Herstal (Challenge Cours la Province)
zon 18/01/2015 11u * Herstal (Challenge Cours la Province) * 10,8 km * 00:48:25 * 13,4 * 74/326 * 3/21 * ♥♥♥♥
Een lange en vrij steile klim leidt van de boorden van de Maas naar het sportcomplex van La Préalle waar Pierre Olivier verzamelen heeft geblazen voor de tweede loop van de challenge Cours la Province. Maar met de auto gaat de klim een stuk makkelijker dan lopend. De parcoursbouwers zijn echter mild geweest en hebben de route voornamelijk op het Maasplateau uitgetekend. Maar dat weet ik op dat ogenblik nog niet. De Limburgers zijn goed vertegenwoordigd in het peloton van meer dan 300 “clapants”. (Dat is de naam die de organisatie speciaal aan het Franse vocabulaire heeft toegevoegd om de deelnemers aan deze challenge aan te duiden.) Mijn eigenste gemeente Riemst heeft vier lopers afgevaardigd. Francis Loyens is een nieuwkomer in het circuit. Hij eindigt in mijn buurt maar we zien elkaar pas na de wedstrijd.
We vertrekken op een ouderwetse sintelbaan, maar vergis je niet, hetzelfde sportcomplex kan ook bogen op een kunstgrasmat en een piekfijne sporthal. Ik heb me tijdig naar voren gewurmd en heb een plaatsje gevonden net achter Claude Herzet en Mario Smolders. Het peloton kronkelt zich als een slang in de bochten die we moeten nemen voor we de lange rechte Rue Emile Muraille opgestuurd worden.
In het gewoel op de atletiekbaan ben ik Claude kwijt geraakt maar de rijzige gestalte van Mario ontgaat me niet. Ik besluit zijn tempo te volgen. Ik houd Mario en mezelf op de hoogte van de kilometertijden. Km 3 in 4’27”. “Te snel voor mij” antwoordt Mario. Zeker snel genoeg voor mij, denk ik. Niet te fel van stapel lopen, ik ken het parcours niet en in deze contreien kijken ze niet op een steile klim meer of minder. Op een licht oplopend stuk, na 3 kilometer, moet Mario wat gas terugnemen. Ik ga alleen verder. Even verder haal ik Christian Vandevenne in. Voor me zie ik nu weer Claude Herzet die een babbeltje slaat met Richard Mathot. Als het laatste nieuws is uitgewisseld versnelt Richard. Ik zal hem pas kilometers later terugzien. We zijn intussen op weg naar Milmort. Dicht bij de stedelijke agglomeratie maar toch landelijk. We lopen zelfs voorbij een hoeve, de laatste getuige van het pre-industrieel verleden. Mijn kilometertijden schommelen rond de 4’30”. Rechts van me raast een trein voorbij, voor me wentelt Claude Herzet de benen soepel rond. Een rood verband rond de rechterkuit verraadt een blessure. Na 5 kilometer draaien we onder een spoorwegviaduct terug in oostelijke richting. Even achterom loeren, Mario volgt op een vijftigtal meter. De weg loopt licht omhoog. Ik wissel enkele woorden met Claude en ga nu op zoek naar Pasquale Ruberto. Na 6,5 km kom ik ter hoogte van Pasquale die gewoontegetrouw geen millimeter versnelt en zijn eigen tempo blijft aanhouden. We zijn nu over halfwedstrijd op de terugweg naar La Préalle. Voor een eventuele steile klim hoef ik alvast geen reserves meer te houden. Eens voorbij de beschutting van de spoorwegberm wordt de wind de voornaamste tegenstander. Die verdwijnt daarna weer even als de route tussen de gebouwen van een bedrijventerrein loopt. Achter een hekken hebben twee cerberussen een drukke zondagochtend om de lopers met hun geblaf te imponeren. We lopen onder een viaduct van de E40 door. Er wacht nu een rechte en stijgende lijn van 750 meter, de Rue de Milmort, eerst een geasfalteerde holle weg tussen de akkers, dan een streep in open veld.
Maar de achtste kilometer (daar gaat het over) in 4’33” is een onverhoopt succes. Ik verbaas mezelf als ik het tempo spontaan optrek. Ik neem de maat van een jonge snaak. Altijd leuk voor een oude rakker. Vanaf km 8,5 zijn we weer in de woonwijken van Herstal. De dalende negende kilometer levert me zelfs een gemiddelde van 14 op. Voor het eerst in mijn “Luikse” carrière haal ik Yves Pirlet opnieuw in die me 20 minuten geleden nog voorbij is geschuifeld. Op nu naar Vito Fallica wiens rode Seraing Athlétisme-windjack voor mij de spreekwoordelijke rode lap is. Vito spartelt nog wat tegen maar op de Rue du bon Air heb ik het meeste lucht en neem ik afstand. De 350 meter klim van de Rue de l’Agriculture is uiteindelijk nog de taaiste brok… die ik vrij vlot verteer. Opnieuw op de Rue Emile Muraille vanaf km 10 is het alleen nog kwestie op het voetpad de verkeersborden en honden uitlatende en winkelende Herstaliens te ontwijken vooraleer weer het sportcomplex Emile Muraille in te draaien. (Opnieuw Emile Muraille. Je zou haast vergeten dat we bezig zijn aan de Jogging du Maïeur en die maïeur, burgemeester, is Frédéric Daerden, de zoon van.) De laatste 300 meter maken we opnieuw de ronde van het voetbalveld, dit keer achter de tribune. Ik zie nu plots Richard Mathot net voor me. Ik was hem letterlijk en figuurlijk uit het oog verloren. Maar Richard heeft mij tijdig zien aankomen en versnelt net genoeg om me niet meer te laten terugkomen. Elf minuten geleden heeft Jo Vrancken hier voor de eerste plaats gespurt. Jammer genoeg hebben zowel belofte Oussama Conneux als veteraan 1 Robert Zaradzki nog wat meer poeder in de benen.
(Foto’s Louis Marechal. Foto 1: Samen met Mario Smolders in de eerste kilometers. Yves Pirlet, achter ons, zal ons even verder voorbijgaan maar ik zal hem later weer tot de orde roepen. Foto 2: Francis Loyens, in het licht blauw, op een half minuutje.)