Kelmis (Challenge Delhalle)
zat 17/05/2014 15 u * Kelmis (Challenge Delhalle) * 17 km * 01:23:48 * 12 * 77/268* 7/37 * ♥♥♥
De Drielandenloop in Kelmis staat al enkele jaren op mijn verlanglijstje. Zaterdag is het dan eindelijk zover. De wedstrijd maakt deel uit van de Challenge Delhalle – dat is een criterium van natuurlopen van om en bij de 20 kilometer die over heel Wallonië worden georganiseerd – en eveneens van de Rur-Eifel-Cup. In de uitslag duiken trouwens een aantal namen op van lopers uit het grensgebied rond Aken. Het is warm zaterdag maar het grootste gedeelte van het parcours loopt door het Preuswald waar het bladerdek voor een aangenaam loopweertje zorgt. Ik loop in met collega’s veteranen 3 Roger Dosseray en Pierre Brouwier. Pierre zal ook in mijn buurt starten maar na een halve kilometer heeft hij al een voorsprong van een kleine honderd meter. Aan de finish zal het verschil tot drie minuten opgelopen zijn.
Met een kleine driehonderd beginnen we onmiddellijk te klimmen op het asfalt voor we na een kilometer het bos bereiken. De bospaden zijn breed en droog, hier moet je geen “Condruzien”-toestanden vrezen. Na een vlak intermezzo begint de weg vanaf km 2 omhoog te lopen. Ik verteer de soms steile helling blijkbaar wat beter dan de collega’s in mijn omgeving. Ik hijs me voorbij twee jonge dames en geraak na 3,5 kilometer in het spoor van Roger Dosseray. Fabienne Leroy loopt net voor ons uit. Maar zodra de weg weer wat vlakker wordt versnelt heel het gezelschap en de twee jonge dames van daarnet stomen me voorbij. Ik doe geen enkele poging om Roger te volgen. Het is sowieso de langste wedstrijd van het seizoen tot nu toe en ik wil het laatste derde afwachten alvorens te versnellen als ik daar dan überhaupt de benen nog voor heb. Rond de vijfde kilometer passeren we in de omgeving van het Drielandenpunt. Niet dat ik daar iets van merk, ik zie het later op de Garmin-track. Op een asfaltweg duiken we naar Vaalserquartier. Mijn tempo ligt rond de 14,5 per uur. Niet gehinderd door het vooruitzicht van een nieuwe klim of geholpen door soepeler benen snellen een aantal collega’s mij voorbij. Guido Colpaert – een zeventiger – gooit zich met jeugdig enthousiasme naar beneden en neemt onmiddellijk een vijftigtal meter voorsprong. Tijdens de afdaling informeer ik naar het verdere parcours. Er volgt nog een flinke beklimming maar op de top zou het alleen nog bergafwaarts gaan. Het zal toch wat anders uitpakken. We zijn opnieuw in een dal en na een scherpe bocht beginnen we na een goede 8 km aan de tweede klim. Terug in het bos krijgen we eerst nog wat golvend terrein, dan is het opnieuw klauteren. In de eerste stijgende stroken heb ik Guido Colpaert weer te pakken.
De stijgingsgraad mag eerder bescheiden zijn, maar de steilere bochten en vooral de duur van de klim stellen de benen op de proef. Uiteindelijk zijn we bijna 3 kilometer zoet met klimwerk. Die heb ik zo goed als volledig in mijn eentje afgewerkt. Mijn positie heb ik wel kunnen handhaven. Eenmaal boven bereid ik me voor op een snelle afdaling om mijn doelstelling – onder 1u30′ – te halen. De signaalgevers doen hun werk goed want het parcours slingert kriskras door het bos. (Tenminste als ik voorbij kom. Want op het einde van de wedstrijd verneem ik van een ontgoochelde jongeman dat hij door een wegvergissing een topplaats heeft verspeeld.) Maar na enkele snelle bochten is de pret alweer voorbij. Het parcours gaat stevig op en af en ik prijs me gelukkig dat ik in het eerste deel behoudend heb gelopen. Om mezelf op te peppen richt ik me nu op mijn voorganger, eigenlijk mijn voorgangster, de tweede jonge dame van het begin. Maar ik heb haar net ingehaald of we worden voorbijgesneld door een andere dame die haar seksegenote en passant nog even aanmoedigt. De dame – ik noem haar even “de vlo” afgaande op haar gewicht – laat ons ongeveer ter plaatse. Ik voel de vermoeidheid, niet in het minst na twee nachten slecht slapen, maar kan toch standhouden. Plots merk ik Roger Dosseray weer voor mij op. In zijn kenmerkende loopstijl – met hoog opgetrokken schouders – wroet hij zich naar voor. Hij is te ver om nog bij de lurven te vatten, in de uitslag eindig ik net achter hem. In de laatste dalende hectometers kan ik nog een versnelling – of iets wat daarop gelijkt – uit mijn lijf persen om ruim onder het anderhalf uur binnen te lopen. De afstand blijkt overigens net geen 17 km te zijn geweest, wat deze onverwachte tijd meteen verklaart. Na afloop vervangt een frisse pint voor een keer de recuperatie-shake. (Proef de ironie in deze zin). We groeten nog Mauro Calogero en zijn na een halfuurtje al op terugweg naar de heimat.
(Foto Marie-Paule: Uithijgen met Roger Dosseray.)