Antheit (Challenge Cours la Province)
zon 04/01/2015 10.30u * Antheit (Challenge Cours la Province) * 10,7 km * 00:48:01 * 13,4 * 113/536 * 2/19 * ♥♥♥♥
Antheit mag dan een onbekende naam zijn voor de gemiddelde lezer van dit blog, de deelgemeente van Wanze bij Hoei biedt wel een toplocatie voor een amateur-loopwedstrijd. Een ruime parking, een verzorgde kantine en comfortabele kleedruimtes, ze hebben het hier. De organisatoren hebben voor deze eerste wedstrijd van het jaar niet het onderste uit de kan willen halen en hebben gekozen voor een evenwichtig, zij het golvend parcours. De hoogste percentages worden dit keer gehaald in de afdalingen.
We staan met 717 (voor twee wedstrijden) klaar op deze frisse en mistige zondagochtend. Als ik de startlijn passeer zijn de eersten al een halve minuut weg, vandaar het verschil tussen de eigen gemeten tijd en de officiële tijd. Ik kan me vrij snel uit de beknelling bevrijden en zigzag tussen de collega’s op zoek naar ruimte en een aangepast tempo. Dat vind ik op de lange rechte weg die ons al meteen naar het grondgebied Hoei voert. Net nadat ik Maja Van Zand ben voorbijgelopen worden we plots links een smal pad opgestuurd. Ik moet me enkele honderden meters koest houden achter de rug van mijn voorganger. Een poging om buiten om te passeren zou waarschijnlijk gebotst zijn op een blok in beton dat hier gemotoriseerd verkeer moet weg houden. Na 3 voornamelijke vlakke kilometers lopen we door Petite Wanze. Wie daar in de buurt is en onze route wil nalopen slaat daar rechts af … of gaat een pint drinken “au Vieux Tilleul” (in de Oude Linde). Kenners van het parcours hebben me verwittigd dat er een stevige klimstrook wacht na 3 kilometer. Maar de hellingsgraad is me op het lijf geschreven en ik zak op de moeilijkste vijfde kilometer zelfs niet onder de 12 km gemiddeld. Dat levert me heel wat plaatsen winst op. De vierde kilometer kan ik in 4’40” ronden. Op een bochtige passage van de Rue de l’Abattoir (Slachthuisstraat) krijg ik Stefan Meekers en Kris Govaerts te pakken. Kris laat zich nochtans niet afslachten want hij blijft me voortdurend op korte afstand volgen. Intussen heb ik geen idee in welke positie ik loop binnen mijn klasse. Raphael is al lang gaan vliegen, maar waar zitten Noël Heptia en Pasquale Ruberto? Even verder kom ik dan toch bij Noël. Tussen de vijfde en de zevende kilometer worden we beloond met een afdaling meestal op licht lopend asfalt. Km 6 met 13,5 en km 7 met 14,5 gemiddeld, ik hou er lekker de vaart in. Niet spectaculair maar wel “netjes”. Wie spektakel zoekt moet de wedstrijd vooraan volgen. Daar is Jo Vrancken die in een elitegroepje van 5 op kop zit (weer) tegen de grond gegaan. (Zie ook “Angleur” van 28 oktober). Het oponthoud kost hem een podiumplaats. Maar met plaats 5 kan je ook thuis komen. De docent “woundmanagement” heeft zijn kennis op zijn eigen gehavende knie mogen toepassen.
Ik krijg nu ook Mario Smolders in het vizier. De Speelhofrunner drijft de laatste maanden op een benijdenswaardige conditie. We moeten nog even door een modderige strook voor ik in zijn spoor kom op het fietspad van de Ry d’acosse. Daar is ook Jean-Luc Letellier die hier een kleine versnelling plaatst waarop ik onmiddellijk reageer. Jean-Luc zet zijn inspanning niet door, ik doe dat wel. En blijf op mijn elan verder gaan als we in de buurt van de aankomst naar rechts worden gestuurd. Na 400 meter buigt de route opnieuw naar rechts … en blijft licht stijgen. Daar ga ik voorbij Pasquale Ruberto en Vito Fallica, een verse veteraan 3. De uitloper van de klim aan de fictieve kilometerpaal 8 is meteen de moeilijkste klus van de ochtend. Ik kan daar nog een klein groepje oprollen, alleen een kleine loper in rood shirt blijft me voor. (Philippe Guaino, identificatie onder voorbehoud.) Boven wacht ons nog een lus door de wijk Leumont. Bij het aansnijden van de ronde zien we de snellere jongens en meisjes doorkomen. Ik zie nog net Daniel Degrave uit beeld verdwijnen. Het is aangenaam loopweer, maar toch fris want Daniel loopt niet in zijn “blote prei” zoals Gerard dat plastisch uitdrukt. Ik ben ook meer dan drie minuten te laat om Christophe Castermans nog te zien en hem uit te wuiven voor hij op missie naar Mali vertrekt. Intussen pakt hij hier nog even de tiende plaats mee. Een plaats voor hem eindigt Benny Stulens, langzaam weer op weg naar zijn beste vorm. Het is vlak in Leumont maar door de vele bochten en het grove asfalt is het harken om een gemiddelde van 13,5 km te halen. De “kleine rode” voor me is een taaie brok en ik voel dat ik het niet zal redden. Voor ons loopt de blonde nimf Béatrice Germeau. Als ik haar inhaal is de rode definitief ontsnapt.
Nu gaat het steil bergaf naar de aankomstzone. Het eerste gedeelte is onverhard maar gelukkig heb ik voldoende grip om een hoog tempo aan te houden. Ik verwacht nog een terugkeer van Béatrice maar die zal wellicht best tevreden zijn met haar derde plaats bij de dames. De weg gaat – nog steeds in sterk dalende lijn – over in asfalt. Ik richt de blik naar voren en herken de wat voorovergebogen rug van Philippe Bertholet. Philippe is de laatste jaren een van mijn ijkpunten in de wedstrijden. Meestal haal ik hem in na drie kwart wedstrijd. Maar de kloof is nu een kleine honderd meter. De laatste rechte lijn komt eraan. Ik besluit het er toch op te wagen. Ik schroef de snelheid op tot 15 per uur. Ik maak terrein goed maar intussen is de “kleine rode” Philippe voorbij gegaan. Mijn haas heeft blijkbaar ook nog goede benen en klampt zich vast aan de kleine locomotief. Ik zoek naar de zwarte MJ-aankomstboog. Maar die is nog niet in zicht. Ik heb nog enkele honderden meters en haal de laatste energierestjes uit de tank. Nog twintig meter verschil maar de streep is nu te dichtbij. Te laat aan mijn eindspurt begonnen, ik bol uit in de laatste meters. Ik druk met een tevreden gevoel de stopknop van mijn Garmin in : 48 minuten, goed voor plaats 113. Wel jammer dat ik niet 112 plaatsen meer vooraan geëindigd ben. Dan had ik de zegebloemen kunnen schenken aan mijn trouwste fan die vandaag haar verjaardag viert.
Tijd om weer noordwaarts te trekken, … twee uur later. Ik rij mijn karretje net niet stuk bij het verlaten van de parking (vergeten dat er “biggenruggen” liggen op het parkeerterrein… ) maar bereik toch zonder verdere averij de thuisbasis.
(Foto’s L’Avenir. Foto 1: Christophe Castermans, links en Benny Stulens, rechts vooraan, geven het tempo aan. Frédéric Delchambre ziet sterretjes … Foto 2: Beklimming in de mist.)