Trainen in de hitte

Nauwelijks stond mijn trainingssessie van vandaag op Strava of er liep een reactie binnen. “Willy, dit is toch geen weer om in te gaan lopen?” schreef Pieter Vrijens. Is het toeval dat net vandaag op deze bloedhete middag iemand op zoek gaat naar “collega’s stravisten” die wel zo gek zijn om de loopschoenen aan te trekken? Misschien niet, want ik moet eerlijk bekennen dat ik gisteren hetzelfde idee had …en vaststelde dat er toch enkele “moedigen” of “gekken” (hangt er van af hoe je het bekijkt) zich buiten hebben gewaagd. Ik ga graag even dieper in op de opmerking van Pieter en zal hem met een heuse brief antwoorden. Op mijn blog wordt dat dus een open brief *.

Beste Pieter

Ik stel je bezorgdheid op prijs. Want ik neem aan dat je reactie ingegeven is door bezorgdheid om mijn gezondheid. Ik mag eveneens aannemen dat je mijn geestelijke gezondheid nog niet in twijfel trekt en dat je dus wil geloven dat ik ook over die vraag heb nagedacht.
Zo gesteld is het antwoord op je vraag natuurlijk “Neen,dit is geen weer om in te lopen.” “Waarom doe je het dan?” hoor ik al je volgende vraag. Daar wil ik je wel wat uitgebreider op antwoorden.
Ik had erop gerekend woensdagavond een training te doen met de Mergellopers. Maar op het vertrekuur (19u30′) was het nog drukkend warm. Ik ben dan ook niet naar Kanne vertrokken en ik vermoed dat ook de andere leden van de groep wijselijk zijn thuis gebleven. Ik heb dan nog even met het idee gespeeld om te vertrekken om 21u maar op dat uur hing de hitte nog altijd als een loden deken boven Riemst (en grote delen van Europa). Ik moest me neerleggen bij de feiten maar je hebt begrepen dat ik echt aan een “joggingshot” toe was. Vandaag, in de vroege ochtend, dan maar. Dat kon vanwege een andere verplichting ook niet. Maar om 10 uur werd de drang me te machtig en sprong ik in de auto op weg naar Kanne.

Pieter Vrijens


“En de hitte dan?” Het kwik had om half elf inderdaad al een hoogzomerse waarde bereikt. Maar je moet weten, ik verdraag de hitte goed. Dat is niet altijd zo geweest. In de eerste jaren van mijn loperscarrière knapte ik af op temperaturen boven de 20 graden. Tijdens een hittegolf in de jaren ’90 heb ik zelfs eens een pauze van drie weken ingelast. Maar in de jaren daarna ben ik me tijdens de zomermaanden speciaal gaan toeleggen op “hittetrainingen”. Zelf geïmproviseerd, nooit literatuur over geraadpleegd, maar geholpen heeft het wel. Meer nog, ik loop nu graag in warm, zelfs plakkerig weer. En als mijn trainingsmaten kreunen onder de hitte heb ik er nog meer plezier in. Maar dat zal wel een uiting zijn van mijn slecht karakter. Voor een wedstrijd heb ik natuurlijk ook liever dat het kwik niet boven de 20 graden klimt. Maar zo rond de 25 graden overleef ik wel. Dat neemt natuurlijk niet weg dat je tijdens wedstrijden toch met de hoge temperaturen moet rekening houden en je loopgedrag aanpassen: niet overmoedig starten, pet dragen, geregeld (maar ook niet te veel drinken) en zo vaak mogelijk water over je hoofd gieten. Je moet het hoofd koel houden, letterlijk en figuurlijk. Dat heeft me onder meer enkele mooie prestaties opgeleverd in de Intercity Maastricht-Bilzen.
Trouwens, wat als een “training” te boek staat in Strava of andere apps is meestal maar een gezondheidsloopje: je een uurtje in het zweet lopen en genieten van de frisse lucht (dat is de laatste dagen niet echt van toepassing) en de natuur. Als je me zou tegenkomen zou je misschien toch schrikken van mijn door de inspanning vertrokken gezicht. Maar dat heeft te maken met de spier- en andere pijnen die mijn benen de laatste jaren teisteren … en daarvoor ken ik geen remedie.
In deze omstandigheden ga ik ook niet kilometers in de volle zon lopen. Je woont in Kanne – ik zeg het even voor wie meeleest en je niet kent – en je kan de route dus mee volgen. Alles bij elkaar heb ik zo’n 3 kilometer in de zon gelopen, onderbroken door schaduwrijke stroken. Het moeilijkste stuk was de omgeving van de sluis. Ik heb tot mijn eigen verbazing vastgesteld dat ik de “heetste” kilometers het “snelst” heb gelopen. Misschien om er vlugger van af te zijn. Overigens was ik oorspronkelijk van plan het bij een halfuurtje te houden. Maar het draaide redelijk en ik heb er de lommerrijke klim en afdaling van de Saint-Pierre dan maar bijgenomen. Kortom, ik had zeker geen extreme uitdaging voor ogen.
Voor alle duidelijkheid: het afgelasten van de Oversteekrun en de Jogging van Awans op zaterdagmiddag in open veld (ik ken beide parcoursen: op beton en zo goed als zonder beschutting) is volkomen terecht. Ik zou zelf ook niemand aanraden om in deze omstandigheden te gaan joggen en diegenen die het toch niet kunnen laten op het hart drukken de nodige voorzichtigheid aan de dag te leggen.
Ik zal de volgende dagen dus ook weer op mijn trainingsroutes te zien zijn. Wel ga ik – zoals Jo Vrancken – vroeger op pad. Acht uur, half negen lijkt me een mooi startuur. Dit is een uitnodiging …als je toevallig vakantie hebt.

Met sportieve groet

Willy