Mielen-boven-Aalst (Challenge hesbignon)
zat 11/07/2015 19.30u * Mielen-boven-Aalst (Challenge hesbignon) * 10,6 km * 00:48:11 * 13,3 * 71/234* 8/26 * ♥♥♥
Hoeveel Franstalige deelnemers zouden weten dat ze vanavond in deze “Waalse” wedstrijd in Gingelom (dat is de fusiegemeente van Mielen) van start gaan op de Vlaamse feestdag? Misschien is deze grappige samenloop van omstandigheden zelfs de meeste Vlaamse lopers niet opgevallen. Hoe dan ook, we zijn in “le pays de Jos et sa bande” (uit een Franstalige commentaar) voor de twaalfde aflevering van het Hesbignon-feuilleton. Dankzij onze Waalse vrienden is dit een van de best bezette Haspengouwse lopen … en wordt er eens een Limburgse wedstrijd in één ronde gelopen. Op de start na is het parcours hetzelfde als vorig jaar. Dat betekent in de eerste helft golvende ruilverkavelingswegen. In open veld en op beton, bij zomerse temperaturen … Gelukkig is de ergste hitte voorbij en waait er een verfrissend windje.
Ik start met Jean-Marie Haekens in het tweede deel van het peloton. Ik hou me niet echt in als we bergaf lopen naar de bewoning in een dorpskern die “Kiekeman” blijkt te heten. Een mooie gelegenheid om de benen los te schudden. Als ik me zelf straks maar geen kieken ga vinden… Na 700 meter lopen we in het open Haspengouwse landbouwgebied met her en der laagstamboomgaarden. De beste veteranen 3 hebben dan al het ruime sop gekozen, alleen Rosario Ilardo is op zijn gemakje gestart. Hij is hier voor de fun en uit sympathie voor Jos Biets. Dat laatste geldt ook voor Noël Heptia. Een geelblauwe plek op zijn bil wijst op een verrekking.
In het groepje voor me zijn er drie grijze koppen die ik niet uit het oog wil verliezen: Armand Pirotte, Juul Kempeneers en Pasquale Ruberto. Maar ik wil zeker niet op mijn adem trappen in het begin van de loop. Niettemin hou ik er een mooi tempo op na, zo’n 4’15 op de vlakke stukken. Daarover mag ik alvast niet mopperen. Ik loop zelfs Juul voorbij. Na 2,5 km draaien we links op voor een helling van 700 meter, op een smal pad, onverhard of zo goed als en beschut door bomen. Mijn tempo ligt hier wat hoger dan dat van Armand en dus ben ik al een tweede concurrent voorbij. Maar eens boven waar we op een afdaling van meer dan 1 km getrakteerd worden is Juul Kempeneers blijkbaar uit rodage en laat hij me weer achter. Pasquale van zijn kant heeft na 2 kilometer al een kloof van 18 seconden geslagen. (Gun mij wel een foutenmarge van 10%.) Als de weg na 5 km een linkse bocht neemt, ligt er plots een strook van 750 meter ons uitdagend aan te staren. Heeft parcoursbouwer Roland Vandenborne deze helling op onze weg gelegd om onze mentale weerbaarheid te testen? De afstand en de warmte hebben al hun best gedaan om lijf en leden te vermoeien en dan duikt er plots een eindeloos lijkende oplopende strook op. Je kan kijken tot het hoogste punt, je hebt hier geen greintje schaduw.
Het is al een eeuwigheid geleden dat ik Laurence Dressen nog eens heb kunnen inhalen. Maar na tweehonderd meter bergop ga ik haar voorbij. Ben ik zo goed bezig is of verdraagt zij de hitte niet? Ik loop ook in op het groepje voor me, alleen Juul Kempeneers is onvermurwbaar en buiten bereik. Ik heb de 3% stijging vrij goed verteerd en durf mezelf quoteren met een 7,5 op 10. Hopelijk ben ik ook geslaagd voor Roland. We kunnen het tempo weer wat optrekken op de afdaling naar een strook die we twintig minuten geleden ook al onder de voeten hebben gekregen. Ik kan het tempo van het begin van de loop handhaven. Dat levert me nog een plaatsje op. Het slachtoffer is Sandrine Ballon, nog iemand die mij het laatste seizoen nooit voor haar duldde. Pasquale Ruberto van zijn kant geeft geen kik. Nog maar eens de afstand opmeten. Ik zoek een herkenningspunt in het landschap (hier een maïsveld) en vergelijk de tijd op mijn Garmin. 30 seconden, hij is nog verder weg gelopen, ik mag het vergeten. Zo moet een mens de tijd doden op de betonwegen in het veld.
De route draait nu naar rechts. Fini le béton, voilà l’herbe. Na 7 km maakt het harde beton plaats voor gras of beter graszoden. Het gaat even kort maar krachtig omhoog, ten minste zo voelt het aan hoewel het stijgingsgraad niet boven de 2 % uitkomt. We lopen langs een plantage en na enkele bochten belanden we weer in een woonstraat waar tientallen supporters ons hadden kunnen aanmoedigen … maar die van Aalst zijn niet buitengekomen. Want we zijn hier in Aalst. Aalst bij Sint-Truiden wel te verstaan, Marcel Baeckelandt weet er alles van. Ik neem nog een slok aan de O’Top Services-wagen van Pierre Olivier en giet het bekertje uit over mijn hoofd, kwestie van de laatste twee kilometer fris aan te vatten.
Hier had dit verslag langzaam naar zijn einde kunnen kabbelen: ik leg de 10,6 kilometer af in 48 minuten, achter Jules en Pasquale en voor de andere veteranen 3. Hoe heb ik mij vergist! We zijn net een graspad ingedraaid dat langzaam maar zeker aan hoogte wint of ik word ingehaald door een achtervolger. Ik heb in de voorgaande kilometer wel wat gehijg achter me gehoord maar ik maak me geen zorgen over mijn plaats in mijn categorie. Duikt daar plots Kris Govaerts langs me op. Alle scenario’s heb ik voorzien vanavond maar ingehaald worden door de ACA-loper met de bruine pet, dat is niet ingecalculeerd in mijn tactisch plan. De concentratie in zijn blik, de energieke schouderbewegingen laten er geen twijfel over bestaan: deze man wil vooruit, hier is geen plaats voor geintjes. Ik volg op enkele meters en probeer even wat lucht bij te tanken om straks toch weer aan te sluiten. Het pad is hobbelig en smal. Na enige aarzeling ga ik dan toch een loper voor me voorbij om het contact met Kris niet te verliezen. Maar ik heb jammer genoeg niet de benen van de woensdagtraining met Gerard. Boven, op een vlakke strook versleten asfalt, trek ik het tempo nog eens op. Ik ga wel voorbij Emilie Crotteux die mij de hele beklimming is voor gebleven maar nader geen meter op Kris. We passeren Jean-François Thirion, nochtans een van de smaakmakers bij de veteranen 2 die hier echter op wandelpas is overgeschakeld. Het verschil met Kris blijft vijf meter. Ik doe een nieuwe vertwijfelde poging op het terrein van een fruitbedrijf dat doorgang verleent aan de lopende meute. Dan heb ik het begrepen. Op de kronkelende route door en langs een fruitaanplanting blijf ik achter en mag ik al blij zijn dat ik mijn enkel niet verstuik. Kris loopt nog een voorsprong van 20 seconden bij elkaar en haalt daarbij ook nog Roger Van Langeveld in. “Ik ken dit parcours” is het te bescheiden antwoord van de Truienaar als ik hem feliciteer met zijn prestatie. Maar ik heb duizenden kilometers gelopen op dit soort wegen (ditmaal geen overdrijving, Kris) en ik ben op geen enkel ogenblik in de wedstrijd over de limiet gegaan. Je had een heel sterke dag en dat dan nog in een thuiswedstrijd!
In de klim naar de finish wordt het klassement nog eens onverwacht omgegooid: ik word ingehaald door een mij onbekende, ook niet meer zo jonge collega. Hij gaat mij niet zonder moeite voorbij ook al dring ik zelf niet meer aan . Het blijkt Albert Vandensavel te zijn. Ook een veteraan 3, zo hem ken ik nu ook. En Pasquale Ruberto die zo’n kwieke indruk gaf onderweg, staat plots stil in de laatste rechte lijn. Pijn in de kuit. Ja, wat wil je, we zijn niet meer van de jongsten… Heel wat turbulentie dus nog in de finale van de Vlaamse Hesbignon-loop. Tenminste in de tranche tussen de 60ste en de 80ste plaats. De spits van de wedstrijd is voor mij “terra incognita”…
Dit verslag is niet volledig zonder een speciale vermelding voor fotograaf Eddy Defrère die als bevoorrader is ingeschakeld maar zo slim is om het toestel zelf de foto’s te laten maken.
( Foto’s 1 en 2 van Eddy Defrère. Foto 1: Een verfrissing is welkom in het zwoele weer. Foto 2: De onweerstaanbare rush van Kris Govaerts. Achter hem Rosario Ilardo. Foto 3: Marie-Paule: Een vrolijk gezelschap in de kantine van Gravelo B: van links naar rechts Hubert Wilderjans, Jos Biets, Noël Heptia blij als een kind met zijn fiets, de grote prijs van de tombola, Kris Govaerts, Pierre Dubois en Roland Vandenborne.)