusie: Toch tevreden dat ik de verre verplaatsing naar Hamoir heb gemaakt. We sluiten de Ardennen-uitstap af met een sobere lunch.
(Foto 1 van Carine Heyne: De deelnemers maken vreemde kronkels om recht te blijven op de laatste afdaling. Foto 2 van Marie-Paule: Met Lucien Collard, uiterst links, en Noël Heptia.)