Retinne Flérunning

zat 30/11/2024 16u * Retinne Flérunning * 5,2 km * 00:37:13 * 8,4 * 29/55 * 1/2 * ♥♥

Mijn laatste trainingen, trage loopjes afgewisseld met wandelpauzes, hebben het competitievuur weer aangewakkerd. En dus waag ik me na een dikke maand nog eens aan een officiële wedstrijd. De vorige poging was nochtans faliekant afgelopen, met pijn en een complete ontreddering op het einde, zowel fysiek als mentaal. Vorige week leken de spieren in de bovenbenen me dan toch een sukkeldrafje te gunnen. Dit weekend zag ik een kans om nog eens een borstnummer op te spelden en achteraf mijn naam terug te vinden in een klassement. En dat in een vrij nieuwe manche van de Challenge La Meuse. In Retinne, deelgemeente van Fléron (zie ook de naam van de run) en in de schaduw van de “reus van het Land van Herve”, de terril die van kilometers afstand zichtbaar is. Bijvoorbeeld voor wie vanaf het plateau tussen Vroenhoven, Zussen en Kanne de blik naar het zuiden richt. Zoals uw dienaar die hier wel eens zijn kilometers afmaalt. Overigens is de omgeving me bekend van mijn expeditie naar Banneux in 2021 en een Wekom-loop in juni dit jaar. De keuze van de organisatie om de korte en lange wedstrijd op hetzelfde uur te laten vertrekken speelt ook in mijn kaart. Dan riskeer ik alvast niet in de allerlaatste gelederen binnen te sukkelen. Achteraf zal blijken dat ik toch nog wat deelnemers achter me kan laten, meestal dames. Maar ook nog een verdwaalde categoriegenoot.

Een afgesloten weg en een onverwachte file zorgen ervoor dat ik in laatste instantie mijn afspraak met Servais Halders moet afzeggen en dat ik in mijn eentje de verplaatsing maak naar de oostrand van de Luikse agglomeratie. We ontmoeten elkaar toch nog ruim op tijd en onder een stralende zon aan het nieuwe Centre des Loisirs van Retinne. De opkomst is eerder beperkt, 173 deelnemers aan de twee wedstrijden. Onze leeftijdsgenoot Raymond Jungbluth is er wel. Hij zit ook in het sukkelstraatje en zal ver achteraan eindigen. Servais doet wat van hem verwacht wordt, winnen. Daarmee kent u al de hoofdpunten van de challenge-loop, die van 10 km. U zal het noodgedwongen moeten stellen met een verslag van de “course annexe”, zoals de korte loop wordt genoemd. Ik heb overigens nauwelijks een idee wie van de lopers in mijn buurt in welke afstand actief is. Ik zie in de uitslag wel dat ik nipt aan het dubbelen door de winnaar van de 10 km ontsnapt ben.

We vertrekken op een nieuw aangelegd fietspad in beton (een Ravel?) die langs de beboste hellingen van de terril kronkelt en na 500 meter een scherpe bocht naar rechts maakt. In de licht oplopende eerste vijfhonderd meter heb ik al tientallen plaatsen verloren. Mijn gepijnigde hamstrings moeten zich nog aanpassen aan deze ongewone inspanning, tenminste in de laatste maanden. Raymond had me al gewaarschuwd voor een bijzonder modderige passage, niet lang na het vertrek. Ik ben dan ook niet verrast als we na een linkerbocht over een omgewoelde, vettige en glibberige veldweg worden gestuurd. Ik ga meteen op stappen over. Zelfs dan kan ik nauwelijks mijn evenwicht bewaren. Ik maak overigens van de nood een deugd, ik wilde sowieso een wandelpauze inlassen na een dikke kilometer. Na 400 meter komen we weer op vaste grond en kan ik mijn voorzichtig drafje hervatten. Opgelucht, zeker omdat ik, zoals de 10 km-lopers, niet nog een tweede keer over die glijbaan moet. Tot aan km 2 gaat het verder op het onverhard maar daar word ik alleen opgehouden door mijn onwillige spieren en mijn verschraalde conditie. Na een bocht krijgen we weer even een verharde strook onder de voeten. Ik neem een korte pauze maar hervat snel weer mijn looptempo. Dat wil zeggen, even boven de 7′ per kilometer. Daar moet ik nu mee tevreden zijn. We steken voor de tweede keer de Rue de Campagne over, nu een 900 meter verder, waar de auto’s braafjes wachten tot we voorbij zijn. We lopen nu op het voetpad langs de Rue Militaire, overigens een doordeweekse rijweg. Dat is niet echt comfortabel, je moet geregeld uitwijken voor allerlei obstakels, zoals stootblokken op de parkeerstrook. Het wordt weer aangenamer lopen op de Rue Rothys, opnieuw langs de groene bosrand. Ik heb nu mijn stek gevonden in het peloton waar ik in het gezelschap van vooral dames mijn tempo probeer te handhaven.

Na km 3,4 maken we een U-bocht naar een Ravel. Voor het eerst kan ik de cadans wat opschroeven en haal zelfs enkele lopers voor me in. Zacht lopend, licht dalend, tussen de bomen, wat wil je nog meer? Het genot duurt een kilometer. Ik ben even onder de grens van de 7’/km geraakt. Dat lijkt weer op een looptempo. Vanaf km 4,4 is de pret voorbij. Er is nauwelijks plaats op het voetpad van de Rue de la Vaux in de dicht bebouwde kom. Na 200 meter mogen we die vervelende weg wel verlaten maar daar wacht het bos. Dat betekent hier de puinhoop van de oude mijn, de “Charbonnage du Hasard”, actief van 1847 tot 1977. Vergane glorie dus. Als dat ook maar niet voor mij geldt… We klauteren even omhoog en slingeren dan van links naar rechts, op en neer, over een vers aangelegd bospad. De snelheid zakt nog verder maar ik kan in beweging blijven. Nog even op het tartan van de ook al fonkelnieuwe mini-piste en daar is de finish.

Opdracht voltooid in de voorziene tijd. Ik gun mezelf een tweede hartje voor het goede en vooral teruggevonden loopgevoel dat ik overhoud aan deze korte wedstrijd. Nu maar afwachten hoe mijn lichaam zal reageren in de volgende dagen…