Huy Night Run
vri 07/06/2024 20u30 * Huy Night Run * 9,7 km * 00:55:35 * 10,6 * 584/874 * 8/11 * ♥♥♥
Vijf dagen na Horion staat de nachtrun van Hoei op mijn programma. De route naar de startplaats leidt ons opnieuw over de E42, ditmaal enkele kilometer verder naar het zuiden. Vorig jaar volgden de twee wedstrijden elkaar ook op maar dan in de omgekeerde volgorde en met nauwelijks twee dagen rust ertussenin. Nu heb ik nog de tijd om de benen klaar te stomen in twee herstelloopjes die me overigens beter afgingen dan wel eens het geval is.
We zijn ruim op tijd in de Maasstad. Dat is ook de bedoeling. Een parkeerplaatsje vinden kan een tijdrovende bezigheid zijn. Ik heb dit jaar vooraf zelf een plekje uitgezocht op de kaart. Mijn voorbereiding loont: plaats zat aan een sporthal aan “onze” kant van de stad. De wandeling naar het centrum kan dienen als eerste rustige opwarming. Dan de inschrijving die bij de 10 km vlot verloopt want geen lange files zoals bij de 5 km. Ook al valt de ambachtelijke procedure me wel flink tegen. Van de organisatie van een massaloop zou je meer mogen verwachten dan de manuele inschrijving op een formuliertje. Ik moet toegeven dat je vlug verwend bent door de moderne communicatiemiddelen (tablets) die de Hesbignon ter beschikking stelt. Het verfrommeld borstnummer past ook niet in het plaatje van een van de grootste loopevents in het zuiden des lands. De daginschrijving kost dan weer verrassend weinig. Overigens is dat de enige kritiek die je in dit verslag zal lezen…
Ik loop wat op en af op de Avenue Delchambre waar het vertrek plaats vindt. Heel wat bekenden draaien hier de benen warm. Zoals mijn collega’s veteranen 4 . Na de klassieke beginvraag “Ca va?” volgt vaak: “Et Aldèrs?” “Blessé” houd ik het kort als antwoord. Ik denk erbij: “Zou hij het niet beter wat kalmer aan doen op gladde omlopen?’ Het is nu al de derde keer dat hij een blessure oploopt in de modder op omlopen waar ik zonder kleerscheuren de streep bereik. Weliswaar veel langzamer… Kortom, de 70-plussers zijn goed vertegenwoordigd op dit “rendez-vous incontournable” volgens de woorden van de plaatselijke pers. L’Avenir titelt zaterdag: “La Huy Night Run bat tous les records” met meer dan 2000 deelnemers. Bijna 900 aan de 10km-loop, ongeveer evenveel in de 5km (die wel apart vertrekt). En dan nog de lopertjes van de korte afstand. Een record voor de 10 km is dat nochtans niet. Althans niet volgens mijn gegevens van 2016, ten tijde van mijn eerste deelname. Speaker Armand Pirotte vult de wachttijd aan de start op met een onophoudelijke woordenvloed. Een duidelijk hoorbaar startschot en we zijn weg. Na nauwelijks 200 meter zit ik al met vragen in mijn hoofd. Niet de Maasbrug over? Neen dus. In de onoverzichtelijke massa zie ik plots een bekende gestalte. Die van Luc Hilderson. Ik ga voorbij de kleine man uit Wonck. Tot straks? We nemen in dichte drommen de helling naar de Pont de l’Europe (hier de uitloper van de brug op vaste grond), ronden drie ruime bochten om na 1100 meter te beginnen aan de Rue de la Motte en de Grand-Route (het verlengde en overigens helemaal niet breed). Hier hebben ze een rechte lijn in het begin van de loop: 1700 meter lang en vlak. Het is een gezellige strook, eerst in het groen (tenminste rechts van ons) en verder tussen de huizen aan de rand van de stad. De mensen staan voor hun woningen te kijken naar de stoet lopers. Aanmoedigingskreten en luide klanken uit een muziekbox, op dezelfde plaats als vorig jaar, lijkt me. Nog leuker is dat ik me heel wat beter voel dan vorig jaar toen ik alleen maar kon hopen dat de stramheid snel uit mijn benen zou verdwijnen. Ik maal de hectometers af in de buurt van een aantal juffrouwen en jonge mannen die ik nog kilometers lang nu eens voor me zie, dan weer van achter mijn rug zie voorbijschuiven. De koeltorens van de kerncentrale van Tihange duiken al op vanaf km 1. Aan km 2,8 – in de dreigende schaduw van de eerste toren – nemen we een bocht naar rechts en lopen we even terug in de richting van de stad. Het asfaltpad in het groen en langs een lange muur loopt lichtjes omhoog. Aan een scherpe bocht naar links begint het serieuze werk. “Courage” hoor ik. Het zal nodig zijn op een loeisteile klim ( met stroken tot 15%). Ik begin eraan zonder “pacingplan” in mijn hoofd. Ik verbaas mezelf door mordicus in looppas te (willen) blijven. Die looppas is louter symbolisch want ik maak nauwelijks snelheid. Hoe dan ook, ik haal de top lopend. We zijn intussen in landbouwgebied, rechts weiden, links een boerderij. We kunnen van die eerste, forse inspanning herstellen in een afdaling tussen verspreide woonhuizen. Dit was toch wel de zwaarste klim van de hele loop, moet ik achteraf besluiten. Met het moreel van de eerste beklimming als krachtbron kan ik ook een tweede bult aan km 4,5 bedwingen. Het parcours slingert door een groen gebied, bezaaid met villa’s, hoog boven de Maasvallei. Dit moet Tihange zijn. Ik zie geen herkenningspunten van de vroegere Condruzienloop van Tihange. Die moet zich in het meer oostelijke, bosrijke gebied hebben afgespeeld. Het tempo van 5’30″in de vlakke aanloop krijgt natuurlijk een flinke knauw in de hellingenzones, tot ver boven de 6′.
Even voorbij halfweg duikt de derde helling op. Tijdens de loop en vooruitdenkend aan mijn verslag valt mij de benaming “de muurtjes van Hoei” in. Niet slecht gevonden als parafrase van de “Muur van Hoei”, de wielerklassieker. Vind ikzelf… De stijgingsgraad flirt weer met de 10%. Ik merk dat ik wat sneller, of minder traag, de hellingen opklauter, dan mijn gezellen in dit deel van het peloton. Ik heb een mooi ritme en geniet van het draaien en keren en het op en af van het parcours. We hebben de lange klim van 700 meter op de Promenade Saint Jean l’Agneau achter de rug. Een heerlijk paadje is dit, tussen twee hagen. Ik heb de bevoorrading overgeslagen en kijk uit naar de afdaling die niet meer lang op zich kan laten wachten. De vele toeschouwers langs de weg zijn ook nu weer een bepalend element in het gezelligheidsgehalte van de loop. Ik herken ook enkele leuke plekjes op het parcours. Jammer genoeg vind ik ze niet terug op de kaart. Kon ik nog een tweede keer genieten…
Aan km 7 zijn we eindelijk boven, op het hoogste punt van het parcours. Ik schakel niet meteen over op mijn hoogste versnelling maar probeer een vlot tempo te ontwikkelen zonder mijn rug te fel te pijnigen. Plots word ik langs links voorbijgesneld door… Luc Hilderson. Daar is hij dan toch! Hij neemt meteen enkele meters voorsprong, zijn korte beentjes wentelen razendsnel. Twintig meter, is hij definitief vertrokken? Ik vrees van wel. Km 8: nog een laatste heuveltje… dat ik bijzonder soepel oploop en waar ik Luc verbazend snel weer inhaal en achterlaat. In de volgende afdaling – steil naar beneden – ga ik nu wel voluit. De Wonckois komt niet meer terug in de 700 meter naar het stadscentrum. Oei, dadelijk nog over de kasseitjes van de historische Rue des Mineurs. Maar daar is de winkelstraat al, de Rue des Fouarges en de boog. Toch enkele wijzigingen aan het parcours dus. In het begin en op het einde, samen goed voor 900 meter minder op de teller. Over de streep. Armand schreeuwt mijn naam triomfantelijk door de luidsprekers. Daarvoor alleen al zou ik naar Hoei afreizen… De furieuze afdaling heeft me uiteraard de snelste kilometertijden van de avond opgeleverd. In de “closed zone” voor de lopers en de ophalers van de borstnummers, loop ik Nicolas Bynens tegen het lijf. Niet tevreden want(?) geklopt door Noël Heptia. Mijn goede kennis uit Ivoz-Ramet kan zijn conditie nog ver in zijn zeventigste vasthouden, zo blijkt. Ik moet me tevreden stellen met een van de laatste plaatsen in het rijtje van 11 veteranen 4. (De mij onbekende “winnaar” Nicolas Decroisson vind ik in de uitslag van een andere wedstrijd terug als senior… Ik ga uit van een foutieve geboortedatum.) Er zijn er nog bijna driehonderd achter me. Hoera! En ik heb Luc Hilderson nog eens kunnen kloppen, voor het eerst sinds maart 2023.
Deze prachtige wedstrijd heeft één groot nadeel voor de liefhebbers die, zoals ik, van verder komen: het late startuur. We mogen dan al genieten van de langste dagen van het jaar, rond 22 uur begint het te schemeren en dan wacht er nog een flinke autorit. Vooral de onverlichte weg tussen Tihange en Villers-le-Bouillet is mij een doorn in het oog. We vertrekken dus zo goed als meteen na de finish. Op onze lange wandeling naar de auto botsen we op Beny Stulens. De achtste in de totaaluitslag is op weg naar de prijsuitreiking. Na een wedstrijdlang duel heeft hij de eerste plaats bij de veteranen 2 veroverd. Nipt voor Benoit Rasquain… die hij pas tijdens de loop heeft leren kennen. “Pas mal” voor de man van Mal. Dankzij een stevige eindspurt. “Tijdens de wedstrijd was hij wel beter” is Beny te bescheiden. Enfin, wij snel naar huis. Nog een hapje en een pintje en dan zzzz…