Ocquier (Challenge condrusien)

vri 26/05/2015 19u30 * Ocquier (Challenge condrusien) * 12,1 km * 00:59:51 * 12,2 * 66/270* 4/19 * ♥♥♥♥

Voor wie Ocquier niet kent – en dat zal zowat elke lezer zijn die niet zelf in de Challenge condrusien actief is – dat is een deelgemeente van Clavier. Maar deze uitleg zal de meesten nog niet veel wijzer maken, vrees ik. Onthoud dat het een authentiek dorpje is in de Condroz, met natuurstenen huizen en nauwe straatjes, en onthoud vooral dat ik hier vrijdagavond weer met de competitie heb aangeknoopt na een onderbreking van twee weken.
We staan met meer dan 400 opeengehoopt in de vertrekzone. Veteraan 4 Jacques Detaille wordt het slachtoffer van het gedrum. Na nauwelijks 10 meter ligt hij op het asfalt. Maar voor Maja Van Zand hem heeft kunnen recht helpen, krabbelt de zeventiger al weer overeind voor de 12 km die nog volgen. In de eerste 700 meter gaat het al vrij stevig omhoog. Ik start voorzichtig maar moet op het einde van de helling toch al flink naar adem happen. Twee jongetjes van de korte loop voor mij hebben het zo druk met rond zich te kijken dat het lijkt alsof ze een pirouette uitvoeren. We lopen nu het dorp uit en kunnen even bekomen op een afdaling van 500 meter te midden van de weiden en de velden. Het uitzicht is schitterend. Niet dat ik daar nu oog voor heb. Ik kijk rondom me naar mijn concurrenten of collega’s – het is maar hoe je het bekijkt. Ik zie veteraan 3 Guy Raes voorbij razen, euh zo snel was het nu ook weer niet. Maar het landschap heb ik bij het inlopen wel kunnen bewonderen. Ik weet dat we nu linksaf slaan, een bosje in. Nog enkele honderden meters vlak, daarna gaat het langzaam omhoog, van km 2 tot km 5. Ik heb mijn les goed voorbereid en weet wat me wachten staat. Wat ik niet vooraf kan inschatten is de staat van mijn benen. De eerste tekenen zijn alvast hoopgevend.
Na 2,5 km scheiden de wegen van de 5 en de 12 km-lopers. Links zie ik de veldweg een stevige knik naar boven maken. De stijgingspercentages flirten met de 10%. Op het pad is het ook zoeken naar het goede spoor: links, rechts of de hogere grasstrook in het midden. Ik zit even vast achter een grijsaard die niet zinnens lijkt mij vrije doorgang te geven. Ik ben beducht om hier al in het rood te gaan bij het voorbijsteken. Even verder lukt het dan toch, maar Guy Bona (ik gok erop dat hij het is) laat het daar niet bij en gaat me voor de afdaling weer voorbij. In de gematigde klimzone ga ik ook voorbij Guy Raes. Niet zo ver voor me heb ik mijn oude makker Noël Heptia opgemerkt. Het zou wel leuk zijn als ik hem weer eens kon inhalen. Nog een tiental meter, maar dan zijn we boven en verlies ik weer wat terrein.

Ocquier 1


Op het plateau wacht ons een vlakke strook van 1,5 kilometer. Vlak, dat wel, maar het is hier de Condroz. Dat betekent veld- of bospaden waar je nergens comfortabel loopt. Opletten voor elke steen of oneffenheid, dit is niet te vergelijken met een asfaltroute. Ik heb intussen wel een mooie kruissnelheid gevonden. De enkele weken rust hebben me duidelijk goed gedaan en ik probeer dus in elk geval mijn positie te behouden. Na 6,5 km gaat de weg dan flink naar beneden. Wel nog even voorbij twee jonge snaakjes gaan die hun krachten overschat hebben en op aanraden van een oudere begeleider dan maar rechtsomkeert maken. Het gaat er behoorlijk pittig aan toe in de afdalingen. Twee keer struikel ik net niet over een bobbel op de weg. Zoals ikzelf is ook Fabian Maury die in mijn buurt loopt onder de indruk van de dalerscapaciteiten van zijn collega Noël Heptia. Met een voornamelijk dalend profiel in het tweede deel van de loop durf ik me niet meer te veel illusies maken om hem nog in te halen.
We draaien nu al kilometers door bossen en velden. Een ongewoon wedstrijdfeit zorgt voor enige afleiding. Marc Tutelaire – een vaste waarde in het circuit – heeft het aan de stok gekregen met een jongere deelnemer die in hetzelfde (karren)spoor voorbij wil. Er volgt een woordenwisseling die met de excuses van de jongste wordt afgesloten. Overigens loopt Marc duidelijk onder zijn niveau. Hij is een van die deelnemers die hier met een lager toerental draait. Niet verwonderlijk : terwijl ik over geulen, kuiltjes, stenen, losliggend gruis en andere obstakels spring en daarnaast nog een snedig tempo probeer aan te houden, heb ik me trouwens al de bedenking gemaakt dat een loop op een Condroz-parcours niet bepaald een wekelijkse routineklus is.
We zijn nu in de tiende kilometer. Ik ben in het spoor geraakt van een jonge dame met een knieverband. Het is de voor mij onbekende Mélanie Godefroid. Maar we worden beiden voorbijgesneld door een andere dame, Karin Segers. Ook een nieuwe naam. Ik kan nog Benoit Gueuning inrekenen voor we aan de laatste steile klim met een haarspeldbocht beginnen, door een donker bos en over dikke keien. Ik heb de strook verkend en probeer wat krachten te sparen voor de uitloper op het asfalt die lang niet zo steil is maar wel langer en waar ik alleszins nog wat plaatsen kan inwinnen … als alles meezit. Nog even over een veldweg, nog altijd klimmend maar toch al wat zachter voor de voeten. Rechts steekt fotograaf Louis Maréchal midden in een graanveld net boven de halmen uit om het kiekje van de dag te maken.

Ocquier 2


Ik ga de juffrouw met het knieverband weer voorbij. Ik passeer ook Guy Bona die in de eerste kilometers van me is weggelopen maar word zelf weer ingehaald door Didier Dendal. Ik ben ook weer wat korter op Noël genaderd. In de afdaling naar de dorpskern doe ik weer haasje over met Didier maar Mélanie houdt ook wel van dat spelletje en lapt mij hetzelfde. De lens van fotografe Carine Heyne registreert feilloos de positiewisselingen. We steken de “grote”weg door de dorpskern over waar Marie-Paule mij nog even aanmoedigt voor de laatste hectometers. Noël is nu duidelijk tempo aan het inboeten en in de kronkelende straatjes van Ocquier kan ik mijn achterstand van een kleine vijftig meter alsnog goedmaken. Een “gentlemen’s agreement” is vlug beklonken en we lopen als duo over de streep. Ik ben opgetogen over mijn loop en ook Noël glundert, “mijn beste wedstrijd van het jaar”.
Even later trekken we goedgemutst naar de douchetent. De loop mag dan wel “Jogging de la Piscine” heten, douchewater is er niet of nauwelijks. Bier is er wel overvloedig, er wordt zelfs met vaten gesmeten. Achter de tent weliswaar maar zelfs een boom van een kerel als Jos Biets voelt zich even niet veilig achter het dunne zeildoek. Om half elf tuffen we terug naar Heukelom.

(Foto’s Carine Heyne; Foto 1: Noël Heptia met de glimlach – of is het een grijns? – in de afdaling tijdens de laatste kilometer. Karin Segers met nummer 4538 zal hem even verder het nakijken geven. Als je de foto vergroot zie je in de verte een witte vlek, jullie verslaggever. In de laatste vijftig meter kan ik Noël nog bijbenen. Foto 2: Achter de rug van Mélanie Godefroid die me in de afdaling weer voorbij is gelopen. Links Didier Dendal die ik wel kan voor blijven. Ik merk nu pas op de foto dat Didier zijn roze wielerpetje vervangen heeft door een blits zwart exemplaar.)