Dalhem Corrida des Bandas

zon 04/08/2024 11u * Dalhem Corrida des Bandas * 10 km * 01:04:57 * 9,5 * 55/81 * 1/1 * ♥♥

Voor een keer heb ik niet te klagen over de communicatie in verband met het parcours van een loopwedstrijd. Op Openrunner wordt zelfs de ondergrond van het parcours in Dalhem in beeld gebracht. Dat het geen plezierloopje zal worden, is ook meteen duidelijk. Nu, dat ik het parcours van de Corrida van Dalhem onder de loep neem, is voor mezelf wel een verrassing. Want zaterdag heb ik de Corrida des Bandas zelfs niet op mijn planning staan. Maar wel de Jogging de la Méhaigne in Avin. Verslik ik me toch wel niet in de plaatsnaam! Lang geleden – in 2011 – heb ik de Jogging van Les Avins gelopen, een manche van de Condruzien. Die enkele jaren daarna van de kalender is verdwenen maar me is bijgebleven door het mooie parcours. Ik schrijf me in en trek zaterdagmorgen vroeg naar …Les Avins. Maar het dorpje is nog niet wakker. En er staat hier al zeker geen loopwedstrijd te gebeuren. Na wat zenuwachtig zoeken op het net vindt Marie-Paule de juiste locatie. En dat is in de gemeente Hannut. Te laat om nog de juiste richting uit te slaan. Dan maar weer 70 km terug naar thuis. Ik kan alleen maar ootmoedig mijn vergissing toegeven… en uitkijken naar een alternatief. Morgen is er nog een dag, er zal in het Luikse nog wel een opportuniteit opduiken. Ha kijk, een corrida in Dalhem. En dat is ook nog eens kort bij huis.

Voor de inschrijving moeten we helemaal naar boven, in de schaduw van de burcht van het oude Graafschap Dalhem. De traillopers, onder wie mijn gelegenheidstrainingsmaat Nicolas Bynens, trappelen zich klaar voor hun loop van 15 km. Ik heb ruim de tijd voor een verkenning van de laatste kilometer. Overigens ben ik hier niet op onbekend terrein na mijn post covid-expeditie naar de Gileppe. De organisatoren glunderen door de opkomst van meer dan 200 looplustigen (voor drie wedstrijden) en de aanwezigheid van de zon die hen vorig jaar helemaal in de steek had gelaten. Ik heb de parcoursbeschrijving van speaker Eric Joway voor een keer goed meegekregen en zal er achteraf mijn voordeel mee doen. Maar goed ook want mijn bioritme is de laatste dagen flink verstoord door slaapgebrek. En het is ook nog afwachten hoe een spierblessuurtje in de bil zich zal gedragen.

De tunnel van Dalhem

De eerste 600 meter gaan steil naar beneden, onder meer over de kasseitjes van het historisch centrum. De Berwijn over en rechts langs de rotonde waar signaalgevers ons vakkundig gescheiden houden van de traillopers die vanuit een zijweg in tegengestelde richting lopen. Wat verder worden we rechtsaf gestuurd. Of beter rechtsop want daar is al de eerste klim. Op een holle aarden weg met hier en daar flarden asfalt. Ik heb mijn benen gespaard in de afdaling en hoop de klim tenminste lopend te overleven. Dat lukt, weliswaar met een tempo van soms meer dan 8’/km. Boven tussen de velden en de laagstamplantages is het even vlak op een veldweg. Het blijft harken tussen het lange gras, de sporen en plassen door de regen van vorige nacht. We moeten ook onze weg zoeken tussen de 5km-lopers die samen met ons zijn vertrokken. Na zo’n 1600 meter lopen we een bosje in. Het gaat nu even omlaag op dikke keien waar ik inhoud uit voorzichtigheid en “technische” onkunde en meteen een achttal plaatsen verlies. Vooral 5km-lopers, troost ik me. Opnieuw omhoog. Kennen ze hier niets anders? Toch wel, maar ik moet wachten tot aan een scherpe bocht naar rechts, langs een plantage voor we weer van een vlakke strook mogen genieten. Ik duw een overhangende tak opzij en hoop dan maar dat die niet in het gezicht van een achtervolger terechtkomt. Ik blijf boven op het gras langs de fruitboompjes lopen, daar kan ik mijn eigen tempo vasthouden en moet ik niet uitwijken voor tragere lopers voor me. Ja, die zijn er ook… Een boerderij links, de hond blaft. Dan gaat het fel bergaf door een bos op de Sauvenière. Die ligt dus niet alleen in Luik. Maar hier is het een slap afkooksel van de laan in de stad van de prinsbisschoppen. Korrelig asfalt, met geulen en hobbels. Ik haal hier een van de weinige bekenden in, veteraan 2 Christian Denoisieux. Die houdt het vandaag bij een trainingsloopje blijkbaar. We kruisen de rijweg Val de la Berwinne en draaien een mooi geasfalteerde weg op, de Rue du Nelhain. Eerst dalend maar in de verte wacht alweer een klim. Op het einde draait het parcours naar rechts. De uitgestrekte arm van de vlijtige signaleuse laat er geen twijfel over bestaan. Aan het oude stationnetje van de Trimbleu staan de bevoorraders klaar. Rechts zie ik een mevrouw met een bekertje met een gele drank. Een sportdrank? “Un Ricard, monsieur?” Ik had het moeten weten, de speaker had ons vooraf doen watertanden(?). Toch maar niet, ik gris een bekertje water mee, links. Een van de bandas speelt een deuntje. Dat zijn wandelende fanfares van enkele spelers, naar wie de vierdaagse feesten in Dalhem genoemd zijn. We laten Mortrouw achter ons, opnieuw richting Dalhem. We volgen nu een dikke kilometer de bedding van het oude folkloristische spoorlijntje Li Trimbleu. (Dat na een dramatisch dodelijk ongeval in 1991 gesloten is.) Tussen de bomen, met daarachter links en rechts weiden en de Berwijn, die hier en daar poelen vormt. Ik vind van mezelf dat ik een mooi ritme aanhoud. Garmin zegt 5’49” op deze vierde kilometer. Oordeel zelf maar. Ik verlies in elk geval geen plaatsen. Voor me lopen enkele jongeren (rond de 10 jaar, schat ik) die met horten en stoten hun laatste kilometers afleggen. Ik ga hen zelfs even voorbij. Maar als ze vanuit de hoogte de muziek aan de finish horen, schieten ze toch weer vooruit en laten me definitief achter. Het blijft vlak, ook op het rode grind naast de Rue du Soldat Joseph Dethier. Nog steeds met datzelfde tempo, tenminste op het vlakke. We zijn al in de laatste kilometer als we het brugje over de Berwijn oversteken en een vrij donkere tunnel induiken. (Die tunnel dateert van 1904 en vormde de verbinding tussen Luik en ’s Gravenvoeren en boort zich dwars door de rotspartij waarop de kasteelruïne van de graven van Dalhem rust. – Uitleg Industriecultuur.be. De tunnel is gerenoveerd in 2020 voor fietsers en wandelaars.) En nu dus ook voor joggers voor wie dit de laatste vlakke strook is – van 140 meter – voor we via twee haarspeldbochten steil omhoog naar de aankomst worden gestuurd. De derde klim in vijf kilometer – ze houden zich niet in, hier in Dalhem. En meteen de zwaarste. Op deze muur, onverhard overigens, is er voor mij en de meeste van de lopers in mijn buurt geen eer te behalen. Dus maar stapvoets omhoog. Boven, weer in volle licht, met rechts in de bocht de supporters, beginnen we meteen aan de afdaling van de tweede ronde.

De laatste moeizame meters op de slotklim. (Foto’s Marie-Paule)

Organisator Eric Joway regelt het (lopers)verkeer aan de finish (of voor ons de tweede passage) en geeft mij nog een aanmoediging mee. Die kan ik gebruiken want die volgende lus zal nog een zware dobber worden, voorzie ik nu al. Nog eens die hellingen, daar zal ik ongetwijfeld moeten inleveren. En wat blijkt tot mijn grote verbazing, nu ik de Garmin-cijfers bekijk: ik loop de tweede ronde in zo goed als dezelfde tijd als de eerste. De afdaling en het vlakke stuk doe ik sneller. Alleen de zware klim op het einde kost me enkele seconden meer. In vogelvlucht de feiten van de tweede ronde. Ik zoek opnieuw de smalle asfaltstrook op rechts van de kasseitjes …tot waar die ophoudt. Op de veldwegen is het makkelijker lopen nu de 5km-lopers al aan de Ricard zijn in de finishzone. Vooral de afdaling op de dikke stenen in het bos gaat me beter af, nu ik geen druk van lopers achter me voel. De tak weer opzij geduwd. (De aandachtige lezer weet welke tak ik bedoel.) De hond aan de boerderij blaft niet meer. Die heeft er al genoeg van. Het vlakke of licht dalende deel vanaf km 8 tot km 9,5 voelt aan als de laatste rechte lijn. De wedstrijd eindigt voor me waar het bandasorkestje een deuntje blaast voor de ingang van de tunnel. Op de laatste klim die ik sowieso stapvoets zal doen, kan ik eigenlijk al geen tijd meer verliezen. Denk ik zo vooraf. Uiteindelijk toch enkele seconden verlies. En word ik toch weer ingehaald door Christian Denoisieux die zelfs nog een heuse eindspurt in de kuiten heeft.

Besluit: door omstandigheden heb ik dan toch nog een goede tactische keuze gemaakt. Eerste veteraan 4, als enige deelnemer. Wel geen gouden medaille…