Havelange (Challenge condrusien)
zat 10/10/2015 16u * Havelange (Challenge condrusien) * 11,8 km * 00:54:50 * 12,9 * 70/255* 4/15 * ♥♥♥♥
Na een autorit van een uur en een kwartier kondigt de GPS-juffrouw “have lange” aan. Ze bedoelt de gemeente van 5000 inwoners in het noorden van de provincie Namen. Het is een van de verste bestemmingen in het Condruzien-circuit. Ik ben er voor het eerst sinds 2011. Verder zijn er de “usual suspects” en een groot aantal voor mij onbekende joggingliefhebbers. Terug van weggeweest is ook Alain Waerts. 62 dagen,zo lang is hij weggeweest voor een tocht van 2600 kilometer naar Compostela. Naar het idee en in het gezelschap van zijn broer die net met pensioen is. Alain is er 8 kilo bij ingeschoten (zijn broer 15) ook al vond hij de onderneming voornamelijk een mentale beproeving. Vorige week in Ombret al meteen derde, minder kilo’s mee te torsen: als ik hem tijdens de wedstrijd niet opmerk in mijn buurt ga ik van de veronderstelling uit dat hij onmiddellijk het ruime sop heeft gekozen. Groot is dan ook mijn verbazing wanneer ik tijdens de après-course te horen krijg dat hij achter mij is geëindigd. We schuiven dus allemaal een plaatsje op in de rangschikking die ik in mijn hoofd heb. Wie “we” zijn? Even geduld, dat zal ik later van naaldje tot draadje uitleggen. Voor de meute wordt losgelaten aan de Hall Omnisport laat de starter drie groepjes vertrekken. Het zijn lopers die een wagentje voorttrekken, een soort “sulky” of “riksja”. Ze lossen elkaar af tijdens de loop. De “inzittende” is een gehandicapte die op die manier een tocht kan maken in het golvende landschap rond Havelange. De dragers maken de hele ronde van 11 km op vaak moeilijk beloopbare wegen vol. Chapeau!
Ik start vrij achteraan het peloton maar heb in de eerste 1200 meter op het asfalt al meteen de gelegenheid tragere collega’s in te halen. Daar hoort (tenminste op dit ogenblik van de loop) ook Michel Lannoy bij. Michel Lannoy zal niet echt bekend zijn bij de lezer maar jullie zullen zijn naam tijdens dit verslag nog tegenkomen. Overigens is hij voor mij ook niet echt een bekende want hij houdt zich eerder afzijdig van zijn categoriegenoten. Ik passeer ook Croce Falzone en Paul Delaitte die een duel uitvechten voor de vierde plaats in de Challenge V3 dat vandaag in het voordeel van Croce eindigt.
Op het einde van de licht dalende tweede kilometer (in 4’23”, meteen de snelste van de hele loop) ga ik voorbij Noël Heptia die in het gezelschap is van de lichtvoetige Lucien Collard, een turnleraar die nog niets van zijn jeugdige souplesse heeft verloren. Ik informeer bij Noël naar Kris Govaerts maar die heeft de Truienaar niet opgemerkt. Ik zal pas aan km 4 de visu kunnen vaststellen dat Kris achter mij loopt. Na 2,2 km draaien we een Ravel-fietspad op. In de bocht ligt José Lemos Cruz te kronkelen van de pijn. Wat is hier gebeurd? Ik verneem het van het slachtoffer zelf na de wedstrijd. José die verscholen zat achter twee andere deelnemers is vol tegen een paaltje aangelopen. Maar even later als de pijn in zijn edele delen is verdoofd stormt de kleinste man van het peloton ons op het fietspad voorbij, voortgedreven door “la rage” (woede) omdat de lopers in zijn buurt hem niet voor het obstakel hebben gewaarschuwd. We hebben de wind in de rug en ondanks het licht stijgende profiel kan ik hier een mooi tempo aanhouden en maak weer enkele plaatsen goed. Na 800 meter verlaten we het comfortabele fietspad en krijgen we de moeilijkst beloopbare strook van het parcours voor de voeten. 700 meter door een bos. Om de modderige plekken te vermijden zoeken de meeste lopers hier een smalle strook op dicht bij de bomen waar kuilen en boomwortels dan weer voor gevaar zorgen. Alleen José kiest resoluut voor de weg rechtdoor. Even een open stuk maar aan km 4,3 verdwijnen we weer in het bos voor een dikke kilometer. Maar dit bospad ligt er droog bij en loopt bovendien in dalende lijn. Ik kan mijn tempo mooi vasthouden maar ik hoor snellere lieden naderen vanuit de achtergrond. Daar is Michel Lannoy, gegangmaakt door Richel Fabry, die mij met een krachtige tred voorbij stoomt.
Aan km 5,4 draaien we links op op een van de veldwegen die hier “tîdges” genoemd worden. Zo weet je meteen wat de naam van deze loop “Les Tîdges d’Havlondge” betekent. Rosario heeft hier 40 seconden voorsprong. Ik kijk ook even achterom om te zien waar Kris zich ophoudt. Die is een beetje dichterbij gekomen maar ik verwacht hem pas over een tweetal kilometer in mijn spoor. Deze “tîdge” lijkt eindeloos: 1,8 kilometer tegen de wind in. Ik verzwak nochtans niet en ben best tevreden met mijn tempo. Plots fel gehijg achter me. Kris Govaerts! Hij moet hier een tussenspurt hebben geplaatst om de 50 meter-kloof van daarnet zo snel te kunnen dichten. Ik volg zo goed en zo kwaad als kan maar voel al snel dat Kris niet te houden is. Ik heb enkele meters achterstand op de weg die door Miécret slingert. In het dorp hebben zich een aantal toeschouwers verzameld. Ze slaan ons zwijgend gade. Ze hebben geen idee van de Limburgse broederstrijd die zich hier voltrekt. Die strijd zal zijn beslag krijgen op de helling van 600 meter die voor ons ligt. Ik zit aan mijn limiet en moet Kris in de eerste meters definitief laten gaan. Intussen nader ik zelf op enkele lopers voor me. Een van hen, senior Jerome Close – die ik overigens voor het eerst tegenkom – heeft op zijn adem getrapt en moet even stappend verder. Maar zodra ik hem voorbijloop pikt hij bij me aan.
Zijn tweede adem heeft hij zo te horen nog niet gevonden. Zijn gehijg, gekreun en gerochel zal me gedurende de volgende 4 kilometer begeleiden. Hij pept zichzelf voortdurend op om zijn “haas” te blijven volgen. Maar een oude haas is ook een taaie haas en ik ben niet zinnens om hem in een zetel naar de streep te brengen. In de afdaling word ik voorbijgesneld door een duo. De tweede man is Didier Delbovier die in het voorbijgaan knipoogt. “Geen paniek. Ik breng Armand (Pirotte) niet terug”. Armand zal het morgen in de Hesbignon opnemen tegen… Noël en Kris. De landwegen over pas gemaaid gras golven op en neer. In een van de bochten kan ik mijn drie voorgangers in mijn categorie in één oogbeweging opvangen. Michel op kop, niet ver daarachter Kris die ook Rosario is voorbijgegaan. Zelf kan ik ook nog enkele posities opschuiven en passeer ook de tweede dame, Céline Collignon.
Na 10 kilometer bereiken we de eerste huizen van Havelange. We worden echter weer dadelijk rechts op het veld in gestuurd. Dit laatste stuk is nog flink heuevelachtig, weet ik van de verkenning. Nog een streepje Ravel-asfalt. Op deze vlakke strook zou Jerome wel eens naar een hogere versnelling kunnen overschakelen. Maar dat gebeurt niet en in de korte afdaling naar de laatste klim waar fotografe Carine Heyne zich midden op de weg heeft geposteerd moet hij enkele meters laten. Gaat hij dan toch kraken? De 6-7 % pieken van de laatste klim naar het dorp doen nog even pijn maar mijn achtervolgers blijven waar ze zijn, achter mij. In de felle afdaling naar de sporthal kan ik mijn voorsprong behouden. Ik krijg nog een aanmoediging mee van Franca (mevrouw Croce Falzone) en na een korte aarzeling om de goede richting te kiezen overschrijd ik de tijdsopnamematten in de sporthal waar Gaetano Falzone en zijn collega’s voor een feilloze registratie zorgen. Enkele uren later staat de uitslag al in de Avenir en op de Condruzien-site. Daar kunnen ze in Magnée een puntje aan zuigen. We brengen nog een uurtje door in de ruime sporthal van Havelange. Daar verklapt Maja (zelf winnares bij de Aînées 2) het geheim van de uitmuntende conditie van Kris: vis, kip en blond bier…
(Foto’s 1 tot 3 van Carine Heyne. Foto 1 : Een van de riksja’s. Foto 2: Kris Govaerts heeft geen tijd voor grapjes zoals Rosario. Foto 3: De jonge Jerome Close bekkentrekkend in mijn spoor. Foto 4, eigen foto: Het podium bij de veteranen 3: van links naar rechts : Kris Govaerts, Michel Lannoy en Rosario Ilardo.)