zon 14/09/2014 11u * Maredsous La Transmolignée * 10,35 km * 00:54:06 * 11,5 * 50/279 * 1/12 * ♥♥♥♥
Hoe kom je nu op het idee om 110 km (heen) te rijden voor een loopje van 10 km? Wel, het is een loopmaatje van Tongeren die de vrij recente wedstrijd heeft ontdekt en zo een challengeloos weekend wil opvullen. Marie-Paule is onmiddellijk verkocht. Alleen heeft de jongeman in zijn geestdrift vergeten dat hij familiale verplichtingen heeft op de Tongerse kermisdag. En dus reizen we uiteindelijk onder ons tweetjes af naar het Naamse binnenland.
Ik heb hier geen plaats- of tijdsambities en wil vooral van de omgeving genieten. Dat is de vallei van het riviertje de Molignée tussen Annevoie en de abdij van Maredsous. Maar voor het vertrek verander ik al van strijdplan. Het is vrij fris in de startplaats waar ik al meer dan een uur voor de start met de pendelbus van de organisatie ben aangekomen en ik wil me dan ook snel warm lopen.
Dat kan al met een flinke klim om het dorp te verlaten en in de daarop volgende hellingen. Ik bepaal het tempo op het gevoel. Hier moet ik niet zo nodig achter een concurrent aan die ik kan kloppen, wil kloppen of in het verleden ooit heb geklopt. Bij de bijna 300 deelnemers heb ik immers geen enkele bekende opgemerkt. Hier zijn lopers actief van “Athlétisme Fleurus” of van de “Motivés de Mettet” die zich niet in noordelijker regionen wagen. Eens mijn kruissnelheid gevonden wil het toeval dat ik in het spoor loop van een lang opgeschoten man die in zijn drang naar voren allerlei wilde bewegingen maakt om de talrijke hindernissen, hobbels, stenen, wortels te ontwijken. Eerst gaat het nog net goed als hij van het ene karrenspoor in het andere glijdt en zich nog net weet staande te houden. Even verder is het goed prijs als hij met zijn voet verkeerd neerkomt en met een luide schreeuw aan de andere kant van het pad tegen een boompje tot stilstand komt. Achter me hoor ik het doordringende gehijg van een loper die zijn ademhaling wel heel uitdrukkelijk onder controle probeert te houden. Gelukkig kan ik na een tijd afstand nemen. De paden in het veld en in het bos vergen het uiterste van de concentratie. Samen met het voortdurende klimmen en dalen vreet het parcours energie. Ook opletten dat we geen wandelaars omver lopen die dezelfde route volgen als wij. Met mijn tempo zelf is niets mis, ik kan nog flink wat plaatsen opschuiven.
Hoe ver zouden we zijn? Kilometeraanduidingen zoek je tevergeefs in deze natuurloop. Op een klare plek in het bos kan ik dan toch even de afstand checken. 8 kilometer, dat is verder dan gedacht. Een stevige afdaling op een keienpad waar ik me mooi kan handhaven. Daar is de grote weg. Welke richting uit? Ik kies voor de meest vloeiende beweging naar rechts. Verkeerd gegokt, een minuscuul pijltje wijst naar links. Het asfalt is een weldaad voor mijn voeten. Ik trek nog even door maar moet na vijfhonderd meter weer inhouden om aan een achtervolgend groepje de weg te vragen. Weer een veldweg op. Even verder stuurt een signaalgever ons links een pad in dat nauwelijks 40 cm breed is en bezaaid met boomwortels. Tempo houden en recht blijven, het is een moeilijke evenwichtsoefening. We maken nog een lus over een betonpad met een gemeen stijgingspercentage voor we tussen de RTL-vlaggen over de registratiemat lopen.
De tijden in L’Avenir hier zijn uit de lucht gegrepen. Blijkbaar heeft men de chronometer in Maredsous twee minuten te vroeg gestart. Van het parcours heb ik misschien niet echt kunnen genieten, van mijn uitslag des te meer.
De douches zijn pico bello, het is wel even zoeken – te kleine pijltjes, de plaatselijke specialiteit. We schuiven tussen de dagjesmensen aan voor onze gratis consumptie (bovenop de gratis inschrijving). Daarna zijn we op weg naar het tweede hoogtepunt van de dag, het Château de Lavaux Sainte-Anne.
(Foto 1: www.belgiumtheplaceto.be: De abdij van Maredsous. Foto 2: Marie-Paule: Even mijn tijd en gemiddelde checken.)