Tour van Spaen 10 Miles
zon 11/08/2024 10u * Tour van Spaen * 16,5 km * 01:45:31 * 9,4 * 104/114 * 47/47 (40+) * ♥
Neen, ik heb niet de bedoeling om een uitdaging met mezelf aan te gaan, namelijk om onvoldoende voorbereid en met een sluimerende blessure 10 mijl te lopen in de hitte. Het is eerder het gevolg van een late planning. Ik heb dit weekend wel zin in een wedstrijd, ook al wordt een warme dag voorspeld. Spouwen is kortbij en heeft gelukkig ook een wedstrijd voor de middag (sowieso mijn voorkeur). Probleempje: het is een 10 miles, overigens voor het eerst georganiseerd in het dorp van de stier. Snel, snel een proefloopje gedaan woensdagavond (toen nog onder een aangenaam avondzonnetje) dat overigens weinig goeds liet vermoeden. Ook al bleek de blessure aan een aanhechtingsspiertje in mijn linkerdij tijdens het lopen geen hinder te veroorzaken, ik moest wel mijn foulée aanpassen (kortere passen) en dus ook noodgedwongen mijn tempo verlagen. Ik wacht toch maar met de voorinschrijving… Overigens blijkt die een onverwacht (en naar keuze pijnlijk of hilarisch) probleem op te leveren. De vooraf ingestelde keuzemogelijkheden van het geboortejaar gaan (maar) terug tot 1951. Hoe dan ook, zaterdagochtend voel ik me een wrak: pijn bij de loop- en stapbeweging in het linkerbeen en een onwillige onderrug. Een voorzichtige wandeling zaterdagmiddag brengt weer wat soepelheid in mijn lijf en ’s avonds is de beslissing genomen. Spaen, here I come.
We zijn zondagochtend vroeg ter plekke. Ik ben zo goed als alleen bij de inschrijvingstafel. Het geboortejaar is vrij in te vullen… Alleen de nieuwe afstand staat nog niet op de formulieren… van vorig jaar. Papierbesparing, dat stellen we wel op prijs. Het inschrijvingstarief is wel aan de hoge kant maar voor het goede doel kijk je niet op een euro. Ik doe een uitgebreide inlooptest die redelijk positief uitvalt.
Na de gebruikelijke bombastische aftelprocedure van de Victors Cup worden we met een dikke honderd moedigen (of dwazen) op pad, lees betonweg, gestuurd. Ik houd het bij een voorzichtige tred en word meteen overrompeld door zo goed als alle starters achter me. We maken eerst een rondje in zuidelijke richting om na 2 km weer de stier te groeten. Ik herken het parcours van mijn 10 km twee jaar geleden, maar dan in tegengestelde richting. Ik loop al in de achterste gelederen van het peloton tussen haast uitsluitend vrouwelijke deelneemsters en vrijwel allemaal druk babbelend. Ik probeer vooral energie te sparen in wat een moeilijke opdracht gaat worden, dat voel ik al meteen. Ik zal mijn marathonervaring tot de laatste druppel moeten aanspreken. De eerste klim van 500 meter op de Grote Spouwenweg hebben we achter de kuiten. De derde kilometer is voornamelijk dalend maar ik geraakt niet meer onder een kilometertijd van 6 minuten.
Terug richting Kleine Spouwen. In de Bestorming was dit de beslissende klim, nu is het een stevige afdaling. In een kort -7% strookje gaat het zo steil naar beneden dat mijn gevoelige dijspier me een waarschuwingssignaal geeft en ik sterk vaart moet minderen. Grappig, mijn gezellin houdt ook in. Het golft even voor we de Rode Kruislaan weer oversteken. Tussen de graanvelden waar een wildvreemde man een smartphonefoto van ons neemt. Voor zijn persoonlijk archief? We zijn nu akelig dicht bij de Biestert. Dat we die niet moeten beklimmen, is het beste wat ons op dit ogenblik kan overkomen. We worden rechtsaf gestuurd, door Weert. En altijd maar op die vreselijke, soms verhakkelde, betonplaten. Maar de parcoursbouwers hebben op het ruilverkavelingsplatteland van Oost-Haspengouw ook geen keuze. Kijk, wie we daar hebben, Marie-Paule! Ze heeft er een fikse wandeling voor over om mij hier halverwege de wedstrijd te komen aanmoedigen. En een fotootje te maken voor het verslag en de overlevering.
We beginnen aan de tweede grote lus. Ik kan mijn tempo (op het vlakke) van de beginkilometers aanhouden maar de moeilijkste kilometers door de afstand en de hellingen moeten er nog aankomen. Eerst nog over de kronkelende Kanunnik Nulensstraat. Weer een zondagsfotograaf. “Staan we er goed op?” houd ik er voor mezelf de moed in. Achter een groen hoekje wacht weer een helling. Moet ik mijn medeloopster op de hoogte brengen? En ook van de volgende, nog zwaardere hellingen? Ik hou mijn parcourskennis (voorlopig) maar voor mezelf en hoop dat haar jeugdig optimisme de beste krachtbron is. Hamperveld omhoog dus. Ik verdraag de hitte nog net. Uiteindelijk heb ik niet voor niets voor de morgenloop geopteerd. Ik voel wel dat mijn rechterhamstring begint op te spelen en dat een kramp om de hoek loert. Vooraf te weinig gedronken? Zeker, maar wat wil je? Ik moet ook een of meer sanitaire stops zien te voorkomen. En zo moet ik al mijn kwalen met tegenstrijdige remedies bestrijden. Noémi heeft een trailuitrusting aan en lurkt geregeld aan een waterslangetje. Ze heeft ook wat energietabletjes mee die ze graag met me deelt. Overigens heeft ze ook muziek in de oren. Ik ben een aanhanger van het minimalisme en het directe contact met de geluiden van de natuur. Een korte afdaling en dan door een bomenpartij naar het valleitje van de Molenbeek in Membruggen. Een kilometer min of meer vlak door het dorp waar we applaus krijgen van een groepje bewoners. Die van Mummerke leven met ons mee. Dat die mensen hier überhaupt nog staan is al een blijk van sympathie. Het grote peloton is al lang voorbij, wij lopen heel afgezonderd. Hier en daar zie ik een bekende (Guido, Marc, Martijn).
Links omhoog. “Dit is de laatste lange helling” spreek ik mijn gezellin moed in. Ik heb wel zin om even te wandelen. Maar dat kan ik niet maken in dit charmante gezelschap. De juffrouw is afkomstig uit het Antwerpse, zo te horen bij onze schaarse woordenwisselingen. Toch niet speciaal zo ver gekomen om hier in de hitte, op het beton en de heuvels af te zien? Haar vriend is wel een Limburger, zo vermoed ik na een gesprekje aan de finish. De Vogelzangstraat, eindeloos lijkt die, hoe mooi de omgeving ook is, met links de wijngaardhellingen. De twee loopsters die ik al een tweetal kilometer ver voor ons uit zag, verliezen nu snel terrein, ook al omdat ze enkele tientallen meters stapvoets afleggen. We gaan ze nog voor de top voorbij. Maar ook voor ons is het harken om boven te geraken. Intussen probeer ik de kramp in mijn rechterkuit in bedwang houden en de pijn in mijn rechterhiel te verdragen. Ook dat nog ja, maar ik ben niet echt verrast door dit verschijnsel dat de laatste jaren de kop opsteekt voorbij de 10-12 km.
Ik neem de tijd voor een stevige slok bij de laatste bevoorrading. We laten de kerk van Herderen achter ons en pakken “Den Drinckaert” aan. Dat is 1,3 km rechtdoor richting Grote Spouwen. De twee juffrouwen van daarnet zijn weer bij ons gekomen maar blijven dan weer achter, ook door hun onophoudelijk gebabbel. Dat zou ook de bedoeling zijn van hun loop. De parcourstekenaars hebben het ons vandaag niet gemakkelijk gemaakt. Maar nu begin ik hen zelfs te verdenken van pestgedrag. Na 14,6 km – op 1,7 km van de officiële 10 mijlsafstand – worden we rechtsaf gestuurd, terwijl we het dorp rechts voor ons zien liggen. Er komt maar geen einde aan de 500 meter op de Rozelarenweg, een romantische naam voor een sluipmoordenaar. We moeten hier toch zo snel mogelijk naar rechts of we belanden weer in Membruggen. Daar is de bocht en nog een, 400 meter verder. We lopen voorbij de laatste van de 35(?) seingevers. Bedankt meisjes en jongens. Eindelijk richting Spouwen. Maar de Bovenstraat heeft nog een laatste glooiing in petto. Ik hoor mijn gezellin zuchten. “We zijn er bijna ” pep ik haar op. De nuchtere lezer vraagt zich af of een jonge dame (zie foto) voor een zondag niets beters kan bedenken dan een uitputtende loop in het gezelschap van een oude en versleten man. “Zonder jou zou me dat nooit gelukt zijn” herhaalt ze ten overvloede in de laatste kilometer. Waar ik in alle bescheidenheid moet aan toevoegen dat ik zelf ook niet beter kon. We overschrijden samen de streep van de 10 SM, lees de 10Spaen Miles. Die zijn langer dan de Engelse.
Slotsom: het was niet mijn beste idee om dit jaar te kiezen voor de ochtendloop in Spouwen. Ik ben nog nooit zo ver achteraan in de uitslag geëindigd. Misschien hadden de organisatoren het toch bij het rechte eind om 1951 als uiterste geboortejaar van het online-inschrijvingsformulier te nemen.